Nieuws

De arbeidsrechtelijke omkeringsregel in de praktijk

Gepubliceerd op 13 jul. 2022

I Stock 1362728817 min
Een ongeval kan overal gebeuren en natuurlijk ook op de werkvloer. De vraag kan dan opspelen hoe de bewijslast is verdeeld indien een werknemer zijn werkgever aansprakelijk acht voor zijn schade. Een werknemer is voor zijn veiligheid afhankelijk van de door de werkgever getroffen veiligheidsmaatregelen. Mocht een werkgever daarin tekort schieten, dan kan een werknemer zijn werkgever aansprakelijk stellen op grond van art. 7:658 BW. In de verhouding tot zijn werkgever verkeert een werknemer in een lastige bewijspositie aangezien het causaal verband tussen de werkzaamheden en schade in sommige gevallen lastig aan te tonen is. In die situatie is het niet redelijk om de normale bewijsregels van toepassing te verklaren. Om de bewijsproblematiek aan de zijde van de werknemer te verhelpen is de zogenoemde arbeidsrechtelijke omkeringsregel in het leven geroepen. Aan de hand van een recent vonnis van de rechtbank Rotterdam wordt in dit blog stilgestaan bij de arbeidsrechtelijke omkeringsregel.

Casus

In de procedure bij de rechtbank Rotterdam speelde het volgende. Eiseres is gedurende het uitoefenen van haar werkzaamheden blootgesteld aan DMAc. DMAc staat voor dimethylacetamide en is een door mensen gemaakte chemische stof. Indien men wordt blootgesteld aan DMAc dan kan dat onder andere leiden tot leverproblemen, luchtwegirritatie en effect hebben op de ontwikkeling van het nageslacht. DMAc kan via de luchtwegen en via huidaanraking snel in het lichaam worden opgenomen. Eiseres stelt dat ten gevolge van deze blootstelling er complicaties bij haar zwangerschappen zijn opgetreden. Eiseres acht Du Pont, haar voormalig werkgever, aansprakelijk voor haar schade. De vraag die daarbij opspeelt is wat eiseres in de gegeven omstandigheden dient te bewijzen. In dit blog zal eerst kort worden stilgestaan bij de arbeidsrechtelijke omkeringsregel waarna bezien wordt hoe deze omkeringsregel wordt toegepast in het vonnis van de rechtbank Rotterdam.

Arbeidsrechtelijke omkeringsregel

De arbeidsrechtelijke omkeringsregel verlicht de bewijspositie van werknemers. Indien in de gegeven omstandigheden de ‘normale regels’ zouden gelden dan dient eiseres het causaal verband tussen de blootstelling gedurende haar werkzaamheden en de gezondheidsschade aan te tonen. Dit zou tot gevolg hebben dat er een zware bewijslast rust op eiseres waaraan zij veelal niet zou kunnen voldoen. Om dit probleem te verhelpen en dus de bewijslast aan de zijde van eiseres te verlichten is de arbeidsrechtelijke omkeringsregel in het leven geroepen. De arbeidsrechtelijke omkeringsregel houdt in dat het aan de werknemer is om aan te tonen dat hij gedurende het uitvoeren van zijn werkzaamheden is blootgesteld aan gevaarlijke omstandigheden en (gezondheid)schade lijdt. Deze (gezondheid)schade dient uiteraard een mogelijk gevolg van de blootstelling te zijn. Indien de werknemer slaagt in het leveren van dit bewijs dan wordt in beginsel het causaal verband tussen de werkzaamheden en de (gezondheids)schade aangenomen. Het is vervolgens aan de werkgever om aan te tonen dat hij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat de werknemer schade lijdt. Indien de werkgever niet slaagt in het leveren van dit bewijs dan is hij aansprakelijk voor de schade. In de procedure bij de rechtbank Rotterdam dient aldus beoordeeld te worden of Du Pont voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen teneinde te voorkomen dat eiseres wordt blootgesteld aan DMAc.

Vonnis

Eiseres stelt dat Du Pont onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om haar te beschermen tegen blootstelling aan DMac. In dat kader vordert eiseres een schadevergoeding van €103.788,-. De rechter oordeelt allereerst dat Du Pont diverse maatregelen heeft getroffen om haar werknemers te beschermen tegen blootstelling aan DMAc. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Du Pont al vanaf het begin de in Amerika gestelde grenswaarden hanteerde óók toen deze grenswaarden nog niet van toepassing waren in Nederland. Daarbij heeft Du Pont maatregelen getroffen om de blootstelling aan DMAc te beperken en heeft Du Pont de blootstelling aan DMAc gemeten aan de hand van luchtmeters en urinetesten. Ondanks het treffen van deze maatregelen oordeelt de rechtbank dat Du Pont niet aan de op haar rustende zorgplicht heeft voldaan. De rechter acht het aannemelijk dat de grenswaarden zijn overschreden. Op grond van art. 7:658 BW rust op Du Pont de bewijslast om aan te tonen dat de grenswaarden niet zijn overschreden. De rechter volgt Du Pont dan ook niet in haar stelling dat het aan eiseres is om aan te tonen dat zij aan een gevaarlijke hoeveelheid DMAc is blootgesteld gedurende het uitoefenen van haar werkzaamheden. De rechtbank overweegt op dit punt dat het aan eiseres is om aan te tonen dat zij is blootgesteld aan stoffen die schadelijk kunnen zijn voor haar gezondheid tenzij het antwoord op die vraag afhankelijk is van de vraag of de werkgever voldoende maatregelen heeft getroffen om blootstelling te voorkomen. Nu deze tenzij-bepaling van toepassing is, oordeelt de rechter dat de bewijslast op dit punt rust bij Du Pont. De rechtbank acht het aannemelijk dat de grenswaarden niet gedurende langere periodes substantieel zijn overschreden. Er hebben daarentegen wel gedurende langere periodes geringe overschrijdingen plaatsgevonden en enkele kortdurende substantiële overschrijdingen. Bij het voorgaande is relevant dat er onvoldoende meetgegevens beschikbaar zijn, de luchtmetingen onvoldoende betrouwbaar zijn en dat er in de fabriek DMAc ruikbaar was hetgeen impliceert dat er een te hoge hoeveelheid DMAc aanwezig was. Aan de hand van het vorenstaande oordeelt de rechtbank dat Du Pont onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij voldoende maatregelen heeft getroffen teneinde te voorkomen dat haar werknemers via de lucht blootgesteld werden aan DMAc. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat Du Pont onvoldoende heeft gedaan om de hoeveelheid DMAc in de lucht te beperken. De lycragaren dienden ten behoeve van de kwaliteit 24 uur ‘uit te dampen’. Bij dit uitdampen komt er veel DMAc vrij. Pas vanaf een later moment werd dit uitdampen in een aparte ruimte verricht. Het is slechts mogelijk om veilig te werken met deze dampen indien er sprake is van voldoende ventilatie en betrouwbare metingen. Daarvan was geen sprake. Bovendien lag de kantine in deze ruimte. Het had op de weg van Du Pont gelegen om deze ruimte ergens anders te plaatsen. De rechtbank oordeelt dat Du Pont onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de ventilatie en afzuiging onvoldoende was. Op basis van het vorenstaande concludeert de rechter dat er voor Du Pont voldoende mogelijkheden waren om de hoeveelheid DMAc in de lucht te beperken. Nu Du Pont dit onvoldoende heeft gedaan, heeft zij op dit punt eveneens niet aan de op haar rustende zorgplicht voldaan. Het was bovendien al geruime tijd bekend dat DMAc ook via de huid opgenomen kan worden. Alhoewel er discussie bestaat omtrent de waarschijnlijkheid dat werknemers door het aanraken van garens blootgesteld zijn aan een gevaarlijke hoeveelheid DMAc, oordeelt de rechtbank dat Du Pont deze blootstelling had moeten voorkomen. Du Pont heeft onvoldoende betwist dat haar werknemers geen handschoenen of andere beschermingsmiddelen droegen. Ook werkten werknemers vaak met korte mouwen of zonder mouwen. Door dit toe te staan, heeft Du Pont onvoldoende voorzorgsmaatregelen getroffen om haar werknemers tegen blootstelling met DMAc te beschermen. Het was daarbij ook aan Du Pont om ervoor te zorgen dat dergelijke maatregelen worden nageleefd. De rechter acht het in dat kader relevant dat aan dergelijke veiligheidsmaatregelen, zoals onder andere het voorschrijven van lange mouwen en handschoenen, geen hoge kosten verbonden zijn. Aan de hand van de afgenomen urinetesten had Du Pont bovendien niet mogen concluderen dat er geen sprake was van een gevaarlijke blootstelling aan DMAc. In een van de werknemers’ urine is MMAc aangetroffen. Het lichaam zet DMAc om in MMAc. De in deze kwestie ingeschakelde deskundigen zijn het erover eens dat aan de hand van de aangetroffen MMAc-waarde niet herleid kan worden in welke mate de desbetreffende werknemer is blootgesteld aan DMAc. Dat er MMAc is aangetroffen, betekent in ieder geval dat de desbetreffende werknemer is blootgesteld aan DMAc. De aanwezige waarde MMAc is afhankelijk van de wijze waarop men wordt blootgesteld aan DMAc waarbij het per persoon verschilt hoe het lichaam DMAc omzet in MMAc. Dat de gemeten MMAc-waardes onder de grenswaarden zijn gebleven, acht de rechtbank derhalve niet van doorslaggevend belang. Daarbij heeft Du Pont nagelaten om de werknemer waarbij de hogere urinewaardes waren gemeten direct uit het productieproces te halen. Tevens acht de rechter het aannemelijk dat de MMAc-waarde niet op de juiste wijze is vastgesteld. Op basis van de hiervoor aangehaalde zorgplichtschendingen concludeert de rechtbank dat Du Pont aansprakelijk is voor de schade van eiseres.

Conclusie

Dit vonnis illustreert dat het aan een werknemer is om aan te tonen dat hij is blootgesteld aan gevaarlijke omstandigheden en daaraan (mogelijk) te relateren schade lijdt. Indien de werknemer slaagt in dit bewijs is het vervolgens aan de werkgever om aan te tonen dat hij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Deze uitspraak laat tevens zien dat indien de werkzaamheden risicovoller van aard zijn men dan hogere eisen mag stellen aan de zorgplicht van de werkgever. Daarentegen is het niet zo dat indien er sprake is van risicovollere werkzaamheden én er schade intreedt de werkgever te allen tijde aansprakelijk is. Indien de arbeidsrechtelijke omkeringsregel van toepassing is, is het wel aan de werkgever om aan te tonen dat hij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Met toepassing van deze omkeringsregel wordt in de kwestie die voorlag aan de rechtbank Rotterdam de bewijslast van eiseres verlicht aangezien zij ‘slechts’ hoeft aan te tonen dat zij is blootgesteld aan DMAc en gezondheidsschade lijdt. Dat Du Pont diverse voorzorgsmaatregelen heeft getroffen maakt niet dat zij aan de op haar rustende zorgplicht heeft voldaan. Het dient te gaan om specifiek op de situatie toegespitste voorzorgsmaatregelen die redelijkerwijs van Du Pont gevergd konden worden.

Interessante artikelen voor u

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief