Aansprakelijkheid voor de vrijwilliger op de schaatsbaan

Aansprakelijkheid voor vrijwilliger

Met de winter in aantocht komen ook winterse activiteiten om de hoek kijken. Zo zullen steeds meer mensen de schaatsbaan opzoeken voor een rondje schaatsplezier. Op de schaatsbaan bestaat niet alleen gevaar voor bezoekers om te vallen, maar ook voor de vrijwilligers of medewerkers van de schaatsbaan. In onderhavig deelgeschil aanhangig bij de rechtbank Rotterdam van 7 oktober 2022 is een baanwacht ten val gekomen en verzoekt hij de kantonrechter te beslissen dat de stichting die het winterevenement (inclusief schaatsbaan) heeft georganiseerd aansprakelijk is voor zijn (im)materiële schade.

De casus

Eind 2019 heeft Stichting Winterterras (hierna: ‘Winterterras’) een winterevenement – bestaande uit een schaatsbaan en horecagelegenheid – georganiseerd. Verzoeker heeft zich bij Winterterras aangemeld als vrijwilliger voor de functie van baanwacht. De werkzaamheden van een baanwacht bestonden uit het houden van toezicht en controle op de schaatsers. Tijdens een try-out de avond voorafgaand aan de opening van het winterevenement heeft verzoeker zijn werkzaamheden op schaatsen uitgevoerd, waarbij hij ten val is gekomen en onder andere op zijn rechter elleboog terecht is gekomen.

Het geschil

Verzoeker heeft Winterterras aansprakelijk gesteld op grond van de werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:658 BW. Verzoeker verwijt Winterterras onder andere dat zij onvoldoende maatregelen heeft getroffen dan wel instructies heeft verstrekt om ongevallen zoveel als mogelijk te voorkomen.  Winterterras heeft volgens verzoeker een gevaarzettende situatie in het leven geroepen door de baanwachten hun werk op schaatsen uit te laten voeren en ook heeft Winterterras volgens verzoeker geen instructies gegeven over de wijze waarop de baanwachten zich op het ijs moesten gedragen.

Winterterras en haar aansprakelijkheidsverzekeraar NN voeren onder andere aan dat Winterterras wel heeft voldaan aan haar zorgplicht. Het was de baanwachten volgens Winterterras niet verplicht de werkzaamheden op schaatsen uit te voeren. Ook stellen zij dat Winterterras voldoende instructies heeft gegeven.

De zorgplicht

Verzoeker is het ongeval overkomen terwijl hij aan het werk was en toezicht hield op de schaatsers. Daardoor wordt voldaan aan het vereiste dat de schade is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden, aldus de kantonrechter. Vrijwilligerswerk valt namelijk volgens vaste rechtspraak onder het beschermingsbereik van art. 7:658 lid 4 BW. In beginsel is Winterterras aansprakelijk, tenzij zij stelt en indien nodig bewijst dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan of dat er sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid van verzoeker. Winterterras heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van opzettelijk of bewust roekeloos gedrag van verzoeker.

De kantonrechter vervolgt dat de zorgplicht mede wordt bepaald door de bekende “Kelderluik-criteria”. In dat kader overweegt de kantonrechter allereerst dat van een beperkt risico op valpartijen en/of letsel in elk geval geen sprake is. IJs is nu eenmaal glad en hard, schaatsen is niet voor iedereen even gemakkelijk en valpartijen op het ijs leiden met grote regelmaat tot letsel, aldus de kantonrechter. Daarbij hield Winterterras volgens de kantonrechter kennelijk al rekening met het risico dat er ongevallen op de schaatsbaan konden gebeuren, aangezien zij een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering bij NN had afgesloten.

De kantonrechter gaat voorbij aan het verweer van Winterterras dat de baanwachten niet verplicht waren om hun werkzaamheden op schaatsen uit te voeren. In de wervingsadvertentie stond uitdrukkelijk vermeld dat de baanwachten hun werkzaamheden op schaatsen moesten uitvoeren. Ook heeft de voorzitter van Winterterras medegedeeld dat de voornaamste reden was dat de baanwachten hun functie op schaatsen uitvoerden, omdat zij vooral mobiel moesten zijn om snel in te kunnen grijpen bij onverantwoord (schaats)gedrag of om te hulp te kunnen schieten bij bijvoorbeeld een valpartij.

Instructie over de eigen veiligheid

De kantonrechter betrekt in zijn oordeel dat de door Winterterras gegeven mondelinge instructies op een voorlichtingsavond voorafgaand aan het winterevenement voornamelijk zagen op de taak van de schaatsbaanwachten zelf (het toezicht houden) en niet op hun eigen veiligheid, terwijl dat – zeker bij schaatsactiviteiten – niet onbelangrijk is, aldus de kantonrechter. De kantonrechter stelt vast dat niet is uitgelegd op welke wijze de baanwachten op een zo veilig mogelijke wijze konden schaatsen, stilstaan en wat voor hen wel en niet was toegestaan op de schaatsbaan.

Van Winterterras had volgens de kantonrechter verwacht mogen worden dat zij enige vorm van instructie zou geven over de aan schaatsen verbonden risico’s. De kantonrechter overweegt dat Winterterras had moeten waarschuwen dat er altijd voorzichtig en niet te hard geschaatst mocht worden. Met name omdat de baanwachten enige tijd achter elkaar aan het werk waren, alert moesten blijven en in geval van calamiteit er snel bij moesten zijn. Volgens de kantonrechter kan juist onder die omstandigheden de aandacht voor de eigen veiligheid verslappen.

Ten aanzien van het stilstaan op de baan oordeelt de kantonrechter dat het niet altijd mogelijk is om alleen aan de zijkanten van de baan stil te staan, maar had Winterterras wel de instructie moeten geven zoveel als mogelijk aan de zijkant en op veilige plekken stil te staan.

Tot slot acht de kantonrechter het onder andere van belang dat niet bij verzoeker is gecontroleerd of hij uit de voeten kon op schaatsen. De kantonrechter gaat niet mee in de stelling van Winterterras dat vanwege het feit dat verzoeker zich had aangemeld voor een functie op schaatsen, Winterterras er ook van uit mocht gaan dat hij daadwerkelijk kon schaatsen. De kantonrechter concludeert dat Winterterras geen, althans onvoldoende instructies heeft getroffen om haar vrijwilligers te beschermen. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat Winterterras niet heeft voldaan aan de op haar rustende zorgplicht uit art. 7:658 lid 1 BW.

Conclusie

De kantonrechter komt tot de conclusie dat Winterterras aansprakelijk is voor de (im)materiële schade van verzoeker. Met deze deelgeschilprocedure hebben partijen relatief snel een oordeel gekregen over de aansprakelijkheidsvraag. Partijen kunnen met dit oordeel – zonder tussenkomst van de rechter – proberen tot afwikkeling van de schade te komen.

Aan alle schaatsbanen die het de komende winterperiode drukker krijgen: instrueer uw werknemers en vrijwilligers goed! Het gaat niet alleen om het houden van toezicht op de bezoekers, maar ook om de zorg voor de eigen veiligheid.

Interessante artikelen voor u

 

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?