De Amsterdamse hiphopformatie Yung Internet heeft in een muzieknummer een voicemail gebruikt die naar een van de leden was gestuurd. Mag dit zomaar of moet een voicemailbericht worden aangemerkt als een werk in de zin van de Auteurswet en rust daar bescherming op?
Begin 2018 heeft eiser – een stemacteur – spontaan een spraakbericht ingesproken en dat verstuurd naar gedaagde. Het stemfragment bevat de volgende woorden:
“Hey tijger, hoe is het man? Hee luister, je kent me misschien niet meer maar we hebben samen op school gezeten man. Weetje nog Bert? Apolloschool? Die tijden? En jij was die skater en ik weet nog die eerste keer dat ik jou op tv zag, ik dacht wauw gruwelijk. Nee maar anyway, anyway bradda, we zitten in hetzelfde vak en ik heb een tijdje niks van je gehoord nog, man. Hoe gaat het met projecten en opdrachten?”
Gedaagde heeft dit spraakbericht afgespeeld in de studio waar de gehele dag een opnamemicrofoon aanstond. Dit valt hem wellicht te verwijten, maar dat is niet de kern van de inbreuk en ook niet als zodanig aan te merken als onrechtmatige handeling. Gedaagde wist immers voor het afspelen van het spraakbericht niet wat het bericht zou bevatten.
Yung Internet heeft vervolgens het spraakbericht – zonder voorafgaande toestemming van eiser – aan het begin van haar nummer “Wesley Sneijder” ingemixt. Dit nummer is vervolgens op diverse muziekplatforms geplaatst.
Eiser was het niet eens met het gebruik van zijn spraakbericht en is naar de rechter gestapt om daar een beroep te doen op onder andere zijn auteursrecht.
Auteursrecht
Eiser stelt dat zijn spraakbericht als een werk in de zin van artikel 10 Auteurswet moet worden aangemerkt. Hij meent dat het spraakbericht een eigen intellectuele schepping is en dat wordt voldaan aan de vereisten van een eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van de maker. Concreet wordt hiermee bedoeld dat het spraakbericht is ontstaan door creatieve keuzes van eiser en dat het gaat om een voortbrengsel van menselijke geest. De creatieve keuzes blijken uit de woordkeuze en zijn intonatie. Gedaagde stelt echter dat het spraakbericht helemaal geen werk kan zijn in de zin van de Auteurswet. Gedaagde stelt dat het slechts een vragenvuur is van vijf vragen met de uitnodiging van eiser aan gedaagde om contact op te nemen.Beoordeling rechtbank
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of het spraakbericht auteursrechtelijke bescherming geniet. De rechtbank stelt dat “om als auteursrechtelijk werk beschermd te kunnen zijn in de zin van artikel 10 Aw, het voortbrengsel oorspronkelijk moet zijn, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is, die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk.” De rechtbank oordeelt dat het spraakbericht voldoet aan bovengenoemde maatstaf. Het spraakbericht bestaat namelijk uit een aantal zinnen en vragen die niet ergens anders aan ontleend zijn. “Het zijn de creatieve keuzes met betrekking tot de woorden en de intonatie van [eiser] die het stemfragment voor [gedaagde 1] aantrekkelijk moesten maken.” Tijdens de zitting heeft eiser ook betoogd dat hij met zijn spraakbericht de bedoeling had om te netwerken en daardoor iets pakkends had opgenomen. Eiser hoopte dat gedaagde hem hierdoor wellicht een opdracht zou gunnen.Conclusie
De rechtbank Amsterdam laat hier zien dat een spraakbericht waarvan de tekst nergens anders aan ontleend is, en waarbij specifieke woorden en intonatie zijn gebruikt om het aantrekkelijk te maken, wel degelijk auteursrechtelijk beschermd kan zijn. Heb je naar aanleiding van bovenstaand bericht vragen? Neem dan contact op met Machiel Roosendaal, of laat een voicemail achter 😊! Lees de hele uitspraak hier.Interessante artikelen voor u
Onze mensen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.