Nieuws

Niet deelnemen aan een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds? Denk aan de motiveringsplicht!

Gepubliceerd op 3 mei 2023

I Stock 1332128740
Wij schreven al eerder over de vraag of een werkgever verplicht onder een bepaalde cao valt of verplicht deelneemt aan een pensioenfonds. De gevolgen van het niet afdragen van pensioenpremies aan het juiste pensioenfonds kunnen namelijk erg groot zijn. Ook deze zaak had hier betrekking op, waarbij het ging om de vraag of de werkgever in kwestie verplicht is aangesloten bij het pensioenfonds Metaal & Techniek (PMT).

Wat speelde er?

Het bedrijf Personeelsdiensten Ysselsteyn B.V. is opgericht in februari 2019. Het bedrijf leent personeel uit aan een zusterbedrijf dat onderdeel uitmaakt van dezelfde groep. Naar aanleiding van een melding van de Belastingdienst, is het bedrijf bezocht door een vertegenwoordiger van PMT. Tijdens het bezoek zijn de werkzaamheden van het personeel besproken en is genoteerd dat de twee medewerkers werkzaam zijn als monteur waarbij de werkzaamheden zijn omschreven als landbouwmechanisatiebedrijf. Na het gesprek heeft PMT in juli een zogenaamde welkomstbrief aan werkgever Ysselsteyn verstuurd met de mededeling dat zij vanaf 1 april 2019 verplicht is om haar werknemers als deelnemer aan de pensioenregeling aan te melden bij PMT. De factuur van PMT inzake de pensioenpremies heeft Ysselsteyn vervolgens echter niet betaald. Dit was voor PMT aanleiding om een procedure te starten. Omdat de kantonrechter de vordering tot betaling had toegewezen, is Ysselsteyn hiertegen in beroep gegaan.

Het verweer

Ysselsteyn vindt dat de bewijslast van de feiten en omstandigheden waaruit volgt dat zij verplicht is aangesloten bij PMT op PMT rust. PMT heeft in dit kader ten onrechte geen werkingssfeeronderzoek gedaan, maar volstaan met een enkel bezoek. Bij een werkingssfeeronderzoek worden de werkzaamheden binnen een onderneming vergeleken met de werkzaamheden zoals die in het verplichtstellingsbesluit van een pensioenfonds (werkingssfeerbepaling) zijn omschreven. In het gesprek tussen PMT en Ysselsteyn zijn volgens Ysselsteyn geen uitlatingen gedaan waaruit kan worden afgeleid dat de werkgever verplicht aangesloten moet zijn. Hierdoor heeft PMT volgens Ysselsteyn niet aan haar stelplicht voldaan. Daarnaast vindt Ysselsteyn dat ze de stellingen van PMT voldoende betwist heeft. Ysselsteyn heeft namelijk aangevoerd dat zij feitelijk opereerde als detacheringsbureau. Haar werknemers werden als chauffeur uitgeleend voor het vervoeren van landbouwmachines, maar voeren geen regulier onderhoud uit aan deze machines. Zij verrichten enkel kleine werkzaamheden, zoals het vastzetten van een klep of het schoonspuiten van een machine. Voor het onderhoud had de zustermaatschappij onderhoudscontracten met derden.

Verzwaarde motiveringsplicht

Het Gerechtshof oordeelt dat de stelplicht en de bewijslast met betrekking tot de stelling dat de werkgever onder het verplichtstellingsbesluit valt bij PMT ligt. Op de werkgever rust echter een verzwaarde motiveringsplicht nu zij dit ontkent. Van de werkgever kan worden verlangd dat zij ter onderbouwing van deze ontkenning voldoende gegevens verschaft. Dit omdat PMT afhankelijk is van informatie van de werkgever over de feitelijke werkzaamheden van de werknemer en met de beoordeling of deze onder het verplichtstellingsbesluit vallen. Ondanks de toezegging ter zitting, heeft Ysselsteyn geen overeenkomsten met leveranciers, facturen aan klanten of arbeidsovereenkomsten in het geding gebracht. Ook is er geen overeenkomst overgelegd met een onderhoudsbedrijf dat het reguliere onderhoud en reparaties aan de machines zou verrichten. Het Gerechtshof concludeert daarom dat Ysselsteyn haar ontkenning van de stelling dat zij onder de werkingssfeer van de verplichtstellingsbeschikking valt onvoldoende heeft onderbouwd. Het Gerechtshof laat de uitspraak van de kantonrechter in stand. De factuur inzake pensioenpremies moet worden betaald.

Belang van deze uitspraak

De uitspraak laat zien dat een werkgever zich er bij een discussie over de werkingssfeer niet te makkelijk vanaf mag maken met de gedachte dat het aan het pensioenfonds is om te stellen en te bewijzen dat de werkgever onder de werkingssfeerbepaling valt. Op de werkgever rust in dit soort gevallen een verzwaarde motiveringsplicht, nu de informatie over de feitelijke gang van zaken van haar moet komen. De uitkomst van deze procedure had anders kunnen zijn als deze werkgever wél aan haar motiveringsplicht had voldaan. Heeft u vragen over de werkingssfeerbepaling van de cao Metaal & Techniek, Metalektro of de Verplichtstellingsbeschikking voor het bedrijfstakpensioenfonds voor de Metaal en Techniek of de Metalektro? Neem dan contact op met Marloes Stuurop of Joris van Haalen. Zij helpen u graag verder.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief