Duurzame toekomst: kledingverkopers krijgen meer verantwoordelijkheid

Kledingverkopers zijn sinds 1 juli 2023 zelf verantwoordelijk voor het inzamelen, recyclen en hergebruiken van kleding. Waar moeten zij zoal aan voldoen? 

Duurzaamheid

Binnen de kleding- en textielindustrie is duurzaamheid een populair onderwerp. Merken tonen graag hun inzet om de wereld te verbeteren. Er is echter ook vaak kritiek op het duurzaamheidsbeleid van de industrie. Volgens het Europees Milieu Agentschap (EEA) is textiel de op twee na meest vervuilende productcategorie in Europa. Het "fast-fashion" model, met constant nieuwe stijlen tegen lage prijzen, zorgt ervoor dat veel textiel slechts kort wordt gebruikt en daarna voornamelijk naar Afrika en Azië wordt geëxporteerd. Een rapport van het EEA toont aan dat de hoeveelheid geëxporteerd textiel vanuit de EU tussen 2000 en 2019 is gestegen van iets meer dan 550.000 ton naar bijna 1,7 miljoen ton. Helaas blijkt een groot deel tweedehands textiel van dusdanig slechte kwaliteit dat het uiteindelijk ook buiten Europa op afvalstortplaatsen terechtkomt.

Gemeentes verantwoordelijk?

Tot voor kort was het in Nederland de verantwoordelijkheid van gemeentes om gebruikt textiel in te zamelen door middel van het plaatsen van inzamelcontainers. Sinds 1 juli 2023 ligt deze verantwoordelijkheid echter (meer) bij de kledingverkopers zelf. Vanaf die datum is het Besluit uitgebreide productenverantwoordelijkheid (UPV) van kracht. De UPV geldt voor de producent die als eerste een textielproduct op de Nederlandse markt brengt. Dat kan een (buitenlandse) fabrikant of importeur zijn. Het begrip "textiel" omvat hierbij consumentenkleding, bedrijfskleding, tafellinnen, bedlinnen en huishoudlinnen.

UPV-verplichtingen

De UPV legt kledingverkopers verschillende verplichtingen op met betrekking tot duurzaamheid. Deze verplichtingen vereisen dat producenten en importeurs zelf verantwoordelijkheid nemen voor recycling en hergebruik van kleding. Bovendien worden deze verplichtingen jaarlijks aangescherpt tot 2030. Zo moet in 2025 ten minste de helft (50%) van het gewicht van het textiel dat het voorgaande jaar op de markt is gebracht, gereed zijn voor hergebruik of recycling. Dit percentage zal tegen 2030 stijgen tot 75%. Kledingverkopers moeten daarnaast vóór 1 augustus jaarlijks rapporteren aan Rijkswaterstaat over hun naleving van de UPV-verplichtingen en het aantal textielproducten dat ze in het voorgaande jaar op de markt hebben gebracht. Kledingverkopers kunnen ervoor kiezen om zich aan te sluiten bij een producentenorganisatie, zoals de Stichting UPV Textiel, die namens hen verantwoordelijkheid neemt voor het nakomen van de verplichtingen. Voor producenten die niet in Nederland zijn gevestigd, is het echter noodzakelijk om een gemachtigde in Nederland aan te stellen die de verplichtingen namens hen zal vervullen. Benieuwd of u als textielverkoper al aan de reeds geldende verplichtingen voldoet? Neem contact met ons op voor een passend advies.