Nieuws

Update rechtspraak Gezondheidsrecht augustus 2025

Gepubliceerd op 3 sep 2025

Update rechtspraak gezondheidsrecht augustus 2025

Deze update omvat een selectie van uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht die in de maand juli op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. Elke uitspraak is voorzien van een inhoudsindicatie en een link naar de volledige uitspraak.

Rechtbank Arnhem 18 april 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:6773

Publicatiedatum: 15 augustus 2025

Kort geding waarbij gegronde reden voor doorbreking medisch beroepsgeheim op grond van artikel 7:458a lid 1 sub c BW bestond.

Raad van State 6 augustus 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3682

Publicatiedatum: 6 augustus 2025

Bij besluit van 12 juli 2019 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens het handhavingsverzoek van appellante afgewezen. Het handhavingsverzoek zag op het optreden tegen het bewaren van een aantekening van verwijdering van het medisch dossier. Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de AP het door appellante daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Hiertegen gaat appelante in beroep. In hoger beroep is alleen nog in geschil of de rechtbank de Autoriteit Persoonsgegevens terecht heeft gevolgd in haar conclusie dat de zorgaanbieder de aantekening van het verwijderverzoek van appellante mag bewaren en zij daarom terecht heeft afgezien van handhaving. Het beroep wordt afgewezen; er mocht terecht worden afgezien van handhaving. De Raad van State oordeelt dat een aantekening van het verwijderen van het medisch dossier in het licht van de dossierplicht rechtmatig is, alsmede conform de AVG.

College van Beroep voor het bedrijfsleven 12 juni 2025, ECLI:NL:CBB:2025:337

Publicatiedatum: 19 augustus 2025 

Beslissing van de rechter-commissaris op een verzoek van de NZa om beperking van de kennisneming van een aantal vertrouwelijke stukken. Het gaat daarbij om excelbestanden met door huisartsenpraktijken aangeleverde gegevens ten behoeve van het kostprijsonderzoek om maximumtarieven voor de huisartsenzorg per 2025 te kunnen vaststellen. De rechter-commissaris wijst het verzoek grotendeels af. Gelet op het belang van partijen om voldoende inzicht te hebben in de gebruikte gegevens waarmee de NZa heeft gerekend, is aan partijen de vraag voorgelegd of het verstrekken van de excelbestanden aan (uitsluitend) de gemachtigden van deze partijen een werkbare oplossing zou kunnen vormen. Het door de NZa geschetste gevaar dat zorgaanbieders door het bekend worden van hun bedrijfsgegevens onevenredig worden benadeeld, wordt ondervangen door een aantal door de rechter-commissaris bepaalde voorwaarden. De NZa zal de excelbestanden moeten verstrekken aan de gemachtigden van partijen, die vervolgens de ruimte krijgen om die bestanden te laten onderzoeken door een specialist en/of om die bestanden te laten inzien, bestuderen of te bespreken binnen een klein groepje huisartsen.

Rechtbank Rotterdam 22 juli 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:10394

Publicatiedatum: 28 augustus 2025 

Wvggz. Schadevergoedingsverzoek ex artikel 10:12 lid 2 Wvggz. Verzoekster is met een crisismaatregel opgenomen. OvJ heeft geen verzoek tot crisismaatregel bij deze rechtbank ingediend. Verzoekster is na afloop van een crisismaatregel om die reden zonder titel opgenomen geweest. De zorgaanbieder is zelf verantwoordelijk voor het nagaan of er een titel is voor verplichte zorg. Op zich is het niet vreemd dat de zorgaanbieder, gezien jarenlange ervaring, verwacht dat de OvJ een verzoek indient, maar die verwachting is niet voldoende. Als de zorgaanbieder het niet controleert, dan neemt zij een risico waarvan de gevolgen aan haar kunnen worden toegerekend als het risico zich verwezenlijkt. Het kan anders liggen in de situatie waarin de zorgaanbieder actief navraag doet of een verzoek tot verlenging is ingediend en vervolgens foutief wordt voorgelicht. Die situatie doet zich hier echter niet voor. In lijn met de Oriëntatiepunten voor schadevergoeding in verplichte zorgzaken is een schadevergoeding van € 100,- per dag toegekend.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 15 mei 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:1349

Publicatiedatum: 6 augustus 2025

Wvggz. Schadevergoedingsverzoek. Het verzoek tot schadevergoeding is derhalve een onderdeel van de klachtprocedure en in zoverre geldt dat, in tegenstelling tot de situatie waarin op grond van art. 10:12 Wvggz een zelfstandig verzoek tot schadevergoeding aan de rechtbank wordt voorgelegd, tegen de beslissing van de rechtbank geen hoger beroep openstaat op grond van artikel 10:9 lid 3 Wvggz. Kortom, het schadevergoedingsverzoek dient in dat geval steeds in samenhang met de klacht te worden beoordeeld en volgt dus steeds de hoofdzaak (de klacht). Hiertegen kan slechts beroep in cassatie worden ingesteld, waarbij de Hoge Raad het cassatieberoep niet alleen ontvankelijk zal achten met betrekking tot de hoofdzaak, maar ook voor zover het betrekking heeft op de verzochte schadevergoeding. Het hof verwijst in dit verband naar de uitspraken van de Hoge Raad van 8 juli 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1042) en van 4 november 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1582). Nu GGZ niet in cassatie is gegaan tegen het oordeel van de rechtbank tegen de gegrondverklaring van de klacht, is GGZ dan ook niet-ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep.

Rechtbank Amsterdam 14 juli 2025 ECLI:NL:RBAMS:2025:4942

Publicatiedatum: 6 augustus 2025

Kort geding waarbij vorderingen om een artikel in dagblad Trouw te rectificeren en te laten verwijderen van de website worden afgewezen. De gewraakte uitlatingen (over een "omstreden bedrijf", dat "in opspraak is geraakt en dat "in gebreke bleef") over een zorggroep zijn niet onrechtmatig. Vrijheid van meningsuiting van Trouw weegt zwaarder.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief