Geldt de verstrekking van een (kostbaar) geneesmiddel in het buitenland aan een Nederlandse verzekerde als verzekerde zorg onder de Zorgverzekeringswet, ook al gold hiervoor destijds in Nederland nog geen handelsvergunning? Hof: ja (tussenarrest).
Kort geding; welke voorwaarden mogen zorgverzekeraars stellen aan het verstrekken van machtigingen tot het verlenen van gespecialiseerde tweedelijnszorg (MSR) door niet-gecontracteerde revalidatieartsen? Het hof benadrukt dat het primaat bij de beantwoording van de vraag of een patiënt is aangewezen op MSR bij de specialist rust. De medisch adviseur dient om die reden bij de beoordeling van de onderbouwing die de specialist aan het verzoek geeft, uit te gaan van diens kennis en ervaring, en daarmee in beginsel ook van de juistheid van de conclusies die de specialist op grond van eigen onderzoek en bevindingen heeft gesteld.
Een belangrijke rol in de discussie daarover speelt het zogenoemde stepped-carebeginsel , dat ertoe leidt dat een machtiging voor medisch-specialistische revalidatiezorg niet wordt verleend als een minder intensieve behandeling in de eerste lijn mogelijk is. Het beginsel houdt in dat bij een patiënt altijd de meest effectieve, minst belastende, goedkoopste en kortste vorm van behandeling wordt aangeboden die mogelijk is, gezien de aard en de ernst van de problematiek.
Kort geding, geldvordering zorgverlener wijkverpleging op zorgverzekeraar tot betaling declaraties afgewezen, aangezien de vordering onvoldoende aannemelijk is en eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat gedaagde bij de uitvoering van de materiële controle en het (fraude)onderzoek onrechtmatig heeft gehandeld.
VGZ moet facturen zorgaanbieder betalen. Vorderingen van verzekerden op VGZ achteraf bij aktes van cessie overgedragen aan zorgaanbieder. Vorderingen vloeien voort uit verzekeringsovereenkomst. Dit is geen handelsovereenkomst dus geen wettelijke rente.