Nieuws
Consult via videobellen niet adequaat
Gepubliceerd op 5 dec 2025
Onze mensen
Op 20 november jl. deed het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) uitspraak in een verdrietige zaak. De uitspraak heeft betrekking op een triage op de huisartsenpost. Tijdens de triage is gebruik gemaakt van beeldbellen.
Wat was er aan de hand?
De moeder van een ernstig ziek meisje nam contact op met de huisartsenpraktijk en later met de huisartsenpost vanwege met name de hoge koorts. Op de huisartsenpost kwam de triagiste uit op een U3-urgentie (er is een reële kans op lichamelijke schade op korte termijn, patiënt binnen enkele uren laten beoordelen). Zij twijfelde evenwel of er sprake was van sufheid en vroeg de dienstdoende huisarts om via een videoverbinding mee te kijken. De huisarts las de triage-informatie en keek ongeveer een halve minuut naar het videobeeld. De huisarts vond dat er sprake was van een ziek meisje, maar dat er geen sprake was van sufheid bij een ernstig ziek kind. De urgentie werd daarom verlaagd van U3 naar U5, met advies over paracetamol, eventueel ibuprofen, en opnieuw bellen bij verergering. Het meisje is nadien nog beoordeeld, maar dat kon niet verhinderen dat zij enkele dagen later overleed aan een ernstige bacteriële infectie.
CTG: klacht gegrond
De ouders hebben een klacht ingediend over de beoordeling op de huisartsenpost door de huisarts, welke klacht het CTG gegrond achtte. De RTG achtte de klacht eerder ongegrond. Het CTG overwoog dat het bij triage gaat het om het bepalen van de urgentie en vervolgactie. De triagiste maakt een inschatting van de urgentie op basis van de telefonisch gepresenteerde klacht. In dit geval heeft de triagiste als onderdeel van het triageproces beeldbellen ingezet en de huisarts in zijn rol van regiearts gevraagd om zijn indruk van de patiënte. Het CTG is van oordeel dat de beoordeling door de huisarts via beeldbellen, waarbij alleen kortstondig een beeld van het kind te zien is, niet zwaarder had mogen wegen dan de informatie die de triagiste in het triagegesprek van klaagster had gekregen en die door de huisarts was gelezen. Het kortstondig kijken naar het beeld had er aldus niet toe mogen leiden dat de urgentie werd afgeschaald van U3 naar U5.
Maar geen maatregel
Het CTG achtte overigens redenen aanwezig om in dit geval af te zien van een maatregel. Daarbij achtte het CTG van belang dat er ten tijde van het handelen binnen de huisartsenpost geen specifiek advies dan wel protocol was dat verduidelijkte wanneer beeldbellen in de triage ingezet moest of kon worden. Het beeldbellen was al op initiatief van de triagiste gestart toen de huisarts werd gevraagd om mee te kijken. Het CTG stelde vast dat de huisarts in zijn rol als regiearts antwoord had willen geven op de vraag van de triagiste. Aan de beoordeling van het beeld is in het kader van de triage een te groot gewicht toegekend waardoor de urgentie is afgeschaald.
Dit artikel is geschreven door Rolinka Wijne. Meer weten? Neem dan contact op.
Onze mensen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.