Nieuws

Update rechtspraak gezondheidsrecht juni 2022

Gepubliceerd op 7 jul. 2022

I Stock 1006152114

Deze update omvat een overzicht van uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht die in de maand juni op www.rechtspraak.nl en www.vertrouwenslieden.nl zijn gepubliceerd. Elke uitspraak is voorzien van een inhoudsindicatie en een link naar de volledige tekst.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 juni 2022

OB. Vergoeding voor ten behoeve van ziekenhuis verrichte managementdiensten. Vrijstelling voor medisch specialistische diensten?

Rechtbank Gelderland 24 juni 2022

Ontbindingsverzoek van ziekenhuis ten aanzien van oncoloog toegewezen op de g-grond (verstoorde arbeidsverhouding). Het ziekenhuis heeft ernstig verwijtbaar gehandeld zodat aan de oncoloog een billijke vergoeding dient te worden betaald.

College van Beroep voor het bedrijfsleven 7 juni 2022

Boete opgelegd aan ggz-instelling wegens overtreding van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft aan appellante een boete opgelegd omdat deze behandelingen tegen psychische klachten veroorzaakt door problemen op het werk of in de privésfeer onder een andere noemer, namelijk als een ongedifferentieerde somatoforme stoornis, zou hebben gedeclareerd bij zorgverzekeraars en daarmee ten onrechte een vergoeding voor deze behandelingen zou hebben verkregen. De invulling van artikel 35 Wmg, die uiteindelijk plaatsvindt aan de hand van de DSM-IV-TR, was in dit geval over de periode waar het hier om gaat niet voldoende duidelijk, bepaald en kenbaar voor de medische uitvoeringspraktijk. Uit de medisch-wetenschappelijke inzichten zoals die naar voren zijn gekomen, valt de conclusie te trekken dat tot aan de doorwerking van de DSM-5 in de Nederlandse regelgeving, begin 2017, en dus in de periode waarop de boete betrekking heeft, nog steeds medisch verschil van inzicht bestond over de diagnose en behandeling van patiënten die langdurig, dat wil zeggen langer dan zes maanden, lichamelijke klachten hadden die verband hielden met werk- of privéstress (“burn-out”). Oplegging van een boete verdraagt zich niet met het lex-certa beginsel. Het College laat de boete daarom niet in stand.

Rechtbank Overijssel 1 juni 2022

Onverschuldigde betaling van declaraties ad. € 112.671,24. Gedaagden op grond van artikel 6:166 BW tegenover eiseres aansprakelijk wegens (in groepsverband) gepleegde fraude. Gedaagden dienen uitgekeerde bedragen terug te betalen. Door gedaagden ingestelde tegenvorderingen afgewezen.

Gerechtshof Den Haag, 14 juni 2022

Gezondheidsrecht. Zorgovereenkomsten. Geschil over omzetplafonds.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14 juni 2022

Geschil tussen zorgverlener en gemeente (6:162 BW, pgb, wmo). Heeft de gemeente onrechtmatig gehandeld tegenover de ambulant maatschappelijk werker?

Rechtbank Gelderland, 31 mei 2022

Een zorgverlener is slechts belanghebbende bij een besluit tot afwijzing van een maatwerkvoorziening voor zover hij rechtstreeks in zijn belangen wordt geraakt. In deze zaak wordt de zorgverlener rechtstreeks enkel in zijn belang geraakt voor zover de afwijzing van het pgb als reden heeft dat niet gewaarborgd is dat de zorg veilig, doeltreffend en clientgericht wordt verstrekt. Onder omstandigheden mag het college de bevindingen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd aan de afwijzing van een pgb voor een maatwerkvoorziening ten grondslag leggen.

Afdeling bestuursrechtspraak, 22 juni 2022

Bij besluiten van 25 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo de aan Victorie verleende budgetsubsidie voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 voor de jaren 2016, 2017 en 2018 ingetrokken en een bedrag van € 670.225,50 van Victorie teruggevorderd. Victorie was een onderneming die hulp, begeleiding, zorg en andere diensten verleende aan personen met psychische, sociale en/of financiële problemen. [gemachtigde] was bestuurder van Victorie. Victorie heeft voor de tijdvakken 1 januari 2016 - 31 december 2016, 1 januari 2017 - 31 december 2017 en 1 januari 2018 - 31 december 2018 subsidie aangevraagd voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen op grond van de Wmo 2015. Het college heeft voor deze tijdvakken een budgetsubsidie verleend voor de realisatie van de Uitvoeringsovereenkomsten Beschermd wonen.

Rechtbank Amsterdam, 25 april 2022

Beroepen van zorgverlener en bewindvoerders tegen intrekking en terugvordering pgb ogv Wlz, vermoeden fraude. Bevoegdheid bestuursrechter. Controle aan de voorkant. Onderzoek daadwerkelijke zorglevering (uren/Wlz-zorg) onvoldoende. Beroep gegrond.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14 juni 2022

Anonieme waardering over een zorgverlener op een website.

Exploitant website is niet aansprakelijk voor plaatsing maar wel voor het enige tijd geplaatst houden van de waardering op de website.

Afwijzing van de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure en afgifte van identiteitsgegevens van de inzender van de waardering.

Rechtbank Overijssel 14 juni 2022

Last onder dwangsom ter beëindiging nachtopvang in zorgboerderij. Het beroep is ongegrond. De nachtopvang is niet toegestaan op grond van de eerder verleende omgevingsvergunning voor het gebruiken van het pand van de zorgboerderij voor behandeling, observatie en onderzoek. Het past ook niet binnen de aan het perceel toegekende functies "maatschappelijk" en "dienstverlening". Verder is de uitsluiting van nachtopvang in het bestemmingsplan niet evident in strijd met de Dienstenrichtlijn, het evenredigheidsbeginsel en artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.

Rechtbank Den Haag, 17 juni 2022

Kort geding. De gevorderde veroordeling om schriftelijk te reageren op een brief en het gevorderde voorschot op declaraties met betrekking tot verleende forensische zorg worden afgewezen. Tegenvordering van gedaagde voldoende aannemelijk.

Rechtbank Gelderland, 1 juni 2022

Ontslagen bestuurder zorgstichting houdt leden van de raad van toezicht en het particuliere recherchebureau dat onderzoek naar zijn handelen heeft gedaan aansprakelijk voor schade die gevolg is van negatieve publiciteit rond zijn ontslag(beschikking).

Rechtbank Oost-Brabant, 10 juni 2022

Bestuurlijke boete, Geneesmiddelenwet, Geneesmiddelenrichtlijn, bereiding en terhandstelling van een geneesmiddel door een apotheker, op kleine schaal.

De minister heeft aan eiseres, een apotheek, bestuurlijke boetes van in totaal € 33.750,– opgelegd, omdat eiseres de artikelen 18, eerste lid, en 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet (Gmw) heeft overtreden. Eiseres heeft in haar apotheek een geneesmiddel bereid en aan patiënten ter hand gesteld. Volgens de minister is dat niet gebeurd op “kleine schaal” als bedoeld in artikelen 18, vijfde lid, en 40, derde lid, aanhef en onder a, van de Gmw.

Eiseres betoogt dat die nationale bepalingen onverenigbaar zijn met bepalingen uit de Geneesmiddelenrichtlijn. De rechtbank oordeelt dat de artikelen 18, vijfde lid, en 40, derde lid, aanhef en onder a, van de Gmw niet de implementatie zijn van artikelen uit de richtlijn. De voorwaarden voor de verstrekking van geneesmiddelen aan de bevolking zijn immers niet op het niveau van de Unie geharmoniseerd (Caronna-arrest). De lidstaten hebben binnen de grenzen van het VWEU de bevoegdheid om voorwaarden op te leggen waaronder geneesmiddelen op hun grondgebied aan de bevolking mogen worden verstrekt (arrest Caronna en Apothekerkammer). Het begrip “op kleine schaal” is een door de Nederlandse wetgever op grond van de hem toekomende nationale bevoegdheid uitgewerkte voorwaarden waaronder het desbetreffende geneesmiddel op hun grondgebied aan de bevolking mag worden verstrekt. Dat de wetgever het begrip “op kleine schaal” heeft toegevoegd, moet in een nationale context worden gezien. De wetgever is met die voorwaarde ook binnen de grenzen van het WVEU gebleven.

Het door de minister neergelegde criterium van verstrekking in het klein ziet op enkele tot circa 50 unieke patiënten per maand bij langdurig gebruik van het geneesmiddelen en dat getal is onderbouwd en niet willekeurig tot stand gekomen.

Belang van de bescherming van de volksgezondheid en dat door een grootschalige geneesmiddelenproductie een groter risico voor de volksgezondheid bestaat, heeft kunnen prevaleren.

Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, 3 juni 2022, uitspraak 2022-009

Een lokale cliëntenraad stelt dat de Wmcz2018 niet wordt nageleefd bij de plannen voor verkoop en herinrichting van bepaald zorgvastgoed. De zorginstelling stelt dat er juist erg veel geïnvesteerd is in inspraak van alle betrokkenen inclusief de cliëntenraad, maar dat er formeel wel een grens getrokken moest worden.

De commissie constateert dat het een immens project is, dat er waardering is voor de inzet van de RvB. Partijen hebben niet vooraf over dit grootschalige project gezamenlijk mz-procedureafspraken gemaakt. Het eenzijdig vaststellen van de 'routekaart medezeggenschap' door de RvB is in strijd met de Wmcz2018 en het eigen mz-reglement. Hierover dienen alsnog gezamenlijke afspraken te komen, met instemmingsrecht voor de cliëntenraad. Het hanteren van een knip tussen 'verkoop' en 'herinrichting' is in dit geval niet aan te bevelen aangezien de (ontwikkel)plannen erg nauw met elkaar verweven zijn en tezamen impact hebben op directe leefomgeving (recreatie en ontspanningsmogelijkheid) van de cliënten.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief