Nieuws
Internetconsultatie Warmtewet 2
Gepubliceerd op 7 jul. 2020
Internetconsultatie Wet collectieve warmtevoorziening (Warmtewet 2), een nieuwe marktordening
Tot 3 augustus 2020 kunt u reageren op het concept voor de Warmtewet 2. Een eerste lezing van deze zeer ingrijpende nieuwe wet geeft de nodige stof tot nadenken. In deze bijdrage behandelen wij enkele aspecten van de nieuwe marktordening die wordt voorgesteld. Het wetsvoorstel heeft ook gevolgen voor tariefregulering, verduurzaming, en leveringszekerheid. Deze thema’s behandelen wij in latere, afzonderlijke bijdragen.
Ons land staat de komende jaren voor de enorme opgave de klimaatdoelen en de afspraken uit het klimaatakkoord te behalen. Hiervoor zal ook onze warmtevoorziening vrijwel helemaal CO2-neutraal moeten worden. Met het wetsvoorstel beoogt de wetgever de groei en verduurzaming van collectieve warmtevoorzieningen te faciliteren. De fundering van het wetsvoorstel bestaat uit vier thema’s, namelijk: i) marktordening, ii) tariefregulering, iii) verduurzaming, en iv) leveringszekerheid. In deze bijdrage staan wij stil bij het thema marktordening.
Nieuwe spelregels
De wetgever acht nieuwe spelregels nodig over welke partijen onder welke voorwaarden op de collectieve warmtemarkt actief mogen zijn of mogen toetreden, en welke rechten en plichten verbruikers hebben. Hieraan liggen twee belangrijke uitgangspunten ten grondslag.
Aan de ene kant voorziet de wetgever een regierol voor gemeenten bij de transitie naar een duurzame warmtevoorziening. De ervaring leert echter dat gemeenten op basis van de huidige warmtewetgeving onvoldoende sturingsmogelijkheden hebben om de ontwikkeling en verduurzaming van collectieve warmtesystemen te bevorderen met inachtneming van publieke belangen (betrouwbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid). Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit een recente procedure aangespannen tegen het warmteplan Sluisbuurt in Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2020:2413; zie ons artikel ‘Bestuursrechter vernietigt warmteplan, afbakening gelijkwaardigheid onrechtmatig’). In die zaak overwoog de rechtbank dat de gemeenteraad de wettelijke gelijkwaardigheidsbepaling (artikel 1.3 Bouwbesluit 2012) niet verder mocht afbakenen in het warmteplan.
Aan de andere kant signaleert de wetgever dat warmtebedrijven worden geconfronteerd met toenemende verwachtingen om te investeren in collectieve warmtesystemen, terwijl de investeringscondities verre van optimaal zijn. Zo bestaat er onder warmtebedrijven te veel onzekerheid over de vraag- en aanbodontwikkeling voor collectieve warmte op de lange termijn. Dit komt onder meer doordat het realiseren van nieuwe aansluitingen vaak anders (trager) loopt dan voorzien, en de ontwikkeling van nieuwe (duurzame) warmtebronnen in de praktijk weerbarstig is. Het spreekt voor zich dat onzekerheid over de vraag of warmtebedrijven hun kosten kunnen terugverdienen de groei van collectieve warmtesystemen eveneens in de weg staat.
Door de warmtemarkt opnieuw te ordenen, tracht de wetgever gemeenten voldoende mogelijkheden te geven de regie te voeren en warmtebedrijven meer zekerheid te bieden over hun inkomsten. Grofweg ziet de voorgestelde rolverdeling er als volgt uit:
- De gemeente stelt een gebied vast (het warmtekavel) waarin zij collectieve warmte overweegt (artikel 2.1, eerste lid). De omvang van het gebied moet dusdanig zijn dat er voldoende duurzame warmtebronnen en technisch-economische mogelijkheden zijn om een zelfstandig, duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar collectief warmtesysteem te exploiteren. Hiervoor wordt een toetsingskader opgenomen in de Warmtewet 2. Eventueel kunnen verschillende gemeenten ook samen een warmtekavel vaststellen.
- De provincie toetst of de omvang van de warmtekavels voldoet aan het toetsingskader in de Warmtewet 2 (artikel 2.1, vierde tot en met zevende lid). Eventueel kan zij de gemeente opdracht geven de omvang te wijzigen.
- De gemeente wijst een warmtebedrijf aan dat integraal verantwoordelijk is voor de aanleg en exploitatie van een collectief warmtesysteem binnen het vastgestelde kavel (artikel 2.3, eerste lid). De aanwijsprocedure moet transparant, non-discriminatoir en goed onderbouwd zijn, en wordt opengesteld voor zowel publieke als private warmtebedrijven. Bij de aanvraag voor een aanwijzing dient het warmtebedrijf onder meer kenbaar te maken hoe het verwacht het collectieve warmtesysteem aan te leggen, te exploiteren en te verduurzamen (artikel 2.3, vierde lid, onder c). Ook dient het warmtebedrijf een aantal documenten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) te overleggen waaruit blijkt dat het voldoende geschikt mag worden geacht om aangewezen te worden (artikel 2.3, tweede en vierde lid, onder a en b). De daadwerkelijke aanwijzing geldt voor minimaal 20 en maximaal 30 jaar.
- Met de aanwijzing wordt het warmtebedrijf niet alleen verantwoordelijk voor de aanleg en exploitatie van een collectief warmtesysteem (artikel 2.8), maar het krijgt in beginsel ook een exclusief recht om binnen het betreffende warmtekavel warmte te transporteren en te leveren (artikel 2.2). Hierdoor wordt het aangewezen warmtebedrijf in staat gesteld investeringen terug te verdienen. Het aangewezen warmtebedrijf is verplicht verbruikers binnen het warmtekavel aan te sluiten, tenzij verbruikers te kennen geven dat zij dat niet willen (verbruikers hebben een opt-out mogelijkheid).
[1] TNO (2019), Gemeentelijke besluitvorming warmtenetten, p. 8 en 9.
[2] Zie bijv. P.M. Waszink, ‘Rechtsbescherming bij de verdeling van schaarse radiofrequenties - Eerste deel van een tweeluik’, Mediaforum 2013-10.
[3] Zie bijv. ABRvS 7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1520.
[4] Kamerbrief start internetconsultatie Wet collectieve warmtevoorziening, p. 2.
[5] Overigens is bij de consultatie ook nog de vraag gesteld (c) welke nadere regels voor toegang tot warmtesystemen wenselijk zijn om de koppeling van warmtesystemen van verschillende warmtebedrijven beter mogelijk te maken.
[6] ACM (20 maart 2020), ‘ACM-advies over de rol van netbeheerders en netwerkbedrijven bij warmte’, p. 2.
[7] ACM (12 juni 2020), ‘Schets van maatregelen bij een rol van netwerkbedrijven op de warmtemarkt’.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.