Nieuws

AI in actie: AI in auteursrechtelijk perspectief (5/12)

Gepubliceerd op 7 sep. 2023

I Stock 1468192804
Er lijkt geen maat te staan op de opkomst van Artificial Intelligence (‘AI’). Door de opkomst van ChatGPT is AI in een korte tijd bekend geworden bij een breed publiek, maar AI omvat veel meer dan chatbots. Denk aan toepassingen op het gebied van gezondheid (zoals het detecteren van kanker), werkgelegenheid, videogames en jouw YouTube feed. AI komt terug in bijna alle facetten van het dagelijkse leven. Reden genoeg dus om stil te staan bij het juridisch kader van AI. In deze blogreeks behandelt het Holla AI-team verschillende juridische vraagstukken op het gebied van AI. Onderstaande blog is deel 5 van de reeks en gaat in op AI in auteursrechtelijk perspectief.

Het spanningsveld tussen auteursrechten en AI

Met enige regelmaat verschijnen er indrukwekkende afbeeldingen of teksten op het internet. De afbeeldingen of teksten waar het omgaat zijn steeds vaker afkomstig van zogenoemde ‘generatieve AI’. Dit is een vorm van AI die getraind is aan de hand van grote hoeveelheden datasets en die in staat is om onder meer afbeeldingen en teksten te verwerken en te genereren. Een bekend voorbeeld van generatieve AI is ChatGPT: een chatbot die bekendstaat om het schrijven van teksten in een mum van tijd. Generatieve AI-systemen kunnen echter ook risico’s met zich meebrengen onder meer op het gebied van desinformatie, manipulatie en op het vlak van auteursrechten. Zoals hiervoor aangegeven wordt generatieve AI bijvoorbeeld getraind op basis van grote hoeveelheden datasets, die regelmatig (al dan niet via open source) van het internet “worden getrokken”. Vervolgens wordt de generatieve AI ingezet om op basis van de trainingsdata nieuwe werken – zoals afbeeldingen, teksten of video’s – te creëren. Daarbij spelen in de praktijk onder meer twee vragen een belangrijke rol: (1) is een creatie van AI een auteursrechtelijk beschermd werk, en (2) is bij de trainingsdata in een AI-systeem sprake van auteursrechtinbreuk?
  1. Is een creatie van AI een auteursrechtelijk beschermd werk?
Artikel 1 van de Nederlandse Auteurswet bepaalt over het auteursrecht dat dit is: “het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.” Als aan deze definitie wordt voldaan, verkrijgt de maker van een werk – bijvoorbeeld een foto of boek – het exclusieve recht op dit werk. Dit exclusieve recht houdt in dat anderen dit werk niet mogen gebruiken of reproduceren, tenzij de maker daar expliciete toestemming voor geeft. De achterliggende gedachte van het auteursrecht is namelijk het beschermen van creatieve creaties van een maker. De eerste vraag is dan ook of een creatie van AI kan worden aangemerkt als een ‘werk van letterkunde, wetenschap of kunst’. De lijn in de rechtspraak en literatuur is dat een auteursrechtelijk beschermd werk een eigen oorspronkelijk karakter moet hebben en een persoonlijk stempel van de maker dient te dragen. Een ‘persoonlijk stempel’ betekent dat sprake moet zijn van menselijke arbeid waarbij creatieve keuzes zijn gemaakt die een voortbrengsel zijn van de menselijke geest. Dit zou aldus betekenen dat een creatie van ‘alleen’ AI geen auteursrechtelijke bescherming toekomt omdat die creatie geen voortbrengsel is van de menselijke geest. Een simpele instructie (ook wel ‘prompt’) vanuit de mens aan het AI-systeem is hiervoor waarschijnlijk onvoldoende. Mogelijk is dit anders wanneer bij de creatie door AI wel nog sprake is van ‘nabewerking’ door een mens, mits daarbij uiteraard voldoende creatieve keuzes worden gemaakt. In dat geval komt het auteursrecht naar alle waarschijnlijkheid toe aan de persoon die de creatieve keuzes maakt bij de nabewerking. Maar let op: een niet of nauwelijks bewerkte creatie van AI, lijkt tot op heden niet auteursrechtelijk beschermd te zijn.
  1. Is bij de trainingsdata in een AI-systeem sprake van auteursrechtinbreuk?
Nu een AI-systeem wordt getraind met grote hoeveelheden (openbare) datasets, is het de vraag of daarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten die mogelijk rusten op beschermde werken in die datasets. Zoals hiervoor aangegeven is in beginsel voor ieder gebruik of iedere reproductie van een auteursrechtelijk beschermd werk voorafgaande toestemming van de maker nodig. De vraag is allereerst of het trainen van een AI-systeem valt aan te merken als een ‘gebruik’ of ‘reproductie’, en daarmee een handeling die exclusief toekomt aan een auteursrechthebbende. Mocht van een dergelijke handeling al sprake zijn, dan kent de Auteurswet ook nog enkele uitzonderingen op het exclusieve recht van de auteursrechthebbende, waaronder voor tekst- en datamining (‘TDM’). TDM is het geautomatiseerd doorzoeken van teksten en databanken om (nieuwe) patronen, trends en verbanden te ontdekken. Het is echter de vraag of het trainen van een AI-systeem is aan te merken als TDM en daarmee onder de uitzondering valt. Recent zijn ook Kamervragen gesteld over het gebruik van ChatGPT, waarbij één vraag was of ChatGPT inbreuk maakt op de rechten van auteurs waar ChatGPT zijn antwoorden op baseert. Ook het antwoord van minister Van Raan luidde op dat moment: “Dat valt niet op voorhand te zeggen”. Er is aldus nog veel onduidelijkheid op dit vlak.

Auteursrechten en de AI-verordening

De AI-verordening staat ook (nog) niet uitgebreid stil bij de bescherming van auteursrechten. Met de voorgestelde wijzigingen door het Europees Parlement is wel ‘generatieve AI’ gedefinieerd, waarbij een verplichting is opgelegd aan aanbieders van dergelijke AI om “onverminderd nationale wetgeving inzake auteursrechten, een voldoende gedetailleerde samenvatting vast te leggen en openbaar te maken van het gebruik van trainingsdata die auteursrechtelijk beschermd zijn (artikel 28b lid 4 sub c).” Op deze manier kan eventueel worden gehandhaafd op auteursrechtelijke inbreuken in de trainingsdata. Het is de vraag of mogelijke auteursrechtelijke inbreuken door alleen deze toevoeging voldoende worden geadresseerd in de AI-verordening of dat hier later nog aanvullende (nationale of Europese) wetgeving voor wordt ontworpen.

Conclusie

Voor nu moet geconcludeerd worden dat de antwoorden op beide vragen nog vrij onzeker zijn. Een onbewerkte creatie van AI lijkt geen auteursrechtelijk beschermd werk te zijn. Dit brengt met zich mee dat anderen ook aan de haal mogen met dergelijke werken. Voor organisaties die gebruik maken van generatieve AI voor bijvoorbeeld teksten of afbeeldingen op hun websites is het van belang dit te beseffen. Ook kan AI inbreuk maken op auteursrechten van anderen en ook vanuit dit oogpunt moet aldus worden opgepast met het gebruik van generatieve AI en het publiceren van uitkomsten hiervan. Deze risico’s nemen uiteraard niet weg dat de inzet van generatieve AI ook ontzettend veel voordelen meebrengt en juist creativiteit kan stimuleren! Mocht u hierover vragen hebben of heeft u hierbij hulp nodig? Neem dan contact op met ons AI-team. Zij helpen u graag verder.

Eerder verschenen in deze blogreeks:

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief