Nieuws

De Belastingdienst en enkele fiscale aandachtspunten in de WHOA

Gepubliceerd op 3 mei 2022

I Stock 535491757
De overheid heeft de afgelopen twee jaar verschillende fiscale regelingen in het leven geroepen om de door de coronamaatregelen getroffen ondernemers tegemoet te komen. Doordat de Belastingdienst hierdoor vaak een van de belangrijke schuldeisers is bij een schuldeisersakkoord geven wij in deze blog een drietal fiscale aandachtspunten waarmee rekening dient te worden gehouden.

Versoepeling beleid Belastingdienst

De Belastingdienst zal zich van 1 augustus 2022 tot en met 30 september 2023 opstellen als een concurrente crediteur. Dat betekent dat de Belastingdienst dus afwijkt van het uitgangspunt dat hij het dubbele percentage ontvangt ten opzichte van concurrente crediteuren, en genoegen zal nemen met hetzelfde uitkeringspercentage dat de andere  concurrente crediteuren ontvangen. Deze versoepeling vergroot de kansen op een succesvol WHOA-traject aanzienlijk, aangezien veel ondernemers kampen met grote fiscale schulden die vanaf 1 oktober 2022 dienen te worden afbetaald. Het is daarom te verwachten dat een groot aantal ondernemers wacht tot 1 augustus 2022 tot het aanbieden van een WHOA-akkoord. Het is nog onduidelijk of de Belastingdienst in een aparte klasse of in de klasse van concurrente crediteuren behoort. De Leidraad Invordering 2008 schrijft voor dat de Belastingdienst in een klasse moet worden ingedeeld waarin haar wettelijke preferentie voldoende tot uiting komt, maar schrijft niet voor op welke wijze de klassenindeling dient plaats te vinden.

29 lid 7 OB vordering

Het is eerste aandachtspunt ziet op de 29 lid 7 OB vordering. Een ondernemer die aankopen doet voor of ten behoeve van zijn bedrijf, mag de btw die daarvoor dan moet worden betaald, als aan een aantal voorwaarden is voldaan, aftrekken van de btw die is berekend aan de klanten van de ondernemer. Dit wordt aftrekken als voorbelasting genoemd. De ondernemer die de factuur van de crediteur waar de aankopen zijn gedaan vervolgens (gedeeltelijk) onbetaald laat, is de in aftrek genomen btw dan verschuldigd als belasting.[1] De Belastingdienst verkrijgt dan een zogenoemde ’29 lid 7 OB vordering’. Ondernemers die een WHOA-akkoord willen aanbieden, kunnen hiermee geconfronteerd worden. De ondernemer zal via het WHOA-akkoord immers slechts een gedeelte van de factuur betalen, onder kwijtschelding van het overige. Het verdient aandacht dat de vordering van de Belastingdienst wordt verhoogd met een eventueel daardoor ontstane 29 lid 7 OB vordering. Om de hoogte van deze 29 lid 7 OB vordering te bepalen, dient een correctie aangifte te worden gedaan. Gebeurt dat niet en wordt de 29 lid 7 OB vordering van de Belastingdienst dus niet meegenomen in de totale belastingschuld, dan kan de ondernemer na het aanbieden van het WHOA-akkoord geconfronteerd worden met een aanzienlijke 29 lid 7 OB vordering die de ondernemer in zijn geheel nog verschuldigd is. Dat is uiteraard niet in het belang van de ondernemer en kan alsnog tot financiële problemen leiden.

Kwijtscheldingswinst

Een tweede aandachtspunt ziet op de kwijtscheldingswinst. In een WHOA-akkoord vindt vrijwel altijd een gedeeltelijke kwijtschelding van vorderingen plaats. Deze kwijtschelding geldt als een fiscale winst tot het bedrag dat is kwijtgescholden. In sommige gevallen hoeft over deze fiscale winst geen winstbelasting te worden betaald omdat deze winst is vrijgesteld. Het verdient aandacht om hier nader onderzoek naar te doen voordat een WHOA-akkoord wordt aangeboden. Is de kwijtscheldingswinst namelijk niet vrijgesteld van winstbelasting, dan is dus winstbelasting verschuldigd vanwege de kwijtschelding van vorderingen via het WHOA-akkoord. Wordt de schuld van de Belastingdienst niet verhoogd met deze winstbelasting, dan heeft de Belastingdienst ook na het WHOA-traject nog een vordering op de ondernemer vanwege deze winstbelasting. Deze vordering dient dan na het WHOA-traject nog integraal te worden betaald door de ondernemer. Ook dit kan leiden tot financiële problemen en dient dus goed te worden uitgezocht. Ook ten aanzien van dit punt heeft de Belastingdienst zijn beleid gewijzigd.  De ondernemer loopt per 1 januari 2022 tegen de regeling aan dat een compensabel verlies maar voor 1 miljoen euro per jaar kan worden gebruikt. Wat betreft het overige deel kan de regeling maar voor 50% van de belastbare winst worden ingezet. Indien de kwijtscheldingswinst na aftrek van het compensabele verlies meer dan 1 miljoen euro bedraagt, dan wordt de kwijtscheldingswinst uiteindelijk toch deels belast.

Conclusie

Vanwege het versoepelde beleid vanuit de Belastingdienst per 1 augustus 2022, ligt het in de lijn der verwachting dat het aantal WHOA-trajecten per die datum zal toenemen. Een groot aantal ondernemers kampt immers met aanzienlijke belastingschulden. Bij het aanbieden van het WHOA-akkoord dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de omvang van de totale belastingschuld. Van groot belang is dat alle mogelijke belastingschulden worden meegenomen in het WHOA-akkoord. Wij helpen u hier graag mee. Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact met ons op. [1] Art. 29 lid 7 wet op de omzetbelasting

Interessante artikelen voor u

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief