Nieuws

Turboliquidatie: de rechtspersoon verdwijnt, maar het aansprakelijkheidsrisico niet

Gepubliceerd op 3 feb. 2022

Onze mensen

I Stock 1223916919

Het opheffen (“liquideren”) van een rechtspersoon zonder baten (actief) is toegestaan. De zogenoemde turboliquidatie is ook toegestaan als er nog schulden bestaan. U bewerkstelligt een turboliquidatie door een bestuursbesluit te nemen en een zogenaamd “artikel 17a- formulier” bij de Kamer van Koophandel in te dienen. De rechtspersoon houdt dan per direct op te bestaan. De turboliquidatie is snel en eenvoudig en kan daardoor een effectief middel zijn om een rechtspersoon op te heffen. Toch kleven er wel degelijk risico’s aan de turboliquidatie bijvoorbeeld uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid, zo bevestigde de rechtbank Gelderland recent.

Zijn er geen baten meer, maar bestaan er nog wel schulden? Dan blijven de schuldeisers - in beginsel - met lege handen achter. De rechtspersoon is immers 'verdwenen'. Om deze schuldeisers te beschermen, bestaan verschillende middelen om op te komen tegen een turboliquidatie. Uit een vonnis van de rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2021:6737) blijkt dat een bestuurder aansprakelijk kan worden gehouden door gebruik van de turboliquidatie. Het volgende speelde.

De casus

Het bestuur van een groep vennootschappen die zich toelegde op de productie en levering van verpakkingsmachines en industriële printers heeft een herstructurering uitgevoerd in september 2019. Aandelenbelangen in de groep werden verkocht en 60% van de aandelen werd ondergebracht in een nieuwe holdingvennootschap. Het bestuur heeft vervolgens één werkmaatschappij ontbonden door middel van de turboliquidatie.

Juist met deze werkmaatschappij bestond nog een geschil met een afnemer van een machine. Deze afnemer had - omdat de machine niet werd geleverd - de koopovereenkomst ontbonden en de werkmaatschappij verzocht de betaalde koopsom van circa € 410.000,- terug te betalen. De betaling volgde niet, waarna de afnemer beslag probeerde te leggen ten laste van de werkmaatschappij. Dat beslag trof geen doel, de werkmaatschappij was immers ontbonden na turboliquidatie. Bij verstekvonnis heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat de koopovereenkomst is ontbonden en dat de werkmaatschappij gehouden was om onder meer de koopsom terug te betalen aan de afnemer.

De afnemer had ook beslag gelegd ten laste van de bestuurders van de werkmaatschappij. Volgens de afnemer is het de bestuurders te verwijten dat het niet meer mogelijk was om het verstekvonnis uit te voeren (te executeren) nu in de tussentijd de turboliquidatie was bewerkstelligd. De afnemer hield het bestuur daarvoor verantwoordelijk én aansprakelijk.

Aansprakelijkheid bestuurders werkmaatschappij?

De vraag die bij de rechtbank voorlag was: zijn de bestuurders van de werkmaatschappij aansprakelijk? Het uitgangspunt is dat alleen de rechtspersoon (in dit geval: de geturboliquideerde werkmaatschappij) aansprakelijk is. Er bestaan uitzonderingen, maar er moet dan sprake zijn van bijzondere omstandigheden. Er moet sprake zijn van een persoonlijk ernstig verwijt. In deze kwestie achtte de rechtbank de omstandigheid van belang dat de bestuurder vijf dagen nadat de afnemer de juridische procedure was begonnen heeft besloten over te gaan tot een turboliquidatie. Daardoor is de afnemer als schuldeiser benadeeld. Van belang is daarbij dat de activiteiten van de werkmaatschappij na de herstructurering binnen de groep werden voortgezet en de schulden zoveel mogelijk waren overgenomen door andere entiteiten. Alleen de afnemer bleef achter met een vordering, terwijl de bestuurders op de hoogte waren van deze vordering en de juridische procedure die aanhangig was gemaakt.

Conclusie

Onder deze omstandigheden ligt het volgens de rechtbank op de weg van de bestuurder om rekening te houden met de juridische procedure van de afnemer. De turboliquidatie heeft immers tot rechtstreeks gevolg dat de afnemer ook na het behalen van een verstekvonnis met lege handen achterblijft.

De rechtbank veroordeelt het bestuur tot betaling van de vordering van de afnemer die bestaat ten minste uit de niet betaalde koopsom van ruim € 410.000,-. Op basis hiervan is het aldus raadzaam om niet zo maar over te gaan tot turboliquidatie. Een korte inhoudelijke risicoscan vooraf, kan achteraf een hoop zorgen (en mogelijke aanspraken) voorkomen.

Interessante artikelen voor u

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief