Nieuws
Weigering van passende functie leidt tot verlies van transitievergoeding
Gepubliceerd op 1 feb. 2021
Onze mensen
De werknemer wiens functie vervalt en die vervolgens een aanbod voor passende arbeid weigert, loopt het risico om het recht op transitievergoeding te verliezen.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent een uitspraak gedaan over de vraag of de werknemer die weigert mee te werken aan herplaatsing na verval van de functie het recht verspeelt op een transitievergoeding. Het gerechtshof heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Wat speelde er precies?
De feiten
De werkneemster in kwestie was werkzaam in de functie van kwaliteitsmedewerker in ploegendienst. De functie is per 1 september 2019 komen te vervallen en door het UWV is een ontslagvergunning verleend. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst vervolgens opgezegd. In deze opzegbrief heeft de werkgever aan werkneemster meegedeeld geen transitievergoeding te betalen omdat de werkneemster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld doordat zij geweigerd heeft een passende functie te vervullen.
Vervolgens is de werkneemster een procedure gestart waarin zij aanspraak maakte op de transitievergoeding, ter hoogte van ruim € 42.000,- bruto. De kantonrechter heeft het verzoek van de werkneemster afgewezen, waarna zij in hoger beroep is gegaan.
Vaststaat dat de werkgever functies heeft aangeboden om de werkneemster te herplaatsen. Partijen verschilden met elkaar van mening over de vraag of deze functies passend waren.
Als eerste heeft de werkgever werkneemster aangeboden dat zij haar werkzaamheden wel in dagdienst kon blijven verrichten. Werkneemster heeft dit aanbod geweigerd omdat zij in ploegendienst wilde blijven werken. Vervolgens heeft de werkgever haar een andere functie in dagdienst aangeboden, maar de werkneemster heeft die functie om dezelfde reden geweigerd. De echtgenoot van werkneemster werkt bij dezelfde werkgever en als de werkneemster haar werkzaamheden niet langer in ploegendienst zou verrichten, dan konden zij niet meer samen naar het werk reizen. Werkneemster reed met haar echtgenoot mee naar het werk vanwege het feit dat zij niet zelfstandig kon autorijden. Reizen met het openbaar vervoer was volgens de werkneemster geen optie.
Uiteindelijk is werkgever aan het bezwaar van werkneemster tegemoet gekomen en heeft zij haar een functie in ploegendienst aangeboden, te weten de functie van productiemedewerker E. Van een passende functie is sprake wanneer deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de werknemer. Gesteld noch gebleken is dat de aangeboden functie in deze zin niet passend was.
Werkneemster is echter niet op deze functie ingegaan.
Oordeel hof ’s-Hertogenbosch
Het hof oordeelt dat het gestelde zicht- en vervoersprobleem geen goede reden vormt om de functie van productiemedewerker E niet te aanvaarden. Dit betrof immers een functie in ploegendienst, waarmee werkgever tegemoet was gekomen aan het bezwaar van werkneemster tegen de twee eerder aangeboden alternatieve functies.
Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat werkneemster in elk geval de derde alternatieve functie (die van productiemedewerker E) niet had kunnen aanvaarden. Voor zover er hiervoor belemmeringen aan haar kant waren, had werkneemster hierover constructief overleg moeten voeren met de werkgever. Gelet op het voorgaande heeft werkgever de werkneemster niet kunnen herplaatsen wegens de weigerachtige houding van werkneemster. De werkneemster heeft naar mening van het hof onvoldoende onderbouwd dat de werkgever haar de alternatieve functies enkel ‘pour les besoins de la cause’ heeft aangeboden, om het dienstverband te kunnen beëindigen zonder transitievergoeding. Niettegenstaande het feit dat de uitzonderingsgrond van art. 7:673 lid 7, aanhef en onder c, BW terughoudend dient te worden toegepast, is naar het oordeel van het hof het handelen en nalaten van werkneemster in deze ernstig verwijtbaar. Daarom is werkgever geen transitievergoeding verschuldigd.
Het hof oordeelt tot slot dat de gegeven omstandigheden geen aanleiding geven om de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk toe te kennen, omdat het niet toekennen daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar zou zijn. Het feit dat de werkneemster twintig jaar bij de werkgever heeft gewerkt en goed heeft gefunctioneerd, legt daarvoor onvoldoende gewicht in de schaal.
Gevolgen voor de praktijk
Dit arrest onderstreept nog maar eens dat het een werknemer niet zo maar vrij staat om een aangeboden passende functie te weigeren. Niet alleen loopt de werknemer het risico op het mislopen van een WW-uitkering, ook loopt de werknemer het risico het recht op transitievergoeding te verliezen. De werkgever die zich hiermee geconfronteerd ziet, doet er goed aan advies in te winnen over het al dan niet moeten uitbetalen van de transitievergoeding.
Heeft u vragen over (de gevolgen van) een reorganisatie? Neem dan contact op met Marloes Stuurop of met één van de andere medewerkers van de Business Unit Arbeidsrecht.
Onze mensen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.