Nieuws

Who let the dogs out?

Gepubliceerd op 21 jun. 2021

Onze mensen

Aansprakelijkheid bij hondenbezit
Who let the dogs out? Tijdens de coronacrisis is de vraag naar puppy’s verdubbeld. Logisch, want een rondje wandelen met een trouwe viervoeter ter afwisseling van het thuiswerken vormt een welkome afleiding van de dagelijkse sleur. Ook leverde het een geldig excuus op om – gewapend met een hondenpoepzakje – de avondklok te trotseren. Onlangs is het thuiswerkadvies van de overheid komen te vervallen. De deuren van kantoren gaan dus weer open. Het vaste blokje om rond de lunchtijd zal dan niet meer voor iedere hondenbezitter een gegeven zijn. Alternatieven zoals een uitlaatservice of een hondenoppas zullen naar verwachting aan populariteit gaan toenemen. Maar wat wanneer jouw hond op het oppasadres schade toebrengt? Of tijdens een rondje lopen met de uitlaatservice een voorbijganger bijt? Wie is dan aansprakelijk voor de door de hond veroorzaakte schade? Bezitter van hond aansprakelijk In art. 6:179 BW is bepaald dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor schade die door het dier wordt aangericht. De grondslag van deze risicoaansprakelijkheid is gelegen in het onberekenbare element dat in de eigen energie van het dier besloten ligt. Met het in huis halen van een dier wordt door de bezitter van het dier een risico op schade bij anderen in het leven geroepen. Dit maakt dat de schade die wordt veroorzaakt door het dier ex art. 6:179 BW voor rekening en risico van de bezitter komt. Schuld of verwijtbaarheid van de bezitter is voor aansprakelijkheid dus niet vereist. Bijt uw hond tijdens het uitlaten een voorbijganger, dan zult u – in beginsel – ex art. 6:179 BW de schade moeten vergoeden. Een ander laat uw hond uit Maar wat als u niet zelf de hond uitlaat, maar u uw hond toevertrouwt aan een professionele uitlaatservice of aan bijvoorbeeld de buurvrouw? Wie is er in die situatie verantwoordelijk voor schade die door uw hond wordt veroorzaakt? Zoals opgemerkt, rust de aansprakelijkheid voor dieren op de bezitter. Laat uw buurvrouw de hond uit, dan blijft u juridisch bezien bezitter van de hond. De buurvrouw kwalificeert namelijk niet als bezitter, maar als houder. Zij houdt de hond namelijk niet voor haarzelf, maar voor u. Als bezitter van de hond bent u ook wanneer een ander uw hond uitlaat aansprakelijk voor de schade die door uw hond wordt aangericht. Ook wanneer u uw hond onder brengt bij een hondenpension of een professionele uitlaatservice blijft u juridisch bezien de bezitter van de hond. In die situatie is het mijns inziens echter geen gegeven dat u als bezitter succesvol kan worden aangesproken voor door de hond veroorzaakte schade. Aansprakelijkheid van de bedrijfsmatig gebruiker Wanneer een dier wordt gebruikt in de uitoefening van een bedrijf van een ander, verlegt de aansprakelijkheid van de bezitter zich op grond van art. 6:181 BW naar degene die dit bedrijf uitoefent. Is sprake van een dergelijk bedrijfsmatig gebruik, dan is de bezitter niet meer risicoaansprakelijk voor de gedraging van zijn of haar dier. Cumulatie van deze twee risicoaansprakelijkheden is dus niet mogelijk. Deze verlegging van de aansprakelijkheid berust enerzijds op de overweging dat de benadeelde niet behoort te worden belast met de moeilijkheden die inherent zijn aan het onderzoek naar de identiteit van de aansprakelijke partij. Anderzijds berust de verlegging op de eenheid van de onderneming in het kader waarvan het dier wordt gebruikt, het feit dat bedrijfsmatig verrichte activiteiten in beginsel zijn gericht op het verkrijgen van profijt, en het feit dat van een ondernemer kan worden gevergd dat hij zijn bedrijfsrisico verzekert.[1] Of een hondenpension dan wel een professionele uitlaatservice kwalificeert als bedrijfsmatig gebruiker in de zin van art. 6:181 BW is mijns inziens echter geen uitgemaakte zaak. Wanneer de parlementaire geschiedenis wordt gevolgd, dan dient te worden geconcludeerd dat onder het bedrijfsmatig gebruiken van dieren in de zin van art. 6:181 BW, niet moet worden begrepen het bedrijfsmatig bewaren van dieren voor een ander.[2] Dit zou met zich brengen dat degene die in het kader van een bedrijf – én dus met een winstoogmerk – de zorg over een dier op zich neemt, niet aansprakelijk is voor de gedragingen van dit dier. Alsdan zou dus de bezitter aansprakelijk zijn. Mijns inziens is het echter verdedigbaar om een hondenpension of een professionele uitlaatservice wel als bedrijfsmatig gebruiker te kwalificeren. De achterliggende ratio van art. 6:181 BW gaat namelijk eveneens voor de bedrijfsactiviteiten van een hondenpension of een professionele uitlaatservice op. Daarbij is van belang dat bij de risicoaansprakelijkheid van de bedrijfsmatig gebruiker ex art. 6:181 BW het profijtbeginsel een sterke rol speelt. Wanneer sprake is van bedrijfsmatige bewaarneming van een dier, vormt dit dier de kern van de bedrijfsactiviteit. Ook de overige elementen die bij de verschuiving van de risicoaansprakelijkheid een rol spelen, zoals de eenheid van onderneming, de mogelijkheid tot het afsluiten van een verzekering en de vereenvoudiging van de zoektocht naar de identiteit van de aan te spreken persoon, vinden op de situatie waarin de bezitter de zorg over het dier aan een professionele bewaarnemer toevertrouwt, toepassing. Dit rechtvaardigt mijns inziens dat het risico dat gepaard gaat met het onberekenbare element dat in de eigen energie van het dier besloten ligt, verschuift van de bezitter van het dier naar het hondenpension dan wel de professionele uitlaatservice. Man’s best friend Buiten kijf staat dat er geen betere vriend is dan een trouwe viervoeter. Desondanks is het goed om niet te vergeten dat er risico’s verbonden zijn aan het bezit van een dier. Zoals vorenstaand is gebleken, bent u als bezitter namelijk aansprakelijk voor de gedragingen van uw hond. Dit kan mijns inziens anders zijn wanneer de hond schade veroorzaakt terwijl u de zorg voor uw hond bij een professionele bewaarnemer heeft ondergebracht. Vice versa dient de exploitant van een hondenpension of uitlaatservices zich eveneens rekenschap te geven van de risico’s die gepaard gaan met de bedrijfsuitoefening. Van belang is dan ook dat u gezien de mogelijke risico’s er zorg voor draagt dat u voldoende bent verzekerd. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Iris Cuijpers van de business unit Aansprakelijkheid, Verzekering en Vervoer   [1] Parl. Gesch. Boek 3, (Inv. 3, 5 en 6), blz. 1003. [2] Zie ook: Rechtbank Breda 16 januari 2008, ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2035.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief