Nieuws

Is ING verplicht schadevergoeding te betalen aan slachtoffer Tinder Swindler?

Gepubliceerd op 25 aug. 2022

Onze mensen

I Stock 1352194767
Afgelopen februari kwam de veelbesproken documentaire ‘The Tinder Swindler’ uit. Hierin werd het verhaal verteld over een man die via datingapp Tinder verschillende vrouwen heeft opgelicht om zijn eigen luxe leven te financieren. Op 27 juli 2022 heeft de rechtbank Amsterdam vonnis gewezen in een zaak waarin een van deze vrouwen de ING bank heeft aangesproken op schending van haar zorgplicht. Eiseres (een Zweedse vrouw) had een geldbedrag overgemaakt naar een Nederlandse vrouw – tevens slachtoffer van de Tinder Swindler – en meent dat de ING haar had moeten waarschuwen dat er ongebruikelijke transacties plaatsvonden op de bankrekening van de Nederlandse vrouw.

De casus

Eiseres heeft via Tinder een man – ook wel bekend als de Tinder Swindler – ontmoet die achteraf een oplichter bleek te zijn. Op verzoek van deze man heeft eiseres in november 2018 ongeveer € 32.000,- van haar Zweedse bankrekening naar een ING bankrekening op naam van een Nederlandse vrouw overgemaakt. In juni 2018 heeft de fraudeafdeling van ING onderzoek gedaan naar financiële transacties van de Nederlandse vrouw in verband met een melding van American Express dat zij mogelijk slachtoffer was geworden van oplichting. Naar aanleiding van de uitkomst van dit onderzoek heeft ING in juni 2018 de persoonsgegevens van de Nederlandse vrouw opgenomen in het Incidentenregister en het Intern Verwijzingsregister (‘IVR’). Verder heeft ING haar gewaarschuwd dat zij slachtoffer was geworden van oplichting. Eiseres vordert bij de rechtbank schadevergoeding van ING en stelt dat ING onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, dan wel dat ING haar zorgplicht jegens eiseres heeft geschonden.

De beoordeling

De rechtbank vangt haar oordeel aan dat banken een centrale rol spelen in het betalings- en effectenverkeer en financiële dienstverlening. Zij zijn op die gebieden bij uitstek deskundig en beschikken over informatie die anderen missen. Die functie brengt volgens de rechtbank met zich dat ING een zorgplicht heeft tegenover haar cliënten én tegenover derden. De reikwijdte van deze zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval. Als een bank serieuze aanwijzingen heeft dat er iets mis is waardoor anderen financieel gevaar lopen, moet de bank tot actie overgaan, aldus de rechtbank. Dat ING zich de belangen van derden behoort aan te trekken strookt volgens de rechtbank met de omstandigheid dat banken een wettelijke taak hebben bij de bestrijding van financieel-economische criminaliteit. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat de bank niet zonder meer aansprakelijk is jegens derden, maar pas wanneer zij over relevante kennis beschikt of wanneer voor haar anderszins aanleiding bestaat dat zij in het belang van betrokken derden tot actie overgaat. De rechtbank overweegt dat van een bank, buiten de gevallen van wetenschap of serieuze aanwijzingen voor onregelmatigheden, in principe niet kan worden verlangd dat zij (nader) onderzoek doet naar mogelijke fraude. Het moet gaan om 'subjectieve wetenschap’ bij de bank van ongebruikelijke activiteiten en van het daaraan verbonden gevaar.

Subjectieve wetenschap en het daaraan verbonden gevaar

Volgens eiseres had ING subjectieve wetenschap omdat (1) de Nederlandse vrouw was geregistreerd in het Incidentenregister en het IVR en (2) op de rekening van de Nederlandse vrouw ongebruikelijke transacties hebben plaatsgevonden, namelijk het aanbieden van een cash cheque van $ 990.000,- die ING heeft geweigerd. De rechtbank oordeelt dat ING geen subjectieve wetenschap van ongebruikelijke activiteiten en daaraan verbonden gevaar voor derden had. Vast staat dat de Nederlandse vrouw vanaf juni 2018 op de radar van ING stond. ING heeft onderzoek naar de cheque gedaan en heeft de Nederlandse vrouw meerdere keren aangespoord om aangifte te doen. De rechtbank stelt vast dat uit de e-mailcorrespondentie blijkt dat ING de Nederlandse vrouw beschouwde als (mogelijk) slachtoffer van oplichting en dat alle maatregelen die ING richting haar nam er ook op gericht waren om haar te beschermen. Ter zitting heeft ING toegelicht dat de registratie in de registers door ING bedoeld was om te voorkomen dat een aanvraag van kredietproducten door de vrouw klakkeloos zou worden goedgekeurd. De rechtbank stelt vast dat eiseres haar overboekingen in november 2018 heeft gedaan en oordeelt dat toen niet is gebleken dat ING subjectieve wetenschap had van ongebruikelijke activiteiten die gevaar voor derden konden opleveren. ING wist toen niet dat de rekening van de vrouw werd gebruikt voor oplichtingspraktijken door de man. Pas in maart 2019 wist ING dat zij een rol speelde in de oplichtingspraktijken en dat daarmee ook gevaar op schade voor derden bestond, maar toen was het kwaad al geschied, aldus de rechtbank. De rechtbank wijst de vorderingen van eiseres af.

Interessante artikelen voor u

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief