Nieuws
Belangenafweging in internationaal concern
Gepubliceerd op 22 aug 2025
Onze mensen
In samenwerking met
Motivering en informatievoorziening zijn cruciaal. De Ondernemingskamer tikte een werkgever op de vingers omdat nationale belangen niet waren meegewogen en de besluitvorming onvoldoende was onderbouwd. Ondernemers binnen een internationaal concern kunnen zich niet verschuilen achter cijfers op concernniveau. Ze moeten ook voor de Nederlandse entiteit een zorgvuldige afweging maken.
Wereldwijde herstructurering
Het bedrijf Micro Focus, onderdeel van het internationale concern OpenText, werd gereorganiseerd, waardoor 12 werknemers ontslagen moesten worden. Deze reorganisatie was het resultaat van een wereldwijde herstructurering, waarbij het bestuur van Micro Focus zelf niet betrokken was. Het bedrijf is dit besluit gaan uitvoeren door gesprekken te voeren met 12 medewerkers en hen een beëindigingsovereenkomst voor te leggen. Na protest van de ondernemingsraad besloot de werkgever de gesprekken ‘on hold’ te zetten en eerst advies te vragen aan de ondernemingsraad.
Na een adviestraject met meerdere overlegvergaderingen legde de werkgever het negatieve advies van de ondernemingsraad deels naast zich neer. Uiteindelijk werden alleen de voorwaarden voor beëindiging aanzienlijk verbeterd voor de werknemers. De ondernemingsraad besloot daarop beroep in te stellen bij de Ondernemingskamer. Daarbij voerde de ondernemingsraad drie hoofdargumenten aan:
- Er bestond geen wezenlijke invloed op het besluit, omdat sommige werknemers al een beëindigingsovereenkomst aangeboden hadden gekregen vóórdat advies was gevraagd.
- De personele gevolgen zijn niet passend opgevangen, omdat het oude sociaal plan niet is gevolgd en er geen nieuw sociaal plan voor in de plaats is gekomen.
- De ondernemingsraad heeft onvoldoende informatie gekregen over de beweegredenen van het voorgenomen besluit om deugdelijk te kunnen adviseren, en het besluit is onvoldoende onderbouwd.
Onvoldoende informatievoorziening en schending motiveringsplicht
De Ondernemingskamer ging deze argumenten één voor één langs.
- Wezenlijke invloed: de Kamer oordeelde dat niet per definitie geen invloed bestaat wanneer er reeds beëindigingsovereenkomsten zijn gesloten. Hoewel advies eigenlijk eerder gevraagd had moeten worden, maakte het latere adviestraject, dat bovendien leidde tot aanpassingen in het besluit, dat er toch sprake was van wezenlijke invloed.
- Sociaal plan: in deze casus speelde iets bijzonders. Het geldende sociaal plan verviel op 1 juli 2024, terwijl de beëindigingsgesprekken met de werknemers een dag later begonnen. Hoewel de Kamer dit opvallend achtte, kon niet worden bewezen dat er sprake was van opzet. Bovendien is een werkgever niet verplicht om een nieuw sociaal plan af te sluiten.
- Informatievoorziening: dit punt woog het zwaarst. De Ondernemingskamer achtte de informatievoorziening onvoldoende, omdat slechts werd verwezen naar de financiële cijfers van het internationale concern. De ondernemingsraad stelde terecht dat de belangen van de Nederlandse vennootschap moesten worden afgewogen tegen die van het concern. Daarvoor zijn nationale cijfers vereist, die de werkgever niet aanleverde – ook niet nadat dit expliciet was gevraagd in het negatieve advies. Volgens de Kamer is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om alle vereiste informatie aan te leveren. Uit het ontbreken hiervan bleek bovendien dat de belangen van de Nederlandse vennootschap niet waren meegewogen. Ook in de motivering van het besluit ontbrak een toelichting op die belangen. Daarmee heeft de werkgever niet voldaan aan de motiveringsplicht, en constateerde de Kamer dat het besluit kennelijk onredelijk was met het oog op de relevante belangen.
De Ondernemingskamer wees het verzoek van de ondernemingsraad toe, met dien verstande dat de rechtspositie van derden niet kon worden aangetast. De uitspraak tastte dus niet de rechtsgeldigheid aan van reeds overeengekomen beëindigingsovereenkomsten.
Conclusie
Een zorgvuldige motivering en informatievoorziening is essentieel voor een goed medezeggenschapstraject. De ondernemer moet inzichtelijk maken op welke gronden en op basis van welke informatie een voorgenomen besluit wordt genomen. Daarbij kan een ondernemer die deel uitmaakt van een (internationaal) concern zich niet verschuilen achter een belangenafweging op concernniveau, maar moet hij ook een zelfstandige afweging maken en motiveren voor de Nederlandse entiteit.
Wanneer een ondernemer dit nalaat, loopt hij het risico dat de Ondernemingskamer het besluit vernietigt en de gevolgen daarvan ongedaan moet maken.
Wilt u ook advies over uw medezeggenschapstraject? Neem contact op met één van onze specialisten.
Onze mensen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.