Nieuws

Update rechtspraak gezondheidsrecht juli 2023

Gepubliceerd op 1 aug. 2023

I Stock 1302483442

Deze update omvat een selectie van uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht die in de maand juli op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. Elke uitspraak is voorzien van een inhoudsindicatie en een link naar de volledige uitspraak.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 juli 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:5613

Een thuiszorgorganisatie heeft de zorgovereenkomst met een inmiddels overleden cliënte opgezegd vanwege ontstane onenigheid tussen de zorgaanbieder en de zoon van cliënte over het plaatsen van een camera in de woning van cliënte. Met de opzegging heeft de zorgaanbieder gehandeld in strijd met de eigen algemene voorwaarden. Het hof oordeelt dat de zorgaanbieder toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de zorgovereenkomst door geen passend alternatief te bieden bij de beëindiging van de zorg. Toekenning schadevergoeding voor de door cliënte geleden kosten.

Rechtbank Midden-Nederland 28 april 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3061

Een cliënte heeft een gemengde overeenkomst met een zorginstelling, bestaande uit een zorgovereenkomst en een huurovereenkomst. Op basis van die overeenkomsten wordt aan de cliënt professionele hulpverlening met begeleid wonen verleend. De zorginstelling geeft cliënte meerdere waarschuwingen vanwege overlastmeldingen, onder meer wegens lachgasgebruik. Na drie waarschuwingen zegt de zorgorganisatie de overeenkomst op. Aan cliënte is vervolgens een tijdelijke plek elders aangeboden. Cliënte heeft dit aanbod geweigerd en de woning niet verlaten. De zorgorganisatie vordert ontruiming van de woning.

De kantonrechter oordeelt dat het begeleidingselement van de overeenkomst in onderhavige situatie overheerst en toetst daarom aan de regels die gelden bij beëindiging van een zorgovereenkomst. In deze situatie was sprake van een gewichtige reden om de huurovereenkomst met cliënte op te zeggen. De vordering tot ontruiming wordt echter afgewezen omdat de belangenafweging in het voordeel van huurder uitvalt.

Rechtbank Midden-Nederland 14 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3515

Ook in deze zaak is sprake van de beëindiging van een gemengde overeenkomst door een zorgorganisatie. Cliënte ontvangt zorg en begeleiding en maakt gebruikt van een woning van de zorgorganisatie. De zorgorganisatie heeft de cliënte verschillende waarschuwingen gegeven vanwege onder meer verbale agressie en dreiging met fysiek geweld. Omdat cliënte na herhaalde waarschuwingen haar verantwoordelijkheden niet nakwam en wegens grensoverschrijdend gedrag van haar vader jegens medewerkers, heeft de zorgorganisatie de begeleidingsovereenkomst eenzijdig beëindigd. De kantonrechter oordeelt dat de begeleidingsovereenkomst in redelijkheid niet eenzijdig had mogen worden beëindigd en dat daar nog uitvoering aan moet worden gegeven. Hetzelfde geldt voor het daarvan afhankelijke recht voor gebruik van de woning.

Rechtbank Midden-Nederland 18 juli 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3590

In deze zaak biedt de zorgaanbieder ambulante hulp en ondersteuning (zorgovereenkomst) met een woning (huurovereenkomst) aan een cliënte, op basis van een gemengde overeenkomst. De zorgaanbieder heeft de zorgovereenkomst opgezegd omdat cliënte daaraan onvoldoende medewerking zou verlenen. Daarom is volgens de zorgaanbieder ook de huurovereenkomst geëindigd en vordert zij ontruiming.

De zaak is aangehouden om te bezien of partijen alsnog overeenstemming over de invulling van de zorgovereenkomst konden krijgen. Dat is niet gelukt. Intussen is de zorgaanbieder failliet gegaan. Hoewel het zeer goed mogelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat de zorgaanbieder de zorgovereenkomst op terechte gronden had ontbonden, zal de ontruiming toch niet worden toegewezen. Gelet op het faillissement en de daarmee gepaard gaande onzekerheden rond de toekomst van de zorg-/huurovereenkomst, is het niet gerechtvaardigd om op een beslissing vooruit te lopen met veroordeling tot ontruiming. Zo’n veroordeling zou immers onomkeerbare en voor cliënte en haar kinderen zeer verstrekkende gevolgen hebben.

Rechtbank Noord-Nederland 20 juli 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2965

Zaak met betrekking tot de verdachte voormalig verpleegkundige van het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen. GGZ Drenthe, waar de verdachte onder behandeling was, heeft haar (afgeleid) beroepsgeheim doorbroken door een melding te doen van de uitingen van de verdachte en door het afleggen van getuigenverklaringen door behandelaren. Het OM vordert inzage in het gehele medisch dossier van de verdachte. GGZ Drenthe beroept zich op het afgeleide verschoningsrecht. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden die maken dat het afgeleide verschoningsrecht van GGZ Drenthe verder moet worden doorbroken.

Gerechtshof Den Haag 23 mei 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1186

Een werknemer houdt haar werkgever aansprakelijk voor het handelen van een bedrijfsarts en roept daarbij de bedrijfsarts op als getuige. De bedrijfsarts beroept zich op verschoningsrecht. Het hof acht het verschoningsrecht van de bedrijfsarts niet absoluut en wijst het beroep hierop af, met verwijzing naar ECLI:NL:GHDHA:2022:2395.

Hoge Raad 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1047

Het afsluiten van de watertoevoer van een cliënt door de zorgaanbieder wegens het langdurig open zetten van de douche valt onder verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2, aanhef en onder het Wvggz. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en verwijst de zaak terug.

Hoge Raad 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1048

Klacht over niet in de huisregels opgenomen verbod op roken in de open lucht op het terrein van de instelling is klachtwaardig onder de Wvggz. Betrokkene is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en verwijst de zaak terug.

Centrale Raad van Beroep 11 juli 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1305

Een zorgverlener verleende zorg aan een cliënt op basis van pgb. Het zorgkantoor ontving een anonieme melding dat de zorgverlener langdurig in het buitenland verbleef en geen zorg heeft verleend aan een cliënt. De cliënt heeft bij de SVB haar eigen rekeningnummer doorgegeven in plaats van het rekeningnummer van de zorgverlener en ontvangt dus zelf de gelden. Het zorgkantoor trekt het pgb in en vordert het aan de cliënt uitbetaalde bedrag van € 27.850,- aan pgb als onverschuldigd betaald terug. De Raad oordeelt dat het zorgkantoor rechtmatig heeft gehandeld.

Rechtbank Noord-Holland 28 juni 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:6153

Het verzoek om pgb van een cliënt met ‘hoardingproblematiek’ wordt afgewezen, waarbij voor de zorginstelling doorslaggevend was dat de cliënt geen beschikking had over een computer om de pgb-administratie digitaal te doen. De rechtbank oordeelt dat het pgb terecht is afgewezen omdat de cliënt niet in staat is de pgb-taken op verantwoorde wijze kan uitvoeren. De rechtbank merkt wel op dat het feit dat de cliënt geen beschikking heeft over een computer, niet doorslaggevend mag zijn voor het afwijzen van een pgb. Een cliënt kan immers bijvoorbeeld een computer in de bibliotheek gebruiken of een smartphone.

Rechtbank Limburg 26 mei 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4190

Een gemeenschappelijke regeling van gemeenten vordert in kort geding, kort gezegd, dat een jeugdhulpaanbieder medewerking verleent aan een materiële controle in het kader van de Jeugdwet. De gemeenten willen in dat verband inzage in tachtig jeugdhulpdossiers. De jeugdhulpaanbieder heeft aangevoerd dat de gemeenten niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, omdat niet duidelijk is namens welke gemeente(n) worden opgetreden en ook onduidelijk is waarop de vertegenwoordiging door de gemeenteschappelijke regeling is gebaseerd (mandaat/volmacht/lastgeving?).

De voorzieningenrechter verklaard de gemeenschappelijke regeling niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter heeft zelf de Bevoegdhedenregeling waarnaar de gemeenschappelijke regeling verwijst opgezocht. Hij oordeelt dat sprake is van rechtens relevante onduidelijkheid over, dan wel gebreken aan, de juridische constructie. Uit de Bevoegdhedenregeling blijkt namelijk niet welke bestuursorganen van de bij de gemeenschappelijke regeling aangesloten gemeenten hun respectieve bevoegdheden hebben gemandateerd aan de organen van de gemeenschappelijke regeling. De voorzieningenrechter neemt aan dat de gemeenschappelijke regeling krachtens volmacht optreedt, maar zulks blijkt niet uit de dagvaarding en onduidelijk is namens welke gemeente(n). Hierdoor is onduidelijke welke betekenis of strekking een eventueel veroordelend vonnis zou kunnen hebben tussen de jeugdhulpaanbieder en de betrokkenen gemeente(n). De voorzieningenrechter verklaart de gemeenschappelijke regeling niet-ontvankelijk in haar vorderingen.

Rechtbank Limburg 28 juli 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4475

Een gemeenschappelijke regeling van gemeenten vordert in kort geding, kort gezegd, dat een jeugdhulpaanbieder medewerking verleent aan een materiële controle in het kader van de Jeugdwet. De gemeenten willen in dat verband inzage in tachtig jeugdhulpdossiers. De jeugdhulpaanbieder meent dat de materiële controle niet voldoet aan de eisen van de AVG, Jeugdwet en Regeling Jeugdwet. De voorzieningenrechter is het met de jeugdhulpaanbieder eens en wijst de vorderingen van de gemeenten af.

Rechtbank Gelderland 15 juni 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3490

Een kort geding tussen een patiënte en een zorgverzekeraar. De patiënte heeft bij de zorgverzekeraar een aanvraag voor een machtiging ingediend voor een neurochirurgische behandeling, uit te voeren op Cyprus. De zorgverzekeraar heeft hier toestemming voor gegeven, met vermelding dat een maximaal bedrag van € 6.611,87 zal worden vergoed, naar het Nederlandse marktconforme tarief voor een vergelijkbare DBC. De kosten van de operatie op Cyprus bedragen echter € 55.900,00. Patiënte stelt dat de zorgverzekeraar het gehele bedrag dient te vergoeden, omdat in Nederland geen vergelijkbare operatie en daarmee geen passende DBC is.

De voorzieningenrechter oordeelt dat meer (medische) informatie nodig is en dat de kort gedingprocedure zich daar niet voor leent. De partijen zullen een bodemprocedure moeten beginnen of een zaak bij de geschillencommissie. De vordering van de patiënte wordt afgewezen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven 11 juli 2023, ECLI:NL:CBB:2023:349

Deze zaken gaan over de vraag of het niet-spoedeisende (planbare) ambulancevervoer tussen het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis en het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam door het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis zelf moet worden betaald of vergoed moet worden door de ziektekostenverzekeraars. Het College stelt het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in het gelijk wegens strijd met rechtzekerheidsbeginsel en evenredigheidsbeginsel. Exceptieve toetsing van een beleidsregel.

Rechtbank Rotterdam 24 mei 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5887

Geschil tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder over de vraag of verleende zorg voldoet aan polisvoorwaarden. Deskundigenbericht gelast met betrekking tot stand van wetenschap en praktijk en doelmatigheid verleende zorg. De rechtbank oordeelt daarnaast dat zorgverzekeraar zich niet aan regels voor uitvoeren van materiële controle heeft gehouden. Vordering tot terugbetaling reeds uitgekeerde declaraties afgewezen.

Rechtbank Amsterdam 8 mei 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:3776

Kort geding. Transgenderzorg, plegen te bieden-criterium. Vordering om zorgkosten te vergoeden afgewezen.

Rechtbank Limburg 6 juli 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3995

Eiser is werkzaam als huisarts en heeft gedurende de coronapandemie aan verschillende patiënten, die kampten met Covid-19 klachten, hydroxychloroquine en ivermectine voorgeschreven. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor eisers goede intenties en voor de positie waarin hij zich destijds bevond, is de rechtbank van oordeel dat de minister bevoegd was hem een boete op te leggen van € 3000,- voor een tweetal overtredingen van artikel 68, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet. Anders dan eiser stelt, ziet zij geen ruimte voor een toetsing van artikel 68 van de Geneesmiddelenwet aan het evenredigheidsbeginsel. Evenmin ziet zij aanleiding voor het oordeel dat de hoogte van de boete niet evenredig is, nu eiser door de minister meermaals is gewezen op het feit dat het verboden is de desbetreffende geneesmiddelen voor te schrijven en de minister zelf al tot matiging van de hoogte van de boete is overgegaan. Het beroep is daarom ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4695

Deze zaak gaat over een belanghebbende die een overeenkomst sluit met huisartsenpraktijken, waarbij wordt overeengekomen dat werknemers worden ingezet als praktijkondersteuners huisartsenzorg bij de huisartsenpraktijken. Niet alle praktijkondersteuners zijn BIG-geregistreerd. De inspecteur van de Belastingdienst stelt dat geen medische vrijstelling van toepassing is zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, sub 1° a, van de Wet OB en heeft een naheffingsaanslag opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat sprake is van een feitelijke situatie die overeenkomt met een overeenkomst van opdracht. Er is in beginsel sprake van gezondheidskundige verzorging van de mens zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, sub 1° a, van de Wet OB. Belanghebbende heeft echter niet aannemelijk gemaakt of en in hoeverre de ingezette praktijkondersteuners voldoen aan de beroepskwalificaties, specifiek de BIG-registratie. Belanghebbende komt geen beroep toe op de medische vrijstelling.

Gerechtshof Amsterdam 13 april 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1299

Een heileuritmietherapeut (antroposofische bewegingstherapie) stelt dat zijn diensten zijn vrijgesteld van omzetbelasting op grond van artikel 11, eerste lid, aanhef en onder g, onder 1˚, sub a, van de Wet OB omdat sprake is van medische handelingen. Het hof oordeelt dat de therapeut met onder andere zijn behaalde diploma’s voldoet aan de geldende kwaliteitseisen. De therapeut is vrijgesteld van omzetbelasting.

Rechtbank Rotterdam 7 juli 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5912

De NZa heeft een bestuurlijke boete van € 81.000 opgelegd aan een thuiszorgonderneming en een van € 24.300 aan de enig bestuurder daarvan wegens het declareren van niet geleverde zorg. De rechtbank oordeelt dat de boetes op terechte gronden zijn opgelegd. Op basis van het ne bis in idem-beginsel en de evenredigheid dient de NZa echter ook rekening te houden met het feit dat de bestuurder de enige eigenaar is van de zorgonderneming en met de boetes tweemaal in haar vermogen wordt geraakt. De rechtbank handhaaft de boete van € 24.300 aan de bestuurder en verlaagt de boete aan de zorgonderneming met 30% tot € 56.700, zodat het totaal aan bestuurlijke boetes 100% bedraagt van de aan de zorgonderneming opgelegde boete.

Rechtbank Oost-Brabant 18 juli 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:3640

De verdachte wordt veroordeeld tot 3,5 jaar gevangenisstraf voor hulp bij zelfdoding in de zin van artikel 294 lid 2 Sr. Hij heeft hulp geboden bij in ieder geval tien zelfdodingen door Middel X, antibraakmiddelen en instructies te verstrekken.

Rechtbank Gelderland 28 juni 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4053

Kan de medisch specialist nog aanspraak maken op een deel van de nabetaling van het ziekenhuis aan de coöperatie van medisch specialisten? Het beroep op verjaring slaagt; de vordering wordt afgewezen.

Rechtbank Midden-Nederland 21 juli 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3724

Een zaak tussen de UMC’s van Utrecht, Leiden en Amsterdam tegen de minister van VWS over het besluit tot concentratie van de kinderhartchirurgie. Het besluit van de minister van VWS is niet evident onrechtmatig en een verdere beoordeling van de rechtmatigheid moet in de bodemprocedure plaatsvinden. De door de UMC’s van Utrecht, Amsterdam en Leiden nu gewenste pauzeknop is niet in het belang van patiënten en de volksgezondheid, terwijl de onzekerheid over de toekomst daarmee niet zou worden weggenomen. Het urgente belang dat de minister heeft bij de concrete stappen naar concentratie van (hoog)complexe interventies aan het hart weegt zwaarder.

Rechtbank Midden-Nederland 17 mei 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1824

Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege onrechtmatig indienen declaraties zorgkosten met een bedrag ter hoogte van € 1.161.909,14 en onbevoegd stellen van indicaties.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief