Nieuws

Letsel door val hindernis: organisatie aansprakelijk?

Gepubliceerd op 26 apr. 2024

Onze mensen

I Stock 1364255088

Begin dit jaar lag bij de Rechtbank Den Haag de vraag voor of de organisatie van een hindernisbaan -ook wel obstacle run- aansprakelijk kan worden gehouden voor letselschade van een deelnemer. Eerst komen de feiten van deze zaak aan bod, waarna het oordeel van de rechter zal worden besproken.

De feiten

De feiten in deze zaak zijn als volgt. Op 18 augustus 2019 heeft eiser, het slachtoffer, deelgenomen aan een hindernisbaan in Zevenhuizen. Gedaagde in deze zaak was de organisatie van de hindernisbaan. De desbetreffende hindernisbaan was een hindernisbaan van één kilometer op het water, waarbij de deelnemers van obstakel naar obstakel zwemmen met als doel de vijftien obstakels zo snel mogelijk te passeren. In deze zaak ging het mis bij het derde obstakel van de hindernisbaan. Dit obstakel is ongeveer 5 tot 6 meter lang, 7,5 meter breed en 2,5 meter hoog met twee schuine zijden met opblaasbare treden. Eiser beklom het obstakel en eenmaal bovenop wilde hij naar beneden springen. Tijdens het springen gleed eiser uit en viel hij met zijn hoofd naar beneden op de onderste zwarte band van het obstakel. In het Erasmus Medisch Centrum werd onder meer een dwarslaesie vastgesteld bij eiser.

Harde randen

Op 4 oktober 2019 heeft eiser gedaagde aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden en nog te lijden schade. Eiser stelt dat de organisatie achter de hindernisbaan onrechtmatig heeft gehandeld (artikel 6:162 BW jo. artikel 6:74 BW). De rechtbank toetst of sprake is van onrechtmatige daad aan de zorgvuldigheid die in maatschappelijke zin mag worden verwacht. Het uitgangspunt daarbij is dat gedaagde als professionele sportevenementorganisatie verantwoordelijk is voor een veilige sportomgeving van de deelnemers. Gedaagde kan de omstandigheden creëren voor hoe het evenement kan verlopen en heeft een zekere mate van zeggenschap over de deelnemers. Eiser stelt dat gedaagde ervoor had moeten zorgen dat er geen harde randen aan de afspringkant van het obstakel zouden zijn. Gedaagde betwist dat er sprake was van harde randen en dat het obstakel een afspringkant had. De rand waar eiser op is gevallen was hard opgepompt omdat het noodzakelijk is voor gebruik; mensen moeten immers op de obstakels kunnen klimmen.

Conclusie

De rechtbank stelt vast dat er geen omstandigheden of feiten zijn aangevoerd of gebleken waaruit volgt dat het obstakel een gebrek vertoonde of onveilig of gevaarlijk was en voor deelnemers een te groot risico op letsel opleverde. Daarnaast was volgens de rechtbank geen sprake van een ‘afspringkant’ van het obstakel. Het obstakel was hierdoor niet gevaarlijk. Ook is de rechtbank van oordeel dat het risico om de rand te raken wanneer je van bovenop het obstakel afspringt voldoende kenbaar is voor eiser als volwassene. Er moet dan een relatief grote horizontale afstand worden overbrugd en zeker wanneer het obstakel nat en glad is, is het makkelijk om weg te glijden. Gedaagde had geen verplichting om eiser te waarschuwen voor gevaar of hem te verbieden van het obstakel af te springen. Zelfs als eiser wel had mogen springen, dan had eiser zelf moeten beoordelen of dat verantwoord was en zo ja, hoe hij dan zou springen. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld en wijst de vorderingen van eiser af. Het slachtoffer kan zijn schade in deze zaak dan ook niet verhalen op de organisatie van de hindernisbaan.

Holla legal & tax kan u bij het verhalen van uw letselschade in veel gevallen kosteloos bijstaan. Onze letselschade advocaten zullen u als slachtoffer zoveel mogelijk ontzorgen, zodat u zich volledig kunt richten op uw herstel. Informatie over wat wij voor u kunnen betekenen, hoe een letselschadezaak precies in zijn werk gaat en hoe het zit met de vergoeding van advocaatkosten, is te vinden op deze pagina.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief