Nieuws

Contractuele en processuele gevolgen van de Brexit

Gepubliceerd op 29 jun. 2021

Onze mensen

Brexit klein
Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk ( VK ) de Europese Unie verlaten. Met de Europese Unie is een overgangsperiode afgesproken, neergelegd in het zogenaamde Withdrawal Agreement van 31 januari 2020, die afgelopen is op 31 december 2020. In dit artikel worden twee aspecten nader uitgelicht, te weten:
  1. Blijven de regels van de Europese Verordening 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomsten van toepassing voor gesloten en te sluiten overeenkomsten tussen Nederlandse en Britse ondernemingen?
  2. Kunnen vonnissen, gewezen door Britse rechters ten uitvoer worden gelegd in Nederland en Nederlandse vonnissen in het V K zoals dat vóór 1 januari 2021 het geval was?
Rechtsvraag I: De bovengenoemde Verordening bepaalt welk recht van toepassing is op commerciële overeenkomsten, wanneer uit het recht van verschillende landen moet worden gekozen. Voorop wordt gesteld, dat partijen een rechtskeuze mogen uitbrengen. Is er geen rechtskeuze uitgebracht, dan bepaalt de Verordening welk recht van toepassing is wanneer er sprake is van bepaalde overeenkomsten. Zo geldt dat de overeenkomst voor de verkoop van roerende zaken respectievelijk dienstverlening beheerst wordt door het recht van het land waar de verkoper/dienstverlener zijn gewone verblijfplaats heeft en wordt een franchiseovereenkomst / distributieovereenkomst beheerst door het recht van het land waar de franchisenemer/distributeur zijn gewone verblijfplaats heeft. Meer in het algemeen kan worden gesteld dat de overeenkomst wordt beheerst door het recht van het land waar de partij, die de kenmerkende prestatie moet verrichten, de gewone verblijfplaats heeft. Dat is in het algemeen de partij die iets anders moet presteren dan een betaling in geld. Op grond van artikel 66 van het Withdrawal Agreement geldt dat deze Verordening van toepassing zal blijven op alle overeenkomsten die gesloten zijn vóór 1 januari 2021. Inmiddels heeft het V K een wet aangenomen, de Law Applicable  to Contractual Obligations and Non-Contractual Obligations (Amendment etc) (EU Exit) Regulations 2019, op grond waarvan het V K de Verordening heeft omgezet in een nationale wet. Op grond daarvan blijven dezelfde criteria om uit te maken welk recht van toepassing is op het contract gelden. Echter, daarmee is niet gezegd dat alles bij het oude zal blijven, omdat het V K niet langer is gebonden aan de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie en de nationale wet uiteraard door een latere wet eenvoudig  opzij kan worden gezet. Rechtsvraag II Binnen de Europese Unie bestaat Verordening 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Op grond van deze Verordening is het rijkelijk eenvoudig om bijvoorbeeld Britse vonnissen ten uitvoer te leggen in Nederland en Nederlandse vonnissen in het V K Daarvoor is geen aparte procedure vereist. Na 1 januari 2021 is deze Verordening niet meer van toepassing, nu het V K geen Lidstaat meer is van de EU. De Verordening geldt nog wel voor procedures die gestart zijn vóór 1 januari 2021. Voor wat betreft tenuitvoerlegging van een Brits vonnis in Nederland en een Nederlands vonnis in het V K dient nu te rade worden gegaan bij het oude Nederlands-Brits Executieverdrag uit 1967. Dat Verdrag heeft echter een beperkte reikwijdte en is slechts van toepassing op vonnissen gewezen in procedures waarbij geldsommen zijn verschuldigd. Voor tenuitvoerlegging van zulke vonnissen dient een zogenaamde exequatur procedure te worden gevolgd, inhoudende dat een nieuwe –  korte – procedure moet worden gevolgd in het andere land waarbij aan de rechtbank verlof wordt gevraagd om het vonnis ten uitvoer te mogen leggen binnen de rechtssfeer van dat andere land. Voor vonnissen die geen betrekking hebben op verschuldigde geldsommen, is deze regeling niet van toepassing. Hiervoor geldt, dat een Brits vonnis niet in Nederland en een Nederlands vonnis niet in het V K ten uitvoer kan worden gelegd, maar dat er opnieuw een volledige procedure zal moeten worden gevoerd. Artikel 431 van het Nederlandse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat de procedures opnieuw bij de Nederlandse rechter zullen worden behandeld en afgedaan. Het V K kent een soortgelijke voorziening. Het V K is nog niet toegetreden tot het zogenaamde Verdrag van Lugano, zijnde een executieverdrag gesloten tussen de Europese Unie en lidstaten van de Europese Vrijhandels Associatie, zoals Zwitserland, IJsland en Noorwegen. Dat verdrag maakt tenuitvoerlegging van vonnissen tussen deze landen eenvoudiger. Het V K is echter geen lid van deze associatie en komt dan ook niet voor toetreding tot het verdrag in aanmerking. Indien een Nederlandse ondernemer dan ook overeenkomsten sluit met een Britse ondernemer is het raadzaam om arbitrage overeen te komen. Voor wat betreft het voeren van een arbitrageprocedure en het tenuitvoerleggen van een arbitragevonnis heeft de Brexit namelijk geen gevolgen. Conclusie De Europese Verordening op basis waarvan kan worden bepaald welk recht van toepassing is op welke overeenkomst is opgenomen in het Engelse recht op grond van een Engelse wet. We moeten er rekening mee houden, dat deze Engelse wet zich niet conform de rechtspraak van het Europese hof van Justitie zal ontwikkelen en opzij kan worden gezet door een latere wet. Voor wat betreft het tenuitvoerleggen van vonnissen geldt dat de Europese Verordening, op grond waarvan Nederlandse vonnissen en Engelse vonnissen direct in het andere land ten uitvoer konden worden gelegd, is vervallen. Voor procedures die strekken tot betaling van een geldsom kan nog een vereenvoudigde procedure tot tenuitvoerlegging worden gevolgd. Voor andere procedures geldt dat niet en zal er opnieuw een omslachtige, kostbare procedure moeten worden gevolgd in het land waarvoor de tenuitvoerlegging wordt verzocht. Nu er nog geen zicht is op een verdrag ter zake tussen het V K en de Europese Unie is het raadzaam om hier arbitrage af te spreken. Heeft u meer vragen over contractuele aspecten of procedurele aspecten op internationaal gebied, bijvoorbeeld gerelateerd aan de Brexit, neemt u dan contact op met mr. Ferry Weelen.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief