Een kus op het oor is niet onrechtmatig

Twee geliefden liggen na een avondje uit samen in bed. De man geeft aan de vrouw een paar kusjes in haar hals en op haar oorlel. Volgens de vrouw komt die laatste kus midden op haar linkeroor terecht. Ze geeft aan dat zij dit niet fijn vindt. De man reageert vervolgens met "trek het je niet zo aan" of "stel je niet zo aan", waarop de vrouw zegt "zal ik dat ook eens bij jou doen?". De man stemt hiermee in, waarop de vrouw hem een kus op het linkeroor geeft. Sindsdien heeft de man klachten aan zijn oor, waaronder tinnitus. Twee weken na de kus is de relatie tussen de man en de vrouw geëindigd. De man heeft vervolgens de rechtbank Den Haag verzocht om bij wijze van deelgeschil voor recht te verklaren dat de vrouw aansprakelijk is voor de schade die de man zou lijden als gevolg van de kus. Die schade bestaat onder meer uit verlies aan verdienvermogen nu de man zijn werkzaamheden als plastisch chirurg niet meer volledig kan uitvoeren. De rechtbank wijst het verzoek van de man af: de kus op het oor van de man is niet onrechtmatig. Volgens vaste rechtspraak is een handeling waardoor iemand anders (onbedoeld) letsel oploopt alleen onrechtmatig, als de kans op een ongeval zo groot is, dat de ander zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dit gedrag had moeten onthouden. Met andere woorden: alleen als de vrouw de kus heeft gegeven terwijl zij wist (of moest laten weten) dat de kans groot was dat de man daardoor schade zou lijden, heeft zij onrechtmatig gehandeld. Vast staat dat de vrouw zich niet bewust was van de mogelijkheid dat de kus tot (het onderhavige) letsel zou leiden. Ook is het geen feit van algemene bekendheid dat een kus op het oor door de drukverandering die daardoor ontstaat letsel kan opleveren. De kans dat daadwerkelijk letsel ontstaat, is bovendien niet groot. De vrouw heeft de gevolgen van de kus dan ook niet hoeven te voorzien. Dat brengt de rechtbank tot de slotsom dat de vrouw met het geven van de kus niet onrechtmatig tegenover de man heeft gehandeld.