Nieuws

Q&A Medezeggenschap cliënten in de zorg (Wmcz 2018)

Gepubliceerd op 24 sep. 2024

I Stock 1270585031

Cliënten en patiënten hebben inspraak op het beleid van zorginstellingen. Veel zorginstellingen zijn verplicht een cliëntenraad in te stellen. De medezeggenschap van cliënten(raden) is geregeld in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018) en het bijbehorende Besluit Wmcz 2018.

In deze bijdrage beantwoorden wij verschillende vragen die te maken hebben met de medezeggenschap van cliënten(raden) en staan de Wmcz 2018 en de verplichtingen die uit deze wet voor zorginstellingen voortvloeien centraal.

De Wmcz 2018 is van toepassing op ‘instellingen’ als bedoeld in de Wkkgz: ‘een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent, een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of doen verlenen, alsmede een natuurlijke persoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen’.

De verplichting om een cliëntenraad in te stellen is afhankelijk gesteld van het aantal zorgverleners dat ‘in de regel’ (dus met een zeker continuïteit) in de instelling werkzaam is. Deze grens ligt bij 10 dan wel 25 zorgverleners, ongeacht of zij fulltime of parttime werken en ongeacht of zij in loondienst, op zzp-basis werken of gedetacheerd zijn.

Welke grens geldt, is afhankelijk van de soort zorg die wordt verleend.

De grens van 25 zorgverleners geldt voor instellingen:

  • waarin cliënten niet gedurende ten minste een etmaal kunnen verblijven;
  • én welke zorg niet bestaat uit zorg door medisch specialisten;
  • of welke zorg niet bestaat uit persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleging.

De grens van 10 zorgverleners geldt voor instellingen waarop de grens van 25 niet van toepassing is.

Ter illustratie: voor eerstelijns zorginstellingen (huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten) geldt de grens van 25. Voor ziekenhuizen, VVT-instellingen en instellingen voor gehandicaptenzorg geldt de grens van 10.

Ook onderaannemers (instellingen die in opdracht van andere instellingen zorg verlenen) vallen onder de reikwijdte van de Wmcz 2018. Onderaannemers die uitsluitend werkzaam zijn voor één opdrachtgever, kunnen aansluiting zoeken bij de cliëntenraad van de opdrachtgevende instelling. In dat geval is de cliëntenpopulatie van de beide instellingen immers gelijk en kan een personele unie van de leden in beide cliëntenraden worden gemaakt. In de wetsgeschiedenis is in dit verband de relatie tussen medisch specialistisch bedrijven (MSB’s) en ziekenhuizen genoemd. MSB’s en ziekenhuizen zijn sterk verweven met elkaar. Of het ook wenselijk is om een personele unie te vormen, moet per geval worden beoordeeld. Een personele unie kan ook nadelen hebben, zoals het effect dat informatie van de ene instelling ook beschikbaar is voor de cliëntenraad van de andere instelling.

Als ‘instelling’ in de Wmcz 2018 zijn ook begrepen rechtspersonen die binnen een groepsverband (concern) zorg doen verlenen. Dit volgt niet zozeer uit de tekst van de wet, als wel uit de toelichting op de wet (zie MvT, Kamerstukken II 2017/18, 34858, 3, p. 40). Zowel de moeder- als dochtermaatschappij zijn normadressaat van de Wmcz 2018.

Een cliëntenraad heeft de volgende rechten:

  • recht op informatie: de instelling moet (tijdig) alle informatie geven die de cliëntenraad nodig heeft om de belangen van patiënten en cliënten te behartigen;
  • recht op overleg: het bestuur van de instelling voert regelmatig overleg met de cliëntenraad over het beleid van de instelling;
  • recht op advies: de cliëntenraad mag gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad van bestuur. In de wet is uitgewerkt over welke onderwerpen de cliëntenraad mag adviseren;
  • recht van instemming: de cliëntenraad moet vooraf instemmen met bestuursbesluiten die directe gevolgen hebben voor de cliënten. In de wet is uitgewerkt ten aanzien van welke onderwerpen de cliëntenraad moet instemmen;
  • recht van enquête bij wanbeleid: de cliëntenraad heeft het recht om de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam te vragen om een onderzoek in te stellen naar het beleid en de gang van zaken van de instelling, als wordt vermoed dat sprake is van wanbeleid;
  • recht om een lid voor de raad van toezicht voor te dragen: de cliëntenraad mag ten minste één persoon voor de raad van toezicht voordragen;
  • recht op advies over profielschets lid raad van bestuur en raad van toezicht: de cliëntenraad mag advies geven over een profielschets voor een lid van de raad van bestuur en van de raad van toezicht.

Voor instellingen voor langdurig verblijf gelden extra verplichtingen (zie vraag 5).

Op zorgaanbieders voor langdurig verblijf (zoals gehandicapteninstellingen met woonvoorzieningen) rusten verdergaande verplichtingen dan niet-verblijfinstellingen:

◾ cliënten en hun vertegenwoordigers hebben recht op inspraak ten aanzien van aangelegenheden die direct van invloed zijn op hun dagelijks leven. Ook moeten zij worden geïnformeerd over wat met de resultaten van die inspraak is gebeurd;

◾ een cliëntenraad heeft adviesrecht ten aanzien van elk voorgenomen besluit over algemeen huisvestingsbeleid, een ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing van de instelling, en de selectie en benoeming van personen die leiding geven aan degenen die zorg verlenen aan cliënten;

◾ een cliëntenraad heeft instemmingsrecht ten aanzien van:

  1. het algemene beleid over voedingsaangelegenheden, geestelijke verzorging, recreatiemogelijkheden of ontspanningsactiviteiten en maatschappelijke bijstand (etmaalverblijf);
  2. een sociaal plan in geval van een ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing (langdurig verblijf);
  3. de inrichting van voor de zorgverlening bestemde ruimtes bij ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing (langdurig verblijf);

◾ een instelling met meerdere locaties is verplicht om voor elk van die locaties een cliëntenraad in te stellen, tenzij de behoefte ontbreekt of dit in redelijkheid niet is aangewezen.

Cliëntenraden hebben een adviserende rol bij voorgenomen besluiten over een fusie of duurzame samenwerking. Ook moet in de medezeggenschapsregeling worden geregeld hoe de cliëntenraad wordt betrokken bij de voorbereiding van dergelijke besluiten.

Cliëntenraden hebben ook een adviesrol bij (andersoortige) concentraties, zoals een joint venture, een bestuurlijke fusie of het verkrijgen van zeggenschap over een (zorg)onderneming. Als daarbij een zorgaanbieder met 50 of meer zorgverleners is betrokken, wordt aan cliëntenraden een adviserende rol toebedeeld. Voor het aangaan van een dergelijke concentratie is goedkeuring van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vereist. De NZa zal dan beoordelen of het oordeel en de aanbevelingen van cliënten(raden) over het voornemen tot concentratie en de wijze waarop zij dit kenbaar hebben kunnen maken, (tijdig) zijn ingewonnen en meegewogen.

De Wmcz 2018 voorziet in de mogelijkheid een centrale cliëntenraad in te stellen. Een centrale cliëntenraad is echter niet verplicht. Eerder is wel voorgekomen dat de LCvV heeft geoordeeld dat -ook als de wet er niet toe verplicht- in voorkomende gevallen, bijvoorbeeld bij een grote zorgorganisatie met een gelaagde zeggenschapsstructuur, een tussenlaag in de medezeggenschap een voor de hand liggend en aangewezen model kan zijn om te komen tot representatieve en effectieve cliëntmedezeggenschap.

Een centrale cliëntenraad biedt de mogelijkheid om te voorzien in een medezeggenschapsstructuur met decentrale cliëntenraden en een centrale cliëntenraad. Bij grote zorginstellingen (met diverse locaties en regio’s) kan een gelaagde structuur de voorkeur hebben, waarbij decentrale raden medezeggenschap hebben ten aanzien van besluiten die ‘hun’ locaties raken en de centrale cliëntenraad medezeggenschap uitoefent over algemene (locatie-/regio-overstijgende) onderwerpen.

Zijn er meerdere cliëntenraden ingesteld, dan is van belang een goed onderscheid te maken in de rechten en bevoegdheden van elke raad. Dit zal zijn uitwerking moeten hebben in de medezeggenschapsregeling(en). Het opstellen en wijzigen van deze regeling(en) behoeft de instemming van alle ingestelde cliëntenraden.

Een cliëntenraad moet de wensen en meningen van (vertegenwoordigers van) cliënten regelmatig inventariseren. Ook moet een cliëntenraad de (vertegenwoordigers van) cliënten informeren over zijn werkzaamheden en de resultaten daarvan. Bij de uitvoering van deze taken moet de instelling de cliëntenraad ondersteunen. De cliëntenraad betrekt bij zijn werkzaamheden de resultaten van inspraak en informeert de (vertegenwoordigers van) cliënten op welke wijze de raad dit heeft gedaan.

Een cliëntenraad kan in drie situaties door de instelling worden ontbonden:

  • als het aantal zorgverleners van de instelling zakt onder de grens waarboven een instelling een cliëntenraad moet instellen: in dit geval kan de instelling ervoor kiezen om de cliëntenraad vrijwillig in stand te houden dan wel te ontbonden. De cliëntenraad, de cliënten en hun vertegenwoordigers dienen over dit voornemen te worden geïnformeerd. Wordt gekozen voor ontbinding, dan moet de cliëntenraad nog in elk geval drie maanden in stand worden gehouden;
  • als sprake is van een belangrijke wijziging van omstandigheden bij een vrijwillig in stand gehouden cliëntenraad. Opheffing van de cliëntenraad kan gerechtvaardigd zijn bij een verdergaande inkrimping van taken en vermindering van het aantal zorgverleners;
  • als de cliëntenraad structureel tekortschiet in de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de cliënten.

Van structureel tekortschieten van een cliëntenraad is niet snel sprake. Uit alle omstandigheden tezamen moet een beeld oprijzen van een situatie die structureel dusdanig is dat de medezeggenschap niet meer het belang dient waarvoor zij in essentie is ingesteld, namelijk om de gemeenschappelijke belangen van de achterban te vertegenwoordigen.

Als een cliëntenraad niet met ontbinding instemt (wat voor de hand ligt) of niet meewerkt aan de verplichting om in overleg te treden met de instelling alvorens de instemming te onthouden, kan de zorginstelling de commissie van vertrouwenslieden om vervangende toestemming vragen. Toestemming geeft de commissie alleen als én sprake is van een structureel tekortschieten én er redelijkerwijs geen andere oplossing is dan ontbinding.

Tegen het oordeel van de commissie kan in beroep worden gekomen bij de Ondernemingskamer (OK). Een voorbeeld van een uitspraak van de OK over vermeend structureel tekortschieten van een cliëntenraad tref je hier aan (GJ 2023/84, met noot mr. Luijendijk).

Een geschil kan worden voorgelegd aan de commissie van vertrouwenslieden. Deze commissie wordt door de instelling in overeenstemming met de cliëntenraad of cliëntenraden ingesteld. Alternatief (en wat in de praktijk ook veelal wordt gevolgd) is dat een door een of meer cliëntenorganisaties en een of meer organisaties van instellingen ingestelde commissie van vertrouwenslieden wordt aangesteld. Een daarvan is de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV).

De commissie van vertrouwenslieden heeft tot taak te bemiddelen en zo nodig een uitspraak te doen. Van een uitspraak of een beslissing van de commissie van vertrouwenslieden kan in beroep worden gekomen bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam.

Ook kan door een cliëntenraad of een representatieve delegatie aan de OK worden verzocht om de instelling te bevelen een uitspraak van de commissie van vertrouwenslieden na te leven. Een voorbeeld van een uitspraak van de OK over het naleven van een beslissing van de commissie van vertrouwenslieden tref je hier aan (GJ 2023/82, met noot mr. Luijendijk).

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op naleving van de Wmcz 2018. Indien de IGJ constateert dat een instelling niet voldoet aan de wet, kan de IGJ verbetermaatregelen opdragen. In het uiterste geval kan de IGJ handhavend ingrijpen door middel van een last onder bestuursdwang.

De IGJ doet periodiek ook onderzoek naar de mate waarin cliënten daadwerkelijk medezeggenschap hebben. Zo onderzocht de inspectie het niveau van medezeggenschap tussen 2022 en 2024 bij 29 kleine en middelgrote woonvoorzieningen in de gehandicaptenzorg. In de tweede helft van 2024 kijkt de inspectie naar cliëntmedezeggenschap in de ggz.

Op grond van de Wmcz 2018 komen diverse categorieën kosten voor rekening van de instelling, dan wel van de cliëntenraad zelf.

Voor rekening van de instelling komen:

  • kosten voor de vervulling van de werkzaamheden van de cliëntenraad. Het gaat hier onder meer om kosten voor scholing, onafhankelijke ondersteuning en het voorleggen van een geschil of een verzoek aan een commissie van vertrouwenslieden;
  • kosten die een cliëntenraad maakt voor het voeren van rechtsgedingen over de toepassing van de Wmcz 2018 en kosten verbonden aan het indienen van nalevings- en enquêteverzoeken bij de OK. Deze kosten komen alleen voor vergoeding in aanmerking, als deze kosten redelijkerwijs noodzakelijk zijn en de instelling vooraf in kennis is gesteld dat dergelijke kosten worden gemaakt;

  • kosten voor het voorleggen van een verzoek door een representatief te achten delegatie van cliënten of hun vertegenwoordigers aan een commissie van vertrouwenslieden, waarbij het gaat om ontbinding van de cliëntenraad of het instellen van een lokale cliëntenraad. Uitgezonderd zijn de kosten van juridische bijstand in het kader van een ontbindingsverzoek;

Voor rekening van de cliëntenraad komen:

  • kosten van juridische bijstand voor het voorleggen van een geschil aan de commissie van vertrouwenslieden (tenzij anders afgesproken).

Wat voor de cliëntenraad van kracht is, geldt niet automatisch óók voor een representatieve delegatie geldt. Zie in dat verband een uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 17 april 2024 (GJ 2024/76, met noot mr. Luijendijk en mr. De Nijs).


Tot slot: de instelling kan in overeenstemming met een cliëntenraad de kosten die de cliëntenraad in een jaar zal maken, vaststellen op een bepaald bedrag dat de cliëntenraad naar eigen inzicht kan besteden. Kosten, anders dan de kosten voor het voeren van rechtsgedingen, waardoor het budget zou worden overschreden, komen slechts voor rekening van de instelling voor zover zij daarmee toestemt.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief