In artikel 6 van de Ambtenarenwet is vastgelegd dat een ambtenaar zich dient te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Maar wat nu als een ambtenaar dit niet doet? En welke rol speelt integriteit bij de beoordeling van het handelen van een ambtenaar? Een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel laat zien wat de gevolgen kunnen zijn voor een ambtenaar die niet integer handelt.
De zaak in het kort
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (de NVWA) is onderdeel van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De werknemers van de NVWA zijn ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. In deze zaak gaat het om een werknemer in de functie van inspecteur. Op enig moment is bij de teamleiding van werknemer twijfel ontstaan over de rechtmatigheid van de door werknemer ingediende lunch- en dinerdeclaraties en de rittenadministratie. Hij zou declaraties hebben ingediend zonder recht te hebben op een vergoeding. Ook zou hij privéritten als zakelijke ritten hebben geregistreerd. Na een aantal steekproeven is een vermoeden van integriteitsschending ontstaan en is er een formele melding gedaan. Er wordt vervolgens een nader feitenonderzoek gestart naar de aard en de omvang van de mogelijke onregelmatigheden met betrekking tot de declaraties en de rittenregistratie, waarbij ook werknemer wordt gehoord. De uitkomsten van dit onderzoek geven aanleiding tot een vervolgonderzoek en tijdens dit vervolgonderzoek wordt werknemer geschorst. Uit de resultaten van het vervolgonderzoek bleek dat er sprake was van heel wat onregelmatigheden, in het bijzonder ten aanzien van de rittenregistratie. Ook deze resultaten zijn gedeeld met werknemer. De NVWA verzoekt uiteindelijk de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden, primair op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e BW. Werknemer verweert zich hiertegen.Uitspraak
De kantonrechter constateert dat werknemer zich veelvuldig, langdurig en tegen beter weten in schuldig heeft gemaakt aan het ten onrechte opvoeren van zakelijke ritten en daarmee vergoedingen heeft ontvangen waar hij geen recht op had. Dat levert naar het oordeel van de kantonrechter een integriteitsschending op die de gevraagde ontbinding van de arbeidsrelatie op grond van verwijtbaar handelen of nalaten rechtvaardigt. Van een werknemer bij de NVWA wordt verwacht dat hij zich als een goed ambtenaar gedraagt. In artikel 6 van de Ambtenarenwet is vastgelegd dat een ambtenaar zich dient te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Werknemer heeft hiervoor ook een eed afgelegd. Daarnaast geldt voor werknemer de Gedragscode Integriteit Rijk, waarin hoog ingezet wordt op betrouwbaarheid en integriteit. Werknemer wordt geacht van de inhoud van deze gedragscode op de hoogte te zijn, zeker nu hij al lange tijd in dienst is van de NVWA. Het feit dat werknemer een bevlogen en gewaardeerde inspecteur is wiens persoonlijke leven voor een belangrijk deel door zijn werk werd beheerst praat de onterechte registraties niet goed. Op het gebied van vergoedingen mag onkreukbaarheid worden verlangd van werknemer. De kantonrechter ontbindt de overeenkomst tussen partijen omdat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van werknemer. De NVWA is werknemer geen transitievergoeding verschuldigd. Vragen? Neem contact op met één van onze arbeidsrechtadvocaten.Interessante artikelen voor u
Onze mensen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.