Rechtbank Gelderland 22 januari 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:504
Publicatiedatum: 10 februari 2025
Zorgverzekeringsrecht. Afwijzing. De toepassing van een bekostigingssystematiek is in de overeenkomst tussen zorgverzekeraar en medisch speciaalzaken overeengekomen. Er is niet gedwaald ten aanzien van de bekostigingssystematiek. De zorgverzekeraar is op grond van de zorgovereenkomst bevoegd om over te gaan tot verrekening bij overschrijding van de benchmark. Het vasthouden aan een bekostigingssystematiek is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. De rechtbank concludeert dat sprake is van zowel een aanleiding voor het toepassen van een benchmark als een zorgvuldige inrichting en invoering van de benchmark. Tevens is er geen sprake van een onrechtvaardige uitwerking van de bekostigingssystematiek, waarbij zowel de afhankelijke positie van de zorgaanbieder en de directe en indirecte zorgplicht van zorgverzekeraar jegens zorgaanbieder is meegewogen.
Rechtbank Gelderland 8 mei 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:9714
Publicatiedatum: 12 februari 2025
Zorgverzekeringsrecht; hulpmiddelenzorg; gedeclareerd op AGB-code van ontbonden vennootschap; onvoldoende meegewerkt aan controle; terugbetalingsverplichting zorgovereenkomst; persoonlijk ernstig verwijt bestuurder en gevolmachtigde; tegenbewijs tegen rechterlijk vermoeden van declareren van niet verleende en/of niet verzekerde zorg.
Rechtbank Den Haag 19 februari 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:2315
Publicatiedatum: 19 februari 2025
Kort geding; Zorgverzekeringswet, zorgplicht, preferentiebeleid, Stoppen-met rokenzorg (SMR-zorg), rechtsverwerking. De vordering van Teva tot staking van de inkoopprocedure inzake varenicline wordt afgewezen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet uitgesloten dat bij de verstrekking van geneesmiddelen als onderdeel van de SMR-zorg ruimte is voor preferentiebeleid, mits vaststaat dat de verschillende geneesmiddelen onderling uitwisselbaar of gelijkwaardig zijn. In dit kort geding is aannemelijk geworden dat de varenicline van de verschillende fabrikanten gelijkwaardig en uitwisselbaar zijn. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet aannemelijk dat de zorg waarop verzekerden op grond van de Zvw aanspraak hebben wordt beperkt door het preferentiebeleid van Zilveren Kruis inzake varenicline. Gelet hierop is de inkoopprocedure inzake varenicline naar voorlopig oordeel niet in strijd met artikel 11 Zvw. De te maken belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel.
Rechtbank Gelderland 25 februari 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:1468
Publicatiedatum: 25 februari 2025
Kort geding. Zorgverzekeringsrecht. Zorgverzekeraars moeten voorkeursbeleid voor CDK4/6-remmers staken. Op basis van de huidige onderzoeksresultaten kan niet (langer) worden volgehouden dat de drie CDK4/6-remmers een gelijke therapeutische waarde hebben en daarom onderling uitwisselbaar zijn. Dit terwijl het voorkeursbeleid dat sinds 1 januari 2025 wordt gevoerd vanwege bepaalde financiële afspraken tot gevolg kan hebben dat enkel het aangewezen voorkeursmiddel door de ziekenhuizen kan worden voorgeschreven. Dat die situatie zich voordoet, is aannemelijk. Dat is onrechtmatig tegenover de verzekerde die recht heeft op zorg die valt onder het verzekerde pakket en tegenover de leveranciers van die zorg. Daarnaast is de inkoopronde die aan het voorkeursbeleid ten grondslag ligt onzorgvuldig verlopen en is geen sprake van een objectief en non-discriminatoir toetsingskader.