Nieuws

Private equity in de zorg

Gepubliceerd op 24 apr. 2024

Onze mensen

Marek studzinski q5 EI0ns W8 Fo unsplash

Geen aantoonbare verschillen ten aanzien van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid (Zvw en Wlz)

Op 16 april 2024 heeft de minister van VWS de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over het onderzoeksrapport van EY over verschillende aspecten van private equity in de zorg. EY heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. Het doel van het onderzoek was een objectief beeld te krijgen van de gevolgen van private equity-financiering op de zorg.

Aanleiding onderzoek

Afgelopen jaar was er veel maatschappelijke en politieke aandacht voor de rol van private equity-investeerders in de zorg, onder andere door een aantal incidenten bij commerciële ketens in de huisartsenzorg. In een aantal debatten met de Tweede Kamer over de zorg is daar aandacht aan besteed en zijn verschillende moties ingediend en aangenomen.

Onderzoek

EY is gevraagd twee deelaspecten te onderzoeken:

  1. de huidige omvang van private equity-financiering in de verschillende sectoren van de zorg (Zvw en Wlz), en;
  2. de effecten van private equity-financiering op de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.

Conclusie omvang private equity

Uit het onderzoek van EY is gebleken dat er in totaal 35 private equitypartijen actief zijn in zorginstellingen die direct of indirect zorg leveren die valt onder de Zorgverzekeringswet en/of de Wet langdurige zorg.

Het aantal partijen is het grootst in de mondzorg (11 actieve partijen), gevolgd door de medisch specialistische zorg (8 partijen) en de VVT-sector (7 partijen).

De huidige omvang van private equity in termen van het aandeel in de wettelijke geldstromen uit hoofde van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg verschilt per sector.

Conclusie kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid

Uit het onderzoek blijken geen aantoonbare verschillen (op basis van de beschikbare data) tussen zorginstellingen met PE-participatie en die zonder PE-participatie wat betreft de publieke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Welke factoren in dit verband zijn onderzocht, is uiteengezet in hoofdstuk 6 van het rapport, met de belangrijkste conclusies van het onderzoek (p. 61).

In het kader van de evaluatie van kwaliteit heeft EY gekeken naar elf indicatoren die zich richten op succespercentages van operaties en percentages van complicaties binnen de medisch specialistische zorg, patiënttevredenheid aangaande uitgevoerde behandeling in de GGZ-sector, en resultaten van enquêtes ingevuld binnen de kraamzorgsector.

Ten aanzien van de toegankelijkheid van zorg zijn door EY binnen de medisch specialistische zorg de wachttijden voor behandeling voor een drietal disciplines, de wachttijden voor poliklinisch bezoek voor een drietal disciplines en de wachttijden voor het verkrijgen van diagnostiek voor een drietal disciplines geanalyseerd. Binnen de GGZ is gekeken naar de patiënt gerapporteerde scores op de vraag: Kreeg u makkelijk contact met uw behandelaar?

Voor wat betreft de betaalbaarheid van de zorg, is vanwege het ontbreken van Vektis-data, door EY gefocust op de financiële prestaties en gezondheid van zorginstellingen, zowel met als zonder PE-participatie. Hierbij zijn verschillende financiële indicatoren zoals rendement, bedrijfsopbrengsten, liquiditeit en solvabiliteit geanalyseerd. Daarnaast is de operationele performance in kaart gebracht aan de hand van verzuimpercentages en de personeelssamenstelling.

Vervolg

De minister beraadt zich op de uitkomsten van dit onderzoek, mede in relatie tot de door de Tweede Kamer aangenomen moties. De minister heeft aangegeven de Tweede Kamer in het tweede kwartaal van 2024 een inhoudelijke reactie op het rapport toe te sturen.

Vooruitlopend op het verschijnen van het onderzoeksrapport van EY heeft de minister zich terughoudend opgesteld ten aanzien van een algeheel verbod op private equity. Afgelopen januari benadrukte de minister dat zorgaanbieders in beginsel vrij zijn om een investeringsovereenkomst of geldlening aan te gaan met allerlei soorten investeerders. Het beperken van deze contractsvrijheid raakt de vrijheid van ondernemerschap, het eigendomsrecht en het vrije verkeer (van kapitaal). Als slechts voorwaarden gesteld worden aan één specifieke partij, kan ook het gelijkheidsbeginsel in het gedrang komen. Maatregelen dienen in elk geval proportioneel en noodzakelijk te zijn, en waar van toepassing, niet in strijd te komen met het gelijkheidsbeginsel. Eerder schreef ik hierover deze blog.

Inmiddels zijn naar aanleiding van het Kamerdebat op 18 april 2024 diverse moties aangenomen, onder meer om private equity volledig uit de zorg te weren, met daarbij het verzoek aan de regering voor het debat over de Voorjaarsnota met een plan van aanpak te komen voor hoe zij dit gaat realiseren.

Wordt vervolgd.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief