Nieuws

Bestuurders willen elkaar schorsen: wie trekt aan het kortste eind?

Gepubliceerd op 17 okt. 2023

Pexels karolina grabowska 7876051
Een echtpaar -man en vrouw- was samen bestuurder van een onderneming die vastgoed koopt, verkoopt en beheert. Dit ging een lange tijd goed, totdat het stel huwelijksproblemen kreeg en zelfs in een echtscheidingsprocedure verwikkeld raakte. De privéproblemen van het stel leidden ertoe dat zij niet alleen privé, maar ook op zakelijk vlak niet meer konden samenwerken omdat zij het maar niet eens konden worden over beslissingen die de vennootschap aangaan. De vrouw was van mening dat de man zijn bestuurstaken niet goed uitvoerde en dat daardoor de bedrijfscontinuïteit in gevaar kwam. Andersom zag de man graag dat de vrouw als bestuurder geschorst werd, omdat juist zij degene zou zijn die niet in het belang van de vennootschap handelde. Wie trok in deze situatie aan het kortste eind, en belangrijker nog, wat waren de redenen daarvoor?

Wat was er aan de hand?

De vennootschap heeft in 2021 een verlies van ruim vijf ton geleden en tegelijkertijd werd er een terugbetaling geëist van een lening van 1.5 miljoen euro. Door de onenigheid tussen de man en de vrouw konden er geen beslissingen genomen worden, lukte het niet om een algemene vergadering van aandeelhouders te houden en de jaarstukken vast te stellen. Ook over het inschakelen van een advocaat om de belangen van de vennootschap te vertegenwoordigen bij de opeising van de lening, kon geen overeenstemming worden bereikt. Deze patstelling heeft ervoor gezorgd dat er sprake was van wanbeleid. Hoewel schorsing een zeer verstrekkende maatregel is, achtte de rechtbank dat wel nodig gezien de grote verliezen en de lening die op korte termijn zou worden opgeëist. De rechtbank was van mening dat het belang van de vennootschap in dit geval het meest werd gediend door de man te schorsen in plaats van de vrouw.

Waarom trok man aan het kortste eind?

De vrouw heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij al jaren voor de financiële kant van de vennootschap zorgde. Bovendien regelde zij al een geruime tijd de dagelijkse gang van zaken binnen de vennootschap. De rechtbank overwoog dat er weinig zou veranderen aan de feitelijke gang van zaken als de man zou worden geschorst, maar andersom zou dat wél het geval zijn. Bovendien was naar voren gekomen dat de man de belangen van de vennootschap ook niet altijd voorop leek te stellen. Hij eiste zeer regelmatig van de vrouw dat zij verantwoording aflegde over alles wat zij voor de vennootschap deed, zonder dat hij zelf enige actie ondernam. Zo claimde hij dat de vrouw ervoor had gezorgd dat hij geen toegang meer had tot de administratieve systemen en bankrekeningen. Uiteindelijk bleek dat deze toegangscodes persoonlijk waren (en dat de vrouw daar daarom ook niet bij kon) en dat hij deze al sinds 2017 al niet meer had gebruikt of gewijzigd. Verder had de man aan externe partijen berichten gestuurd die voor verwarring zorgden, onder meer dat hij de vennootschap alleen zou voortzetten en besprekingen daarom voortaan alleen met hem moesten plaatsvinden. De rechtbank overwoog dat dat niet alleen belemmerend, maar ook schadelijk was voor de vennootschap.

Tijdelijke maatregel

De rechtbank concludeerde dus dat de man degene is die zij schorste. Aan de schorsing werd wel de voorwaarde verbonden dat de man toegang moest behouden tot de administratieve gegevens en bankrekeningen van de vennootschap. Ondanks zijn schorsing als bestuurder moest hij deze toegang houden, omdat schorsing een tijdelijke maatregel is en omdat hij ook voor 50% de aandelen houdt. De toegang werd echter wel beperkt tot inzage. De vrouw vorderde een schorsing van vijf maanden omdat de echtscheidingsprocedure dan afgerond zou zijn. Er was volgens de rechtbank echter geen aanleiding om een termijn van vijf maanden aan de voorlopige maatregel te koppelen. Dat vond de rechtbank te lang en te onbepaald voor deze ingrijpende maatregel, en bovendien worden er in de echtscheidingsprocedure geen directe beslissingen genomen die de vennootschap aangaan.

Conclusie

Als twee partijen samen een onderneming starten, dan is het niet ongebruikelijk dat ieder 50% van de aandelen houdt. Vaak werkt dit prima. Als de meningen echter verdeeld raken, bestaat het risico op een patstelling of ‘deadlock’, zoals in deze zaak ook het geval was. Schorsing van één van de bestuurders is een ingrijpende maatregel die vergt dat er een belangenafweging plaatsvindt waarbij de voorzieningenrechter alle relevante feiten en omstandigheden meeweegt. Mocht de rechtbank tot het oordeel komen dat een schorsing nodig is, dan zal die altijd tijdelijk van aard zijn. [1] https://recht.nl/rechtspraak/uitspraak/?ecli=NL:RBMNE:2023:3932.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief