Nieuws

De aanspraak op smartengeld van een comateus slachtoffer

Gepubliceerd op 1 dec. 2022

Onze mensen

I Stock 1046447804

Het recht op smartengeld

Een slachtoffer van een ongeval heeft recht op een smartengeldvergoeding van de schadeveroorzakende partij. Smartengeld is een financiële vergoeding voor het persoonlijke leed van het slachtoffer. Het recht op smartengeld is een hoogst persoonlijk recht. Dat houdt in dat een slachtoffer zelfstandig mag beslissen of hij smartengeld wil vorderen en dat dit smartengeld zoveel mogelijk aan het slachtoffer zelf ten goede moet komen. Het slachtoffer moet bij leven aan de schadeveroorzakende partij mededelen aanspraak te willen maken op smartengeld (volgens artikel 6:95 lid 2 BW). Een vordering tot smartengeld is dan ook alleen overdraagbaar op erfgenamen wanneer het slachtoffer een dergelijke mededeling heeft gedaan. Het recht op smartengeld van het slachtoffer is overigens anders dan het recht op affectieschade van nabestaanden. Dit recht op affectieschade komt (bepaalde) nabestaanden namelijk zelfstandig toe. Indien een slachtoffer door een ongeval overlijdt of in comateuze toestand belandt, is een slachtoffer zelf niet meer in staat om mede te delen dat hij aanspraak wil maken op smartengeld. In het geval van direct overlijden komt een slachtoffer in de praktijk geen smartengeld toe. Het slachtoffer is dan zelf niet in staat geweest om smartengeld te vorderen of door een ander namens hem of haar te laten vorderen bij de aansprakelijke partij.

Smartengeld in het geval van een comateuze patiënt

Indien een slachtoffer na een ongeval in comateuze toestand in het ziekenhuis belandt, dan levert dit wettelijke stelsel onwenselijke situaties op. Een comateuze patiënt is namelijk niet in staat om aan de schadeveroorzakende partij mede te delen dat hij aanspraak wil maken op smartengeld. Vertegenwoordiging of waarneming door een ander kunnen hierbij een uitkomst bieden. Echter, het merendeel van de betrokkenen is hiervan niet op de hoogte en heeft bovendien iets anders aan zijn hoofd wanneer een dierbare in het ziekenhuis ligt. In de praktijk ontstaat dan ook vaak de onwenselijke situatie dat geen smartengeldvergoeding betaald hoeft te worden aan het slachtoffer, door het simpele feit dat bij leven geen mededeling werd gedaan. Een voorbeeld waarin deze situatie zich voordeed is een uitspraak van de Rechtbank Limburg van 24 maart 2022.

Mededelingsvereiste in strijd met redelijkheid en billijkheid?

Het voelt niet rechtvaardig wanneer de schadeveroorzakende partij geen smartengeldvergoeding dient te betalen aan (de nabestaanden van) het slachtoffer door het simpele feit dat geen mededeling werd gedaan. Dit terwijl het slachtoffer daar vanwege zijn medische toestand, veroorzaakt door de aansprakelijke partij, feitelijk niet toe in staat was. De rechtbank Midden-Nederland was dezelfde mening toegedaan. De nabestaanden van de door geweld omgekomen Carlo Heuvelman hebben zich bij het strafproces gevoegd met een civiele vordering tot schadevergoeding. Zij hebben een smartengeldvergoeding gevorderd voor het leed dat Carlo is aangedaan. Hij lag vijf dagen in comateuze toestand in het ziekenhuis voordat hij overleed. Er is geen mededeling gedaan aan de dader dat aanspraak wordt gemaakt op smartengeld. De rechtbank oordeelt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid (artikel 6:2 BW) onaanvaardbaar zou zijn indien de verdachte zich erop zou kunnen beroepen dat het slachtoffer geen mededeling heeft gedaan dat hij aanspraak maakt op vergoeding van de door hem geleden immateriële schade(smartengeld). Het slachtoffer is na het door de groep van verdachte toegebrachte letsel immers niet meer bij bewustzijn geweest (ECLI:NL:RBMNE:2022:4621, r.o. 10.4.4). De rechtbank heeft aldus het mededelingsvereiste op grond van de redelijkheid en billijkheid buiten spel gezet. Het is te hopen dat de strafrechter deze lijn consequent voortzet en dat de civiele rechter eenzelfde koers gaat varen, zodat aan comateuze patiënten ook een smartengeldvergoeding toekomt. In de praktijk zal dit er veelal toe leiden dat de smartengeldvergoeding na het overlijden van het slachtoffer vererft op de erfgenamen. De vraagt rijst of niet ook aan slachtoffers die direct overlijden na een ongeval een smartengeldvergoeding (aan de erfgenamen) moet toekomen, ook al is er geen mededeling gedaan. Anders ontstaat de situatie dat een dader van een onrechtmatige daad of misdrijf geen smartengeldvergoeding hoeft te betalen wanneer een slachtoffer direct overlijdt en wel wanneer dit slachtoffer enkele dagen in coma ligt. Heeft u vragen over de vererving van smartengeld of over het vorderen van smartengeld in het algemeen? Neem dan contact op met mij of één van mijn collega's.

Interessante artikelen voor u

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief