Nieuws

Franchiseovereenkomst met concurrentiebeding gesloten vóór 1 januari 2021?

Gepubliceerd op 11 mei 2021

Huurbetaling
De Franchisewet: Franchiseovereenkomst met concurrentiebeding gesloten vóór 1 januari 2021? Ook dan is de Franchisewet al van belang. Per 1 januari 2021 is de Franchisewet in werking getreden. De Franchisewet stelt verschillende eisen aan concurrentiebedingen in franchiseovereenkomsten. Voor franchiseovereenkomsten gesloten ná 1 januari 2021 geldt dat deze overeenkomsten in lijn moeten zijn met de Franchisewet. Voor franchiseovereenkomsten gesloten vóór 1 januari 2021 geldt ten aanzien van verschillende bepalingen uit de Franchisewet het overgangsrecht. Zo ook voor de bepalingen over het concurrentiebeding. Dit betekent in beginsel dat een concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst die gesloten is voor 1 januari 2021, op uiterlijk 1 januari 2023 in overeenstemming moet zijn gebracht met de hieraan in de Franchisewet gestelde eisen. Uit recente rechtspraak blijkt echter dat de rechter ook bij deze overeenkomsten al waarde hecht aan de Franchisewet. Zo zocht de rechtbank Overijssel op 24 februari 2021 voor de uitleg van de term ‘knowhow’  in een concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst gesloten vóór 1 januari 2021, aansluiting bij de in de Franchisewet gehanteerde definitie van dit begrip. De zaak De procedure gaat over een geschil tussen een franchisegever en een ex-franchisenemer ‘de makelaar’.  De franchisegever richtte  haar activiteiten op bemiddeling bij verhuur van onroerend goed en beheer van woonruimte. De franchisegever en de makelaar sloten een franchiseovereenkomst. Deze franchiseovereenkomst was getekend vóór 1 januari 2021. In de franchiseovereenkomst was een concurrentiebeding opgenomen, waarbij de makelaar zich tegenover de franchisegever verbond om gedurende twee jaar na afloop van de overeenkomst geen gelijksoortige werkzaamheden te verrichten ter bescherming van de door franchisegever aan franchisenemer overgedragen knowhow. De franchisegever vond dat de vestiging van de makelaar ondermaats presteerde en heeft op een gegeven moment de franchiseovereenkomst opgezegd. De makelaar zette vervolgens haar werkzaamheden zelfstandig voort in hetzelfde werkgebied als waar zij voorheen op basis van de franchiseovereenkomst actief was. De franchisegever vordert in de procedure nakoming van het concurrentiebeding. Het oordeel Uit de tekst van het concurrentiebeding  (hierboven onderstreept) volgt dat het beding het doel heeft de franchisegever in staat te stellen zijn knowhow aan de makelaar over te dragen, zonder het risico te lopen dat die knowhow aan concurrenten ten goede komt. De rechter beoordeelt in deze procedure of er sprake is geweest van overdracht van knowhow aan de makelaar. Voor de vraag wat precies onder knowhow moet worden verstaan gebruikt de rechter de definitie van knowhow zoals deze is opgenomen in de Franchisewet: “zijnde een geheel van niet door een intellectueel eigendomsrecht beschermde praktische informatie, voortvloeiend uit de ervaring van de franchisegever en uit de door hem uitgevoerde onderzoeken, welke informatie geheim, wezenlijk en geïdentificeerd is” De rechter stelt dat deze definitie ook van toepassing is op het hierboven behandelde geschil, omdat de Franchisewet een codificatie betreft van de in de praktijk reeds algemeen aanvaarde en gebruikelijke omschrijving van knowhow. Op basis van deze definitie is er alleen sprake van knowhow als er sprake is van kennis of informatie, die geheim, wezenlijk en geïdentificeerd is. In deze zaak heeft de rechter geoordeeld dat hier geen sprake van is, nu de makelaar al heel ervaren en opgeleid was voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst en alle informatie die zij van de franchisegever verkregen heeft algemeen toegankelijk was voor het publiek of gemakkelijk ergens anders te verkrijgen was. Tot slot Het voorgaande brengt mee dat de bepalingen in de Franchisewet over het concurrentiebeding ook nu al relevant zijn voor franchiseovereenkomsten gesloten vóór 1 januari 2021. In het concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst uit de hierboven behandelde zaak, werd letterlijk verwezen naar het begrip ‘knowhow’, zoals ook gebruikt in de Franchisewet. Uit deze zaak blijkt dat de rechter voor de invulling van dit begrip aansluiting zoekt bij de in de  Franchisewet opgenomen definitie. Het is dus te adviseren om alle franchiseovereenkomsten (nu al) in lijn te brengen met alle bepalingen van de Franchisewet, dus ook die waarvoor overgangsrecht geldt. Holla advocaten is gespecialiseerd in franchisezaken. Daarnaast hebben wij veel ervaring met het opstellen van (franchise)overeenkomsten en het voorkomen en oplossen van geschillen hierover. Wilt u weten of uw overeenkomsten in lijn zijn met de nieuwe Franchisewet? Of wilt u een (franchise)overeenkomst laten opstellen? Neem dan contact op met onze specialisten.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief