Nieuws

Tax Alert: Wetsvoorstel aandelenoptieregeling

Gepubliceerd op 16 jul. 2021

Aandelen leesbril
Op 31 mei 2021 kwam de internetconsultatie voor het wetsvoorstel Aandelenoptieregeling beschikbaar. Het wetsvoorstel biedt, kort gezegd, de mogelijkheid om het heffingsmoment van aandelenopties te verschuiven naar het moment dat deze verhandelbaar worden. Het doel hiervan is om liquiditeitsproblemen bij de heffing van loonbelasting en sociale premies op te lossen om hiermee voornamelijk start-ups en scale-ups te ondersteunen. In de huidige regelgeving is het heffingsmoment van de aandelenoptie gelijk met het moment van uitoefening. Hierdoor kunnen liquiditeitsproblemen ontstaan omdat er wel een aandelenoptie wordt uitgegeven maar de bijbehorende liquide middelen niet beschikbaar zijn om de verschuldigde loonheffingen over het voordeel van de toegekende aandelenopties af te dragen. Vooral voor start-ups en scale-ups kan dit problematisch zijn omdat zij vaak weinig liquide middelen hebben, maar toch kwalitatief goed personeel willen werven. In het nieuwe voorstel krijgen werknemers de keuzemogelijkheid om het moment van heffing te verschuiven van het moment van uitoefening naar het moment van verhandelbaarheid. De gedachte daarachter is dat wanneer de aandelenoptie verhandelbaar is, het mogelijk is deze om te zetten in liquide middelen en daarmee de loonheffing te kunnen voldoen. Indien aandelenopties door een contractuele beperking langere tijd niet verhandelbaar zijn, wordt het heffingsmoment ook opgeschoven. Echter, na vijf jaar worden de aandelenopties alsnog in heffing betrokken om oneigenlijk gebruik van de regeling tegen te gaan. Het is nog maar de vraag of het voorstel in de huidige vorm aangenomen gaat worden. Onder meer de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (de “NOB”) is kritisch op het voorstel[1]. Vooral bij de heffing op het moment van verhandelbaarheid worden vraagtekens gezet. De NOB vraagt zich af waarom er niet gekozen wordt voor heffing op het moment van vervreemding. Deze term komt al vaker voor in de loonbelasting en is makkelijker te objectiveren waardoor er minder ruimte voor discussie zal zijn over de interpretatie. Daarnaast wordt er ook beter aangesloten bij hetgeen internationaal gebruikelijk is waardoor Nederland effectiever zou kunnen concurreren om personeel en aantrekkingskracht als vestigingsland. Daarnaast is het niet geheel duidelijk wat er precies valt onder het begrip “verhandelbaarheid” en biedt dit begrip veel ruimte voor discussie. Onder verhandelbaarheid wordt volgens de toelichting verstaan het moment waarop eventuele vervreemdingsrestricties worden opgeheven en de betreffende werknemer zijn bij uitoefening verkregen aandelen kan vervreemden. Wanneer vervreemdingsrestricties opgeheven zijn hangt onder meer af van contracten die de werknemer heeft gesloten met zijn werkgever. De interpretatie van deze contracten is een potentiële bron van discussie. “Vervreemding” daarentegen is veel eenvoudiger te objectiveren want iemand is eigenaar of hij is het niet en daarin is weinig tot geen ruimte voor discussie. Het moment van vervreemding biedt dus veel meer zekerheid dan het moment dat de aandelenoptie verhandelbaar is geworden. Conclusie
  • De NOB ziet het conceptwetvoorstel “aandelenoptieregeling” als een goede stap voorwaarts, aangezien een bestaand liquiditeitsprobleem bij houders van aandelenopties in incourante aandelen wordt opgelost.
  • In het conceptwetsvoorstel krijgt de werknemer de keuze of hij kiest voor heffing op het moment van uitoefening van de aandelenoptie of bij het moment van verhandelbaar worden. De NOB is positief over deze keuzemogelijkheid in de prakrijk maar ziet ook keerzijdes.
  • De NOB acht echter aansluiting bij het daadwerkelijke moment van vervreemden van de bij uitoefening verkregen aandelen namelijk passender in het licht van internationale context, eenvoud, uitvoerbaarheid en effectiviteit.
  • Daarnaast heeft de NOB twijfel of het vestigingsklimaat aantrekkelijker wordt door de invoering van deze regeling wat in oorsprong mede het doel was van de regeling.
  • Tot slot moet een werknemer het vooraf schriftelijk kenbaar maken als hij kiest voor heffing bij uitoefening. Dit levert de werkgever een extra administratieve last op. Ook is het maar de vraag of alle werknemers genoeg op de hoogte zijn van de keuzemogelijkheid om hiervan gebruik van te maken.
Ondanks de geuite kritiek is de staatssecretaris voornemens om de nieuwe regeling op te nemen in het belastingplan 2022. De nieuwe wetgeving zal geen gevolgen hebben voor aandelenopties die voor deze datum zijn vervreemd of uitgeoefend maar wel voor aandelenopties die overeengekomen zijn voor die datum. Voor nu is het afwachten wat de wetgever zal gaan doen met de uitkomst van de internetconsultatie en de reactie vanuit de praktijk op het wetsvoorstel. Zodra wij hierover meer weten zullen we u hierover uiteraard informeren. [1] https://www.taxlive.nl/media/5131/nob-reactie-internetconsultatie-aandelenoptieregeling.pdf

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief