Nieuws

Energiewet: data

Gepubliceerd op 24 feb. 2021

Data
Energiewet: de rol van data (inclusief persoonsgegevens) binnen het energiesysteem Tot 11 februari 2021 kon u reageren op het concept voor de nieuwe Energiewet. In deze bijdrage behandelen wij de rol van data binnen het energiesysteem. Deze bijdrage maakt onderdeel uit van een reeks. De inleidende bijdrage en de bijdrage over nieuwe marktinitiatieven vindt u respectievelijk hier en hier. Energiedata als grondstof voor het systeem De overgang naar een toekomstige CO2-vrije energievoorziening gaat (deels) gelijk op met de digitalisering van het energiesysteem. Denk aan de uitrol van slimme meetsystemen die op afstand uitleesbaar zijn. Dit resulteert in een snellere en meer gedetailleerde beschikbaarheid van meet- en verbruiksgegevens. In het verlengde daarvan ontwikkelt ook de gegevensuitwisseling binnen het energiesysteem zich steeds verder. Dit biedt diverse kansen. Zo kan data gebruikt worden om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Daarmee krijgt het energiesysteem de flexibiliteit die het nodig heeft om het grillige karakter van nieuwe energiebronnen (zoals zon en wind) op te vangen. Verder kan data worden ingezet om eindafnemers sneller en in meer detail inzicht te geven in hun verbruik en verbruikskosten, en om de financiële afhandeling te verfijnen (denk aan nauwkeurigere facturering en toerekening van onbalansverschillen). Ten slotte is er sprake van een transitie naar meer ‘zelfbeschikking door eindafnemers‘, zoals door verkoop van zelfopgewekte elektriciteit. Dit vraagt niet alleen om een betere en snellere toegang tot gegevens, maar ook om de mogelijkheid meer regie te voeren over eigen gegevens. In het licht van genoemde ontwikkelingen bevat het wetsvoorstel nadere regels rondom de verzameling, het beheer en de uitwisseling van gegevens binnen het energiesysteem. A. Verbeteren en rationaliseren van de meetketen Op de eerste plaats stelt de wetgever voor de meetketen te optimaliseren. Voor eindafnemers met een kleine aansluiting wordt onder meer een wettelijke meterplicht vastgelegd, waarin wordt bepaald dat de aangeslotene bij elk overdrachtspunt moet beschikken over een meetinrichting. Daarnaast komt bij kleine aansluitingen de meetverantwoordelijkheid in beginsel te rusten op distributiesysteembeheerders, inclusief de bevoegdheid en taak om op elk allocatiepunt een meetinrichting te plaatsen en te beheren. Met dat laatste krijgen genoemde systeembeheerders er een extra verantwoordelijkheid bij, terwijl het ’meetbedrijf’ in de huidige wet- en regelgeving komt te vervallen. Ten slotte biedt het wetsvoorstel ruimte om nadere kwaliteitseisen te stellen aan meetverantwoordelijke partijen. B. Versterken beschikbaarheid van hoogwaardige en hoogfrequente gegevens Op de tweede plaats beoogt het wetvoorstel transparantie te creëren en beter te borgen dat noodzakelijke gegevens te allen tijde beschikbaar en uitwisselbaar zijn. Binnen het energiesysteem worden al veel gegevens uitgewisseld, variërend van (technische) gegevens over aansluitingen tot verbruiksgegevens van afnemers. Het huidige wettelijke stelsel is echter onduidelijk en loopt, mede door de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (‘AVG’), tegen haar grenzen aan. Gevolg is dat relevante gegevens niet altijd (kunnen) worden uitgewisseld. Het wetsvoorstel legt daarom in meer detail vast welke gegevens voor welke processen gebruikt mogen worden, welke voorwaarden hiervoor gelden en welke actoren hierbij betrokken zijn (zie hierna onder C). Ook wordt met het oog op het functioneren van het energiesysteem voorgesteld om, onder strikte voorwaarden, de beschikbaarheid van hoogwaardige en hoogfrequente meetgegevens te vergroten. Een belangrijk onderdeel hierbij is het uitlezen van slimme meetinrichtingen bij een kleine aansluiting. Distributiesysteembeheerders krijgen de taak ieder kwartier (elektriciteit) of ieder uur (gas) meetgegevens te verzamelen. Dit biedt onder meer de mogelijkheid de kosten van een eventuele onbalans tussen energievraag en -aanbod nauwkeuriger toe te rekenen aan de eigenlijke veroorzaker daarvan. Dit moet resulteren in een eerlijkere financiële afwikkeling en een verlaging van (oplopende) maatschappelijke kosten. Natuurlijk moet wel zorgvuldig met meetgegevens worden omgegaan. Naast het expliciet vastleggen van processen en voorwaarden waaronder gegevens mogen worden gebruikt, schrijft het wetsvoorstel ook technische maatregelen voor. Zo moeten verbruiksgegevens voor de hiervoor genoemde toerekening van balansverschillen geaggregeerd worden tot op het niveau van de energieleverancier, de balanceringsverantwoordelijke en netgebied-combinatie, zodat de gegevens niet herleidbaar zijn tot individuele aangeslotenen. C. Grip op data: datadelen als fundament voor het systeem Op de derde en laatste plaats bevat het wetsvoorstel regels over het beheer van gegevens, zodat ook de toegang tot en de uitwisseling van deze gegevens beter geborgd wordt. In het wetsvoorstel worden zowel individuele transmissie- en distributiesysteembeheerders als nader aan te wijzen (markt)partijen verplicht tot het beheren van een ‘register’. In dit register moeten verzamelde en ontvangen gegevens duidelijk naar voren komen. Het voorstel stelt diverse eisen aan het beheer van deze registers, bijvoorbeeld ten aanzien van de kwaliteit van de gegevens en de gegevensbeveiliging. Ten behoeve van efficiënte en effectieve uitwisseling van gegevens acht de wetgever het van belang de hiervoor genoemde registers centraal en gestandaardiseerd te ontsluiten via een nieuw figuur binnen het energiesysteem: de gegevensuitwisselingsentiteit. De taken van deze entiteit worden uitgevoerd via een samenwerkingsverband van de systeembeheerders. Gelet op het publieke belang van gegevensuitwisseling stelt het wetsvoorstel ook hier nadere eisen, bijvoorbeeld ten aanzien van gegevensbeveiliging, identificatie en transparantie. Bovendien dient de gegevensuitwisselingsentiteit op een redelijke, transparante en niet-discriminerende wijze te handelen; de entiteit mag systeembeheerders dus niet bevoordelen boven andere betrokken partijen. Ten slotte legt het wetsvoorstel als gezegd vast welke gegevens voor welke processen uitgewisseld mogen worden, welke voorwaarden daarvoor gelden en welke actoren daarbij betrokken zijn. Daarbij maakt het voorstel allereerst onderscheid naar het karakter van de gegevens (namelijk gegevens die worden verzameld, aangeleverd, ontvangen, bewerkt, waartoe toegang is en die worden uitgewisseld). Vervolgens wordt onderscheid gemaakt naar de volgende processen:
  • het functioneren van het energiesysteem. Dit omvat een groot aantal processen, waaronder het gebruik van de aansluiting, het uitvoeren van metingen, de allocatie van elektriciteit en gas, het factureren, het garanderen van de leveringszekerheid en systeembeheer;
  • het verkrijgen van inzage door een aangeslotene. Hierbij wordt aangesloten op het algemene principe dat een aangeslotene de gelegenheid moet hebben om te zien welke gegevens over hem bekend zijn;
  • de uitwisseling op basis van een verplichting in een andere wet. Indien een andere wet verplicht tot de toegang tot of uitwisseling van (energie)gegevens van een aangeslotene aan een andere partij, dan kan daar onder dit wetsvoorstel invulling aan gegeven worden;
  • De uitwisseling op verzoek van de aangeslotene. Een aangeslotene kan zelf verzoeken om de toegang tot en uitwisseling van gegevens (van de aangeslotene) aan een derde partij;
  • Gegevens ten behoeve van de transitie naar een schone energievoorziening. Onder voorwaarden kan gebruik gemaakt worden van relevante gegevens, bijvoorbeeld ter voorbereiding van beleidsadvies of strategietrajecten. De Regionale Strategieën zijn hier een concreet voorbeeld van.
Bij een nog op te stellen ministeriële regeling zullen nadere regels worden gesteld over de exacte inrichting van de processen, de voorwaarden waaraan processen en gegevens moeten voldoen, en - kort gezegd - welke partijen bij de gegevensuitwisseling betrokken mogen zijn. Van belang is nog dat voor bovenstaande processen geldt dat het gedeeltelijk gaat om gegevens die aangemerkt kunnen worden als persoonsgegevens in de zin van de AVG. Een groot deel van de gegevens vallen echter ook niet onder de AVG (denk bijvoorbeeld aan bedrijfsgegevens of data die niet te herleiden is tot de betreffende natuurlijke personen). Desondanks is in het wetsvoorstel gekozen om, waar logisch en mogelijk, aan te sluiten bij de algemene beginselen van de AVG. Dubbele meldplicht incidenten Indien zich een inbreuk op de beveiliging van gegevens met aanzienlijke gevolgen voor persoons- en bedrijfsgegevens voordoet, dient de verantwoordelijke partij (bijvoorbeeld de gegevensuitwisselingsentiteit of de individuele transmissie- of distributiesysteembeheerder) dit incident onverwijld te melden. Opvallend is hier dat een dergelijke melding gedaan dient te worden bij de Autoriteit Consument en Markt (‘ACM’). Dat terwijl in beginsel de Autoriteit Persoonsgegevens (‘AP’) toezicht houdt op de naleving van de wettelijke regels voor de bescherming van persoonsgegevens. Het voorgaande neemt niet weg dat een inbreuk die verband houdt met persoonsgegevens (ook) gemeld moet worden bij de AP. Dit betekent dat er een dubbele meldplicht ontstaat. Het is dan ook van belang om in het hiervoor beschreven register scherp onderscheid te maken tussen persoonsgegevens en ‘gewone’ gegevens. Tot slot Uit het wetsvoorstel volgt dat de wetgever de uitwisseling van data beschouwt als fundament voor het energiesysteem. Wij zien eveneens een grote rol van data weggelegd bij de verduurzaming van onze energievoorziening. Bovendien vinden wij het een interessante ontwikkeling dat de ‘actieve afnemer’ binnen het energiesystem een belangrijke rol kan gaan spelen. Het voorstel roept echter ook vragen op, omdat de wetgever er – omwille van flexibiliteit – voor kiest een groot aantal regels pas later uit te werken bij ministeriële regeling. Naar onze mening komt dit de rechtszekerheid niet ten goede. Wij houden het verdere verloop van het wetgevingstraject nauwlettend in de gaten en houden u daarvan graag op de hoogte. Heeft u vragen over de Energiewet? Neem dan contact op met onze specialisten Freek Roosmale Nepveu, Femmie Schets, Mark van der Meijs, Ko Hamelink of Harald Wiersema. Het wetsvoorstel voor de Energiewet is niet het enige voorstel op de wetgevingsagenda voor de energietransitie. Zie bijvoorbeeld ook onze reeks bijdragen over de Wet Collectieve warmtevoorziening (Warmtewet 2) die vorig jaar in consultatie is gegaan en waarvan de wetgever onlangs de reacties heeft verwerkt.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief