Nieuws

Schadevergoeding bij groepsaansprakelijkheid

Gepubliceerd op 3 jan. 2023

In samenwerking met

Ambulance
Als door een onrechtmatige gedraging van een persoon schade wordt toegebracht aan een benadeelde partij, dan kan de benadeelde partij deze schade verhalen op de dader. Een belangrijke vereiste hiervoor is dat de schade het gevolg is van die onrechtmatige gedraging. In juridische termen heet dit 'het causaal verband'. Wanneer er schade wordt toegebracht door de onrechtmatige gedraging van een groep, is het moeilijker om aan te tonen door welke deelnemer precies welke schade is toegebracht. Om te voorkomen dat een deelnemer van de groep zich aan aansprakelijkheid kan onttrekken door aan te voeren dat het causaal verband ontbreekt, is artikel 6:166 BW ingevoerd. Hierdoor hoeft de benadeelde partij niet langer het causaal verband tussen de schade en de gedraging van die deelnemer aan te tonen.

Artikel 6:166 BW

Artikel 6:166 BW wordt vaak toegepast in het geval van rellen, openlijke geweldpleging of bij een mishandeling door een groep. In dit artikel staat dat alle deelnemers hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de geleden schade van de benadeelde partij, indien één groepsdeelnemer onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het toebrengen van schade deze deelnemers hadden moeten weerhouden van hun gedragingen in groepsverband. In dat geval kan de benadeelde partij die schade lijdt elke deelnemer van de groep aanspreken voor de gehele schade. Hiervoor maakt het niet uit wat het aandeel van die persoon is geweest. Wel is vereist dat sprake is van een groepsoptreden, dat de schade is veroorzaakt door een onrechtmatige daad van een deelnemer en dat de aangesproken deelnemer wist of behoorde te begrijpen dat de groepsoptreden de kans voor het ontstaan van de schade schiep.

Jurisprudentie

Over dit onderwerp zijn verschillende interessante uitspraken te vinden. Zo is dit aan bod gekomen in de recente uitspraken in de Mallorcazaak. Enkele Nederlandse jongeren hebben op het Spaanse eiland deze zomer een andere groep mishandeld. Hierbij is een persoon om het leven gekomen. Enkele verdachten zijn recentelijk door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld voor openlijke geweldpleging dan wel (poging) tot doodslag gepleegd in vereniging. Bij de toekenning van schadevergoeding aan de nabestaanden en slachtoffers, heeft de rechtbank overwogen dat het niet uitmaakt of aan de verdachte ook het (zwaar) lichamelijk letsel ten laste is gelegd. Volgens de rechtbank was het voldoende duidelijk dat er is deelgenomen aan de gewelddadige gedraging in groepsverband en  dat er tussen die gedragingen een duidelijke samenhang bestond (ECLI:NL:RBMNE:2022:4621, r.o.10.4). De rechtbank oordeelt dat groepsgeweld tegen personen de kans met zich brengt dat aan die personen letsel wordt toegebracht. De aansprakelijkheid wordt gevestigd op het moment dat iemand daaraan deelneemt. Uit eerdere uitspraken is echter gebleken dat de toerekening van een onrechtmatige daad van een deelnemer aan de rest van de groep niet onbegrensd is. Het gaat dan om de gevallen wanneer een groepsdeelnemer zich (op een gegeven moment) onttrekt aan de groep of enkel bij die groep is gaan staan (ECLI:NL:GHAMS:2022:1334). Zo heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat enkel het aanwezig zijn bij strandrellen onvoldoende is voor het vestigen van aansprakelijkheid op grond van art. 6:166 BW (ECLI:NL:RBROT:2014:7209). Daarentegen oordeelt de rechtbank Midden-Nederland dat ook de personen die zich niet gedistantieerd hebben van een groep (die zich gewelddadig verzette tegen politie en de brandweer) hoofdelijk aansprakelijk waren. Dat onderbouwt zij doordat deze personen, door binnen de groep te blijven, de verdere vernielingen hebben ondersteund en zij hierdoor hebben bijgedragen aan het voortduren van het onrechtmatige verzet (ECLI:NL:RBMNE:2015:1378).

Conclusie

Bij de beoordeling of met succes de schade verhaald kan worden op een groepsdeelnemer, is het vooral van belang dat er tussen de groepsdeelnemers en hun gedragingen een zekere samenhang bestaat. De omvang van de bijdrage aan die groepsgedraging is hierbij niet doorslaggevend, maar wel of de gedraging van die deelnemer heeft bijgedragen aan het gevaar voor schade. Zoals dat vaak het geval is in de rechtspraak, zullen de omstandigheden van het geval de doorslag geven.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief