Geldkraan dicht! Wat nu? Het crediteurenakkoord (1/7)

Einde steunpakketten voor banen en economie: wat zijn de mogelijkheden voor het saneren van schulden?

In dit eerste artikel gaan we kort in op de eerste mogelijkheid om schulden te saneren: het crediteurenakkoord.

Gerechtelijk vs buitengerechtelijk
Allereerst wordt het buitengerechtelijke crediteurenakkoord en het gerechtelijke crediteurenakkoord onderscheiden. In dit geval gaat het om het buitengerechtelijke crediteurenakkoord; een voorstel aan de schuldeisers tegen finale kwijting zonder dat u daarvoor langs de rechtbank moet. Over het gerechtelijke crediteurenakkoord schrijven wij later in deze reeks.

Het buitengerechtelijke akkoord
In de afgelopen jaren kunnen de schulden van een onderneming dusdanig zijn opgelopen dat het financieel niet mogelijk lijkt om het hoofd bovenwater te houden. Tegelijkertijd zou de kern van de onderneming levensvatbaar kunnen zijn. In dat geval kunt u overwegen om een crediteurenakkoord aan uw schuldeisers/de schuldeisers van de onderneming aan te bieden. Vaak wordt voor een dergelijk aanbod een externe financier bereid gevonden. Het is gebruikelijk om voor te stellen een bepaald percentage van de nog openstaande schuld te voldoen tegen finale kwijting.[1]

Het is essentieel dat u de schuldeisers en de hoogte van de schulden goed in kaart brengt. Vervolgens is het van belang om de betrokken schuldeisers goed en volledig te informeren over de gevolgen van een (geslaagd) akkoord en de gevolgen van de eventuele alternatieven. U kunt partijen immers niet dwingen om het aanbod, waarin u vraagt om een deel van de vordering af te schrijven, te accepteren. Het is eveneens belangrijk om inzicht te verstrekken in de financiële positie van de onderneming op het moment van het aanbieden van het akkoord en in de (nabije) toekomst. Alleen op die manier zullen schuldeisers bereid zijn het akkoord serieus te overwegen en zelfs te accorderen.

Zo zal een schuldeiser mogelijk best akkoord gaan met betaling van slecht een klein percentage van de vordering (bijvoorbeeld 10%) indien het alternatief een faillissement is. In dat laatste geval is de kans immers groot dat er niets meer wordt ontvangen.

Praktische aanpak
Praktisch kunt u – zodra u helder hebt welk aanbod u wenst te doen – al uw schuldeisers aanschrijven en per schrift verzoeken om in te gaan op uw concrete aanbod. In dat kader dient u wel rekening te houden met de meer preferente schuldeisers zoals bijvoorbeeld het UWV en de Belastingdienst. Deze partijen hebben vaak eigen beleid[2] waaruit volgt dat slechts medewerking wordt verleend indien zij het dubbele percentage van de overige schuldeisers ontvangen en het akkoord reddend is voor de onderneming. U dient daarmee vooraf rekening te houden bij de kosteninschatting van het akkoord. Uiteindelijk dient het bedrag – bij het slagen van een akkoord – immers wel betaald te worden.

Tot slot
Als uw onderneming in de kern levensvatbaar is, bestaan er aldus mogelijkheden om een nieuwe (financieel gezonde) start te maken. Overweegt u in dat kader het aanbieden van een crediteurenakkoord? Neem dan gerust contact op. Wij helpen u graag bij de inschatting van de kansen en met een concreet plan van aanpak. Dan kunt u spoedig van start.

In een reeks artikelen nemen advocaten Rowie Florijn en Alex in ’t Veld u in de komende drie weken mee in de mogelijkheden die u als ondernemer ter beschikking staan. Dit was het eerste artikel in de reeks.

  • 1: het crediteurenakkoord
  • 2: het WHOA-akkoord
  • 3: het surseanceakkoord
  • 4: de turboliquidatie
  • 5: de doorstart vanuit faillissement
  • 6: het faillissementsakkoord
  • 7: het WSNP-traject

[1] Een buitengerechtelijk crediteurenakkoord is vormvrij. Dat betekent dat ook kan worden voorgesteld dat een schuldeiser bijvoorbeeld aandelen verkrijgt tegen finale kwijting.

[2] Zoals de Leidraad Invordering van de Belastingdienst.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?