Nieuws

Update rechtspraak gezondheidsrecht juni 2023

Gepubliceerd op 6 jul. 2023

I Stock 1302483442

Deze update omvat een selectie van uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht die in de maand juni op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. Elke uitspraak is voorzien van een inhoudsindicatie en een link naar de volledige uitspraak.

Rechtbank Rotterdam 9 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:4965

Een tandarts heeft zijn patiënt niet voorgelicht over de kosten van de behandeling en over het feit dat de zorgverzekeraar de behandeling in kwestie mogelijk niet (volledig) zou vergoeden. Dit wordt aangemerkt als een schending van de informatieplicht door de tandarts. De behandelingsovereenkomst wordt gedeeltelijk vernietigd, waardoor de patiënt een deel van de factuur niet hoeft te betalen.

Rechtbank Gelderland 14 juni 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3213

In deze zaak is sprake van een medische fout bij een ooglaserbehandeling en een schending van informed consent. De rechtbank stelt vast dat een causaal verband bestaat tussen de tekortkomingen van de zorgaanbieder en de schade van de patiënt. De mate van proportionele aansprakelijkheid wordt vastgesteld op 60%.

Raad van State 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2479

In deze zaak heeft de minister voor Medische Zorg een boete opgelegd van € 15.000 aan een maatschap wegens overtreding van artikel 84, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet. De overtreding zag op teksten op de website van de maatschap waarmee naar het oordeel van de inspecteur reclame werd gemaakt voor niet-geregistreerde geneesmiddelen. Dat is in strijd met artikel 84, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4419v

Beroep tegen gedeeltelijke afwijzing van de aanvraag om API-registratie (art. 38 Geneesmiddelenwet) gegrond. Volgens de rechtbank is er geen wettelijke grondslag voor afwijzing van de aanvraag omdat een registratie alleen kan worden geregistreerd voor werkzame stoffen. Dat argument kan dus geen grond voor afwijzing van de registratieaanvraag zijn. Beroep gegrond, vernietiging van de beslissing op bezwaar, met de opdracht om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank.

Rechtbank Gelderland 10 december 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6707

Beroep tegen de terugvordering van een deel van het persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) over 2018. Terugvordering ontstaan door betaling van de SVB uit het PGB aan een zorgverlener die vanaf februari 2018 geen zorg meer heeft verleend tot en met 30 juni 2018.

Voldoende aannemelijk gemaakt dat tijdig kenbaar is gemaakt dat de budgethouder met ingang van 1 februari 2018 zou overstappen naar een nieuwe zorgaanbieder. Het is daardoor aan de SVB, en in ieder geval niet aan (de voorganger van) eiseres, te wijten dat de overstap niet voortvarend administratief is verwerkt en dat de betalingen aan de oude zorgaanbieder niet vanaf februari 2018 zijn gestopt. Het zorgkantoor heeft daarom in redelijkheid geen gebruik kunnen maken van de bevoegdheid om (eventueel) onverschuldigd betaald persoonsgebonden budget van eiseres terug te vorderen.

Centrale Raad van Beroep 14 juni 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1172

De Wlz-indicatie van een cliënt wordt door het CIZ ingetrokken; de cliënt gaat daartegen in beroep. De Raad overweegt dat het CIZ onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat de indicatie niet langer passend was en besluit dat de indicatie blijft.

Rechtbank Rotterdam 20 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5216

WMO-aanvraag afgewezen. Eiseres had de kosten voor onder andere de WMO-voorzieningen mee moeten nemen in de onderhandelingen met de schadeverzekeraar in het kader van de getroffen schikking. In lijn met de bedoeling van de wetgever behoort het tot de eigen kracht en verantwoordelijkheid van eiseres om de aanspraken op schadevergoeding bij de aansprakelijke partij neer te leggen. Het regresrecht doorkruist deze eigen verantwoordelijkheid niet. Het convenant dat tussen de VNG en bijna alle schadeverzekeraars over de periode van 2015 tot en met 2018 is gesloten, is een privaatrechtelijke aangelegenheid, die de bedoeling van de WMO niet kan doorkruisen.

Rechtbank Amsterdam 9 mei 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:3344

Een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel wordt afgewezen omdat de medische verklaring is opgesteld op basis van een beoordeling via videobellen. Een medisch onderzoek mag alleen via beeldbellen worden verricht indien het onderzoek redelijkerwijs niet fysiek kan plaatsvinden. Dat is in deze zaak niet gemotiveerd.

Hoge Raad 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:824

In deze zaak gaat het om een zorgmachtiging met een vorm van verplichte zorg bestaande uit ‘het toedienen van anticonceptie in de vorm van de prikpil ter voorkoming van zwangerschap’. In het arrest van de Hoge Raad van 9 december 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1850) is echter besloten dat de gedwongen toepassing van anticonceptie niet kan worden aangemerkt als ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’ als bedoeld in artikel 3:2 lid 2, onder h, Wvggz. Op basis van dit arrest mocht de toediening van de prikpil dus niet op deze grondslag als vorm van verplichte zorg in de zorgmachtiging worden opgenomen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 juni 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4751

Een samenwerkingsverband van gemeenten biedt een zorgaanbieder geen raamovereenkomst aan omdat de zorgaanbieder een valse conformiteitsverklaring zou hebben afgelegd en onvoldoende personeel zou hebben om de opdracht van de gemeenten uit te voeren. Het gerechtshof gaat daar niet in mee en verplicht de gemeenten op straffe van een dwangsom om alsnog een raamovereenkomst met de zorgaanbieder te sluiten.

Gerechtshof Amsterdam 18 april 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:998

De zorgaanbieder verzocht bij de Landelijke commissie van vertrouwenslieden (LCvV) om op grond van artikel 13 lid 2 Wmcz 2018 vervangende toestemming te verkrijgen voor de ontbinding van de Centrale Cliëntenraad. De LCvV wees dit verzoek af. De zorgaanbieder verzoekt de Ondernemingskamer deze uitspraak te vernietigen en de cliëntenraad alsnog te laten ontbinden. De Ondernemingskamer oordeelt dat de hoge drempel die geldt voor ontbinding van een cliëntenraad niet wordt gehaald. Het verzoek van de zorgaanbieder wordt afgewezen.

Gerechtshof Den Haag 21 juni 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2877

Geldt de verstrekking van een (kostbaar) geneesmiddel in het buitenland aan een Nederlandse verzekerde als verzekerde zorg onder de Zorgverzekeringswet, ook al gold hiervoor destijds in Nederland nog geen handelsvergunning? Hof: ja (tussenarrest).

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 mei 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4604

Kort geding; welke voorwaarden mogen zorgverzekeraars stellen aan het verstrekken van machtigingen tot het verlenen van gespecialiseerde tweedelijnszorg (MSR) door niet-gecontracteerde revalidatieartsen? Het hof benadrukt dat het primaat bij de beantwoording van de vraag of een patiënt is aangewezen op MSR bij de specialist rust. De medisch adviseur dient om die reden bij de beoordeling van de onderbouwing die de specialist aan het verzoek geeft, uit te gaan van diens kennis en ervaring, en daarmee in beginsel ook van de juistheid van de conclusies die de specialist op grond van eigen onderzoek en bevindingen heeft gesteld.

Een belangrijke rol in de discussie daarover speelt het zogenoemde stepped-carebeginsel , dat ertoe leidt dat een machtiging voor medisch-specialistische revalidatiezorg niet wordt verleend als een minder intensieve behandeling in de eerste lijn mogelijk is. Het beginsel houdt in dat bij een patiënt altijd de meest effectieve, minst belastende, goedkoopste en kortste vorm van behandeling wordt aangeboden die mogelijk is, gezien de aard en de ernst van de problematiek.

Rechtbank Den Haag 6 april 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:7574

Kort geding, geldvordering zorgverlener wijkverpleging op zorgverzekeraar tot betaling declaraties afgewezen, aangezien de vordering onvoldoende aannemelijk is en eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat gedaagde bij de uitvoering van de materiële controle en het (fraude)onderzoek onrechtmatig heeft gehandeld.

Rechtbank Gelderland 24 mei 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3086

VGZ moet facturen zorgaanbieder betalen. Vorderingen van verzekerden op VGZ achteraf bij aktes van cessie overgedragen aan zorgaanbieder. Vorderingen vloeien voort uit verzekeringsovereenkomst. Dit is geen handelsovereenkomst dus geen wettelijke rente.

Rechtbank Noord-Holland 26 april 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:4366

Partijen hebben een dienstenovereenkomst gesloten. De rechtbank is van oordeel dat gedaagde de dienstenovereenkomst geldig heeft opgezegd maar dat zij een opzegtermijn van twee maanden in acht had moeten nemen. De rechtbank wijst de vordering af omdat er geen schade aan de kant van eiseres is. Gedaagde had namelijk geen verplichting om cliënten te plaatsen en mocht deze van de gemeente ook niet plaatsen. De tegenvordering van gedaagde tot schadevergoeding wegens het onrechtmatig gelegde conservatoire beslag wordt toegewezen. De tegenvordering van gedaagde om eiseres te veroordelen tot een contractuele boete wordt afgewezen. Eiseres heeft geen interne informatie van gedaagde aan cliënten verspreid.

Rechtbank Noord-Nederland 17 mei 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2240

Een zorgmedewerker is terecht ontslagen op staande voet na het tonen van pornografisch beeldmateriaal aan dementerende bewoner.

Rechtbank Gelderland 21 juni 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3463

Tandartspraktijk vordert dat voor recht wordt verklaard dat gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door te waarschuwen voor vervolging/handhaving indien tandartspraktijk niet-spoedeisende zorg zou blijven verlenen tijdens eerste coronalockdown. Afwijzing.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief