Nieuws

Nederlandse rechter onbevoegd ondanks het feit dat werknemer in Nederland woonde en werkte

Gepubliceerd op 7 aug. 2023

I Stock 1090431444
Wanneer is de Nederlandse rechter bevoegd in grensoverschrijdende arbeidszaken? Doorgaans is dat het geval als de werknemer in Nederland woont en/of werkt. Ik verwijs ook naar onze eerdere artikelen hierover: Bevoegdheid van de rechter in grensoverschrijdende arbeidszaken en Bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Maar op een hoofdregel zijn uitzonderingen, zoals deze uitspraak van de rechtbank Den Haag laat zien.

De casus

Deze kwestie draait om een Angolese werkneemster, die sinds 17 augustus 2013 werkzaam was als griffier c.q. klerk bij de ambassade van de Republiek Angola in Den Haag. Werkneemster woonde en werkte al bijna 10 jaar in Nederland, toen zij in mei 2022 te horen kreeg dat haar zending in Nederland eindigde. Dat betekende voor haar dat zij haar ambtswoning moest verlaten  en dat zij, samen met haar kinderen, waarschijnlijk niet langer in Nederland zou kunnen blijven. Een bijkomende omstandigheid is dat deze werkneemster aan een terminale nierziekte lijdt, waarvoor zij in behandeling is bij een Nederlands ziekenhuis. Deze behandeling is echter niet beschikbaar in Angola.

Standpunt werkneemster

De werkneemster start een procedure bij de kantonrechter in Den Haag. In de procedure vraagt zij de rechter om de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen en te beslissen dat zij recht heeft op doorbetaling van loon en behoud van de ambtswoning. Werkneemster stelt dat het Nederlandse recht van toepassing is omdat de arbeid in Nederland wordt verricht. Ook voert ze aan dat de rechter in Den Haag bevoegd is omdat zij haar werkzaamheden uitvoerde in Den Haag en de Republiek Angola daar is gevestigd.

Standpunt Republiek Angola

De Republiek Angola stelt dat de Nederlandse rechter geen bevoegdheid heeft, omdat er sprake is van immuniteit van jurisdictie op basis van internationaal gewoonterecht. De Republiek verwijst daarbij naar het VN-verdrag.

Oordeel kantonrechter

In beginsel heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht, omdat deze zaak gaat om een individuele arbeidsovereenkomst waarbij de arbeid in Nederland werd verricht. Deze rechtsmacht wordt echter beperkt door in het volkenrecht erkende uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen is artikel 11 lid 2 van het VN-verdrag. Dat artikel houdt kort gezegd in dat een staat beroep kan doen op immuniteit van rechtsmacht als het gaat om een werknemer die diplomatieke immuniteit geniet. Vast staat dat de werkneemster deze diplomatieke immuniteit genoot. De kantonrechter oordeelt dan ook dat de Nederlandse rechter onbevoegd is om over deze zaak te oordelen. De rechter voegt er nog aan toe dat hij het belang van werkneemster om in Nederland te blijven voor haar medische behandeling begrijpt. Dit belang vormt echter geen oordeel van de beoordeling of de Nederlandse rechter bevoegd is.

Conclusie

Grensoverschrijdend arbeidsrecht kan verschillende vragen oproepen. Welk recht is van toepassing, en welke rechter is bevoegd? Op de hoofdregels bestaan weer diverse uitzonderingen. Het op voorhand maken van contractuele afspraken over toepasselijk recht en bevoegdheid van de rechter is lang niet altijd mogelijk. Wordt u geconfronteerd met vragen over grensoverschrijdende arbeidskwesties? Neemt u dan gerust contact op met Marloes Stuurop, Martijn Huisman of Joris van Haalen.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief