Nieuws

Onzorgvuldig onderzoek naar (dis)functioneren chirurg

Gepubliceerd op 26 nov 2025

Ziekenhuis handelde onzorgvuldig bij onderzoek naar militair chirurg – rechtbank wijst schadevergoeding toe

Op 12 november 2025 heeft de rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een geschil tussen een militair traumachirurg en een ziekenhuis.

Kort samengevat verweet de chirurg het ziekenhuis dat het ziekenhuis zijn detachering ten onrechte had beëindigd, omdat het ziekenhuis het onderzoek naar zijn (dis)functioneren onzorgvuldig had uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek inderdaad deels onzorgvuldig was uitgevoerd en kende een (beperkte) schadevergoeding toe. In deze blog bespreken wij kort de casus, wat de rechtbank heeft geoordeeld en wat zorginstellingen hieruit kunnen leveren.

Achtergrond van de zaak

De betrokken chirurg was in dienst bij het Ministerie van Defensie en werd al sinds 2013 aan het ziekenhuis gedetacheerd. Vanaf 2019 waren er enkele ‘informele’ overleggen en afspraken over suboptimaal functioneren en in 2020 doorliep de chirurg een verzwaard Individueel Functioneren Medisch Specialist-traject (IFMS-procedure): een systeem dat gericht is op het evalueren en verbeteren van het professioneel handelen van medisch specialisten.

In 2023 had de vakgroep chirurgie een melding van een vermoeden van disfunctioneren gedaan. Daarop is het Reglement disfunctioneren in werking getreden. De Commissie van Onderzoek had na onderzoek geconcludeerd dat zij verwachtte dat er een verbetertraject mogelijk was met een beperkt takenpakket, duidelijke afspraken daarover, scholing en strikte begeleiding. Omdat de vakgroep voor die begeleiding echter te beperkt van omvang was en door verstoorde verhoudingen in de vakgroep, had de Commissie van Onderzoek geadviseerd om te bespreken of de chirurg in een andere omgeving te werk gesteld kon worden. Het ziekenhuis had, in het verlengde hiervan, de detachering uiteindelijk beëindigd.

De chirurg stelde, kort samengevat, dat het ziekenhuis onrechtmatig had gehandeld, omdat het onderzoek onzorgvuldig tot stand was gekomen en uitgevoerd. De chirurg stelde dat hij daardoor schade had geleden, waaronder reputatieschade, en vorderde een schadevergoeding.

Oordeel rechtbank

De meeste verwijten van de chirurg tegen het handelen van het ziekenhuis passeerde de rechtbank, omdat die verwijten onterecht of onvoldoende ernstig waren. Wel oordeelde de rechtbank dat het onderzoek deels onzorgvuldig was verlopen op twee punten:

1. Geen verbetertraject aangeboden

Op grond van het Reglement Functioneringsvraag moet er, vóór een melding van een vermoeden van disfunctioneren, eerst een interne verbetercyclus plaatsvinden, om het functioneren van de betrokken specialist te verbeteren. Die interne verbetercyclus had in dit geval niet plaatsgevonden. Hoewel er in de loop der jaren wel gesprekken waren gevoerd en afspraken waren gemaakt over supervisie, was niet (voldoende) duidelijk en concreet gemaakt dat het functioneren van de chirurg verbetering behoefde. Het verzwaarde IFMS-traject kon volgens de rechtbank niet als interne verbetercyclus worden gezien. Het ziekenhuis had hier, volgens de rechtbank ten onrechte, een stap overgeslagen.

2. Schending van hoor en wederhoor

Ten tweede was het onderzoek onzorgvuldig, omdat het eindrapport van de Commissie van Onderzoek niet in concept aan de chirurg was voorgelegd. Dat was in strijd met het Reglement functioneringsvraag. De chirurg had wel op het eindrapport kunnen reageren, maar toen was de Commissie van Onderzoek al ontbonden. De commissie had dus geen kennis kunnen nemen van de reactie van de chirurg vóór haar eindconclusie en advies. Dat achtte de rechtbank onzorgvuldig.

In het verlengde hiervan oordeelde de rechtbank dat het ziekenhuis de detachering ten onrechte had beëindigd. Het ziekenhuis had het voorstel van de Commissie van Onderzoek om een verbetertraject aan te bieden gepasseerd, zonder voldoende te onderbouwen waarom dat verbetertraject niet mogelijk was.

Schadevergoeding?

De chirurg vorderde een forse schadevergoeding voor onder meer toekomstige inkomensschade. Daar ging de rechtbank niet in mee: de chirurg bleef immers in dienst bij Defensie en er waren geen aanwijzingen dat Defensie de arbeidsovereenkomst door het onzorgvuldig handelen van het ziekenhuis zou beëindigen. De chirurg was bovendien alsnog bij Defensie aan het werk en werkte in andere ziekenhuizen.

De rechtbank oordeelde echter wél dat de chirurg immateriële schade had opgelopen vanwege reputatieschade. De chirurg had voldoende onderbouwd dat de beëindiging van de detacheringsovereenkomst impact op hem had gehad en dat hij in zijn eer en goede naam was aangetast. De rechtbank kende hem een schadevergoeding naar billijkheid toe van € 1.500, -.

Waarom is deze uitspraak relevant?

Uit deze uitspraak blijkt dat het belangrijk is dat een zorginstelling bij een melding van een vermoeden van disfunctioneren, in welke vorm dan ook, de juiste route neemt en daarbij (óók) de eigen procedures zorgvuldig volgt:

  • Volg het eigen reglement: zijn bepaalde stappen voorgeschreven vóór de start van een onderzoek naar het (dis)functioneren? Zoals een interne verbetercyclus of gesprekken waarbij specifieke personen aanwezig moeten zijn?
  • Als het toch tot een onderzoek naar een vermoeden van disfunctioneren komt, volg dan het geldende reglement en wijk daar niet zomaar vanaf.
  • Pas hoor en wederhoor toe: dat is niet alleen voorgeschreven in de meeste reglementen, maar óók een fundamenteel rechtsbeginsel.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief