Tax Alert: Belastingdienst oordeelt ten onrechte dat er sprake is van een gezagsverhouding tussen een redacteur/presentator en de Joodse Omroep

In een zaak die leidde tot de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 8 juni 2021 is de fiscus onderuit gegaan op het punt van gezag.

In het kort de feiten: een redacteur/presentator maakte in opdracht van de Joodse Omroep een wekelijks radioprogramma. Hij deed dat vijf jaar lang en besteedde daaraan drie dagen per week. Meer specifiek ging het om twee redactievergaderingen op maandag en vrijdag en een live uitzending op zondag. Vanuit zijn achtergrond als journalist was hij zelfstandig in staat de inhoud van de radioprogramma’s in te vullen vanwege zijn grote expertise op het gebied van het Midden-Oosten en Israël. Hij was goed geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen en hij had geen begeleiding nodig bij de invulling van de programma’s of de uitvoering daarvan. Wel waren er wekelijkse redactievergaderingen en had de eindredacteur van de Joodse Omroep de eindbeslissing over het draaiboek voor de uitzendingen. De vraag die speelde in deze zaak was: is er een gezagsverhouding?

De rechtbank zei “ja” o.a. omdat de omroep bindende aanwijzingen kon geven. Het Hof zei “nee” o.a. omdat de aanwijzingsbevoegdheid ging over het bewaken van de kaders van de zendmachtiging van de Joodse Omroep en over het te bereiken resultaat, maar niet op de inhoud of wijze van uitvoering van de werkzaamheden. Er was sprake van gelijkwaardigheid tussen partijen, waarbij de redactievergaderingen op maandag vooral tot doel hadden om wekelijks de kaders van de opdracht voor de eerstvolgende radio-uitzending af te stemmen en op vrijdag de door de redacteur/presentator voorbereide radio-uitzending, door te spreken. Indicatoren pro-dienstbetrekking aangedragen door de Inspecteur die ook terugkeren in de webmodule, zijn door het Hof terzijde gelegd.

Mijn collega Boris Emmerig voorspelde vorig jaar al in het Financieel Dagblad dat de Belastingdienst zaken gaat verliezen omdat men het wettelijk kader ten aanzien van de beoordeling van de gezagsverhouding onjuist toepast c.q. omdat men niet slaagt in de bewijslast. Wij hopen dat de Belastingdienst nog eens goed reflecteert op de webmodule en/of de toepassing ervan, want dit soort uitspraken laat zien dat de Belastingdienst het niet altijd bij het rechte eind heeft.