De turboliquidatie: risico’s in kaart gebracht

De turboliquidatie: risico’s in kaart gebracht

Dit is het tweede artikel in een reeks artikelen over de turboliquidatie. In het eerste artikel werd ingegaan op de algemene aspecten van de beëindiging van een rechtspersoon. Het artikel bevatte ook een korte introductie over de turboliquidatie. Hieronder wordt nader ingegaan op de turboliquidatie. Hoewel de turboliquidatie (veel) voordelen met zich meebrengt, kleven er ook risico’s aan.

De turboliquidatie      
De rechtspersoon is ‘leeg’ en er zijn geen activa (baten) meer. Door middel van een bestuursbesluit[1] gevolgd door het indienen van het zogenoemde “artikel 17a- formulier” bij de Kamer van Koophandel, bewerkstelligt u een turboliquidatie. De rechtspersoon houdt dan per direct op te bestaan.

Het bestaan van schulden staat aan een turboliquidatie niet in de weg. Een kind kan de was doen, wordt weleens geschreven over het gebruik van de turboliquidatie. En dat is in de praktijk inderdaad vaak het geval.[2] De turboliquidatie is snel en eenvoudig en daardoor een effectief middel om een rechtspersoon te beëindigen. Toch dient u rekening te houden met risico’s.

De positie van de schuldeiser van de turbo geliquideerde rechtspersoon
Heeft de rechtspersoon geen schulden meer? Dan is er in beginsel weinig aan de hand. Er is dan immers niemand die negatieve gevolgen van het uitschrijven van de rechtspersoon ondervindt.

Meestal is het echter zo dat er tijdens een turboliquidatie wel nog partijen zijn met een vordering op de rechtspersoon. Deze crediteuren blijven achter met hun vorderingen, terwijl de rechtspersoon is ‘verdwenen’. Om deze crediteuren te beschermen, bestaan er verschillende middelen om op te komen tegen een turboliquidatie.

Faillissementsverzoek
De schuldeiser die achter blijft met een onbetaalde vordering kan allereerst alsnog om het faillissement van de rechtspersoon verzoeken. In dat geval dient de schuldeiser wel aan te tonen dat sprake is van een situatie waarin de rechtspersoon is opgehouden te betalen én dat er door de rechtspersoon wel degelijk nog bate(n) bestonden of te realiseren waren. In beginsel is dat niet moeilijk. Er wordt immers summierlijk aan de hand van de feiten en omstandigheden geoordeeld of de aanwezigheid van (een) bate(n) voldoende aannemelijk is.

Een ‘baat’ kan ook bestaan uit een (potentiële) vordering op het bestuur van de rechtspersoon, denk aan een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid. Heeft de rechtspersoon bijvoorbeeld de jaarrekeningen niet of niet tijdig gedeponeerd, dan staat juridisch gezien kennelijk onbehoorlijk bestuur al vast.[3]

Kortom: houd altijd rekening met een scenario waarin alsnog om het faillissement van de rechtspersoon wordt verzocht. U kunt dit scenario voorkomen door vooraf in contact te treden met de crediteuren van de rechtspersoon, maar dat neemt een stuk ‘gemak’ weg. U kunt ook de eventuele risico’s van potentiële bestuursaansprakelijkheid in kaart laten brengen. Een eerste scan van de risico’s op dit vlak is doorgaans gemakkelijk te maken door een hierin gespecialiseerde advocaat. Daarna kunt u weloverwogen mogelijk alsnog het besluit tot turboliquidatie nemen.

Heropening van de vereffening
In bepaalde gevallen kunnen schuldeisers ook verzoeken tot een heropening van de vereffening.[4] De rechtspersoon kan dan herleven ter afwikkeling van de vereffening. De schuldeiser dient een voldoende belang te hebben bij heropening en zal in een verzoekschrift moeten aantonen dat er nog wél baten zijn (te verwachten) in de rechtspersoon. Dat is geen gemakkelijke klus terwijl er ook kosten mee gepaard gaan. Afhankelijk van de (te verwachten) baten kan het voor een gedupeerde partij wel het overwegen waard zijn. In dat geval wordt er alsnog een vereffenaar benoemd ter afwikkeling.

Turboliquidatie met bate(n)
Indien u als bestuurder –  ondanks de (potentiële) aanwezigheid van een baat – overgaat tot turboliquidatie, dan benadeelt u daarmee de schuldeisers. Van dergelijk handelen kan u mogelijk een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt, waardoor een aansprakelijkstelling op de loer ligt.

Conclusie
Kort en goed: de turboliquidatie kent een aantal voordelen die – indien u zover bent dat u de rechtspersoon wenst te beëindigen – vaak zwaar zullen wegen. Toch kent de turboliquidatie ook nadelen waarmee u – bij voorkeur vooraf – rekening moet houden. Door juridisch advies in te winnen voorafgaand aan de turboliquidatie, kunt u de risico’s goed in kaart laten brengen en waar mogelijk beperken.

Wenst u de risico’s van bestuurdersaansprakelijkheid in kaart te laten brengen? Of bent u gedupeerd door een plotselinge turboliquidatie van uw debiteur? Wilt u eens doorpraten over een turboliquidatie? Neemt u dan gerust contact met ons op.

[1] Het ontbindingsbesluit wordt genomen door de algemene vergadering, maar de keuze voor de wijze waarop ontbonden wordt, ligt bij het bestuur van de rechtspersoon.

[2] Hoewel er veranderingen worden besproken waardoor de turboliquidatie mogelijk in de toekomst niet meer zo ‘turbo’ is en aan schuldeisers meer waarborgen worden geboden. Zie hierover: https://www.holla.nl/nieuwsbericht/turboliquideren/.

[3] Op grond van artikel 2:394 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 2:248 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.

[4] Op grond van artikel 2:23c van het Burgerlijk Wetboek. Hoewel er formeel geen vereffening kan worden heropend – er vond eerder immers geen vereffening plaats – kan dit artikel wel van toepassing zijn op de turbogeliquideerde rechtspersoon.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?