Nieuws

Update rechtspraak gezondheidsrecht - oktober 2024

Gepubliceerd op 31 okt. 2024

Update rechtspraak gzr sept 2024

Deze update omvat een selectie van uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht die in de maand oktober op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. Elke uitspraak is voorzien van een inhoudsindicatie en een link naar de volledige uitspraak.

Rechtbank Midden-Nederland 18 september 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:5502)
Publicatiedatum: 8 oktober 2024

Inzage in het medisch dossier van overleden zoon als gevolg van suïcide in de periode dat hij in een zorginstelling woonde en onder behandeling stond van de GGZ. De moeder vordert afgifte van een kopie van het medisch dossier van haar zoon ex. artikel 7:458a lid 1. Zij heeft aannemelijk gemaakt dat zij een zwaarwegend en rechtmatig belang bij inzage heeft. Er is mogelijk sprake van een geschaad belang zonder inzage en inzage is noodzakelijk voor de behartiging van dit belang. Het handelen van beide instellingen roept vragen op en vindt bevestiging in het kwaliteitsrapport van de GGD. De instelling dient ook het intern onderzoeksrapport te verstrekken.

Rechtbank Den Haag 23 oktober 2024 (ECLI:NL:RBDHA:16985)
Publicatiedatum: 23 oktober 2024

Kort geding. De vordering van een vader tot het verstrekken van een afschrift van het medisch dossier van zijn in het Justitieel Complex Zaanstad (JCZ) door zelfdoding om het leven gekomen zoon is afgewezen. Er is niet voldaan aan de voorwaarden die de wetgever aan doorbreking van het medisch beroepsgeheim stelt. De zoon heeft bij leven geen toestemming gegeven om gegevens uit zijn medisch dossier met zijn vader te laten delen. Daarnaast is door JCZ aan de vader geen mededeling gedaan van een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de aan de zoon verleende zorg. Ook is niet gebleken dat de vader een zwaarwegend belang heeft bij het gevorderde afschrift. De vader heeft gesteld dat hij vermoedt dat fouten zijn gemaakt bij de medische behandeling van zijn zoon, maar hij heeft die vermoedens onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Rechtbank Den Haag 18 september 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:16297)
Publicatiedatum: 8 oktober 2024

Afwijzing van een verzoek tot vervangende toestemming medische behandeling in het kader van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter overweegt dat de beoogde inzet van een kindercoach en opvoedondersteuning in de thuissituatie niet kan worden aangemerkt als een medische behandeling.

Rechtbank Amsterdam 19 september 2024 (ECLI:NL:RBAMS:2024:5852)
Publicatiedatum: 10 oktober 2024

Kort geding. Mag de behandeling van een patiënt op de IC van Amsterdam UMC worden gestaakt of afgeschaald? Het oordeel of sprake is van medisch zinvol handelen is voorbehouden aan de arts. Volgens vaste rechtspraak kan de rechter het handelen van de arts alleen marginaal toetsen; dat wil zeggen dat alleen kan worden ingegrepen als de arts in redelijkheid niet had kunnen komen tot de gemaakte keuze. In MDO zijn de behandelend artsen tot de conclusie gekomen dat behandeling van de zoon van eiser medisch zinloos is voor zover die is gericht op herstel. Zij willen omschakelen naar palliatieve zorg, die erop gericht is om de zoon zoveel comfort als mogelijk te beiden. Het is niet aannemelijk dat er nog artsen zijn die mogelijkheden zien voor behandeling met als doel herstel. De vordering om het ziekenhuis te verbieden de behandeling te staken of af te schalen, is dan ook niet toewijsbaar.

Rechtbank Noord-Holland 25 september 2024 (ECLI:NL:RBNHO:2024:10060)
Publicatiedatum: 14 oktober 2024

Kort geding. Geschil over financiële en medische afwikkeling van nazorg en klachten van patiënten tussen plastisch chirurg en behandelcentrum waar hij heeft gewerkt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de chirurg en zijn praktijkvennootschap de patiënten die hij heeft behandeld nazorg moet verlenen, onder de in de beslissing opgenomen voorwaarden. De vordering om hen te gebieden klachten af te handelen wordt afgewezen net als het verbod tot het doorverwijzen van patiënten. De tegenvordering om een bedrag aan de chirurg en zijn praktijkvennootschap te betalen, wordt ook afgewezen.

Rechtbank Rotterdam 18 september 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:9561)
Publicatiedatum: 4 oktober 2024

Tussenvonnis. Rechtsverhouding zorgverzekeraar en niet-gecontracteerde zorgverlener. Gesteld ontbreken indicatiestelling en zorgplan, onrechtmatig handelen. Schade en causaal verband. Bewijsnood en extrapoleren onderzochte dossiers.

Gerechtshof Den Haag 8 oktober 2024 (ECLI:NL:GHDHA:2024:1722)
Publicatiedatum: 17 oktober 2024

Onderzoek van een Veilig Thuis-organisatie naar aanleiding van een melding. Reikwijdte van de bevoegdheden van Veilig Thuis-organisaties bij de uitvoering van de taken, geregeld in artikel 4.1.1 Wmo 2015. Interactie tussen Veilig Thuis-organisaties en zorgverleners. Verhouding tussen de bevoegdheden van Veilig Thuis-organisaties en patiëntrechten zoals voorzien in de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Inbreuk op het privéleven voldoende voorzien bij wet in de zin van artikel 8 lid 2 EVRM.

Rechtbank Den Haag 22 oktober 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:17188)
Publicatiedatum: 23 oktober

Klaagschrift 552a Sv. Medisch dossier. Er is sprake van een redelijk vermoeden van een ernstig strafbaar feit. Een patiënt is op een niet-natuurlijke wijze overleden in het ziekenhuis. Vaststaat dat de zuurstofslang op de verkeerde aansluiting is aangesloten en dat dit komt door menselijk handelen. Het ziekenhuis wil geen medewerking verlenen aan het horen van betrokken zorgverleners als getuigen en ook het laten kennisnemen door een forensisch arts van het medisch dossier wordt niet als een mogelijkheid gezien. Uit de toelichting van het ziekenhuis ter terechtzitting is bovendien gebleken dat het stellen van concrete vragen aan de verschoningsgerechtigden over de situatie voor en na het overlijden van de patiënt ook geen alternatief biedt. Er kan worden aangenomen dat de patiënt zelf zou hebben gewild dat bij een niet-natuurlijk overlijden, en een mogelijk levensdelict, een zo objectief en volledig mogelijk onderzoek zou worden ingesteld naar de schuldvraag. De rechtbank weegt verder mee dat is gevraagd om het medisch dossier over een beperkte specifieke periode, namelijk de vierentwintig uur voor het overlijden van de patiënt. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden die doorbreking van het verschoningsrecht rechtvaardigen.

Rechtbank Oost-Brabant 16 oktober 2024 (ECLI:NL:RBOBR:2024:4824)
Publicatiedatum: 16 oktober 2024

Een aantal gemeenten vordert terugbetaling van bedragen die zij te veel aan een zorgaanbieder zou hebben betaald. De zorgaanbieder heeft volgens de gemeenten te weinig uren aan begeleiding verleend. Aan de orde is de vraag of de zorgaanbieder op grond van de overeenkomst is gehouden om steeds een minimum aantal uren begeleiding te leveren, zoals de gemeenten stellen, maar de zorgaanbieder betwist. De rechtbank wijst de vorderingen van de gemeenten af.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief