Praktijkdilemma voor zorgaanbieders: raad van toezicht opheffen of behouden?

1. Een zorgaanbieder kan er uiteraard voor kiezen de RvT vrijwillig te behouden. Een RvT kan als adviserend en toezichthoudend orgaan uiteraard van toegevoegde waarde blijven. In dat geval hoeft de governancestructuur in principe niet te worden aangepast.
   
2. Afscheid nemen van een RvT zal bij zorgaanbieders met rechtspersoonlijkheid (zoals een stichting of besloten vennootschap) een statutenwijziging vergen. De RvT heeft na de beoogde wetswijziging immers nog altijd een (interne) statutaire basis. Is voor een statutenwijziging goedkeuring van de RvT vereist, dan is de vraag of de RvT hieraan zijn medewerking verleent. Als die bereidheid er niet is, kan een gang naar de rechter zijn aangewezen.
   
3. Voorschriften over de RvT beperken zich veelal niet tot de statuten. Onderwerpen als de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een RvT zijn doorgaans in meer detail uitgewerkt in ‘lagere’ interne regelgeving, waaronder de reglementen van de raad van bestuur (RvB) en de RvT zelf. Het RvB-reglement zal moeten worden aangepast. Het RvT-reglement zal kunnen komen te vervallen.
   
4. Mogelijk houdt een RvT toezicht op het beleid en de gang van zaken in meerdere rechtspersonen binnen een groepsstructuur. Het effect van het opheffen van een RvT strekt dan verder dan (de regelingen van) één entiteit.

Heeft u vragen over de voorgenomen wetswijziging rondom en eventuele aanpassingen van uw governancestructuur? Neem gerust contact op.