Wegiz aanhangig!

Wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg

Op 3 mei 2021 is het Wetsvoorstel Elektronische gegevensuitwisseling in de Zorg (‘Wegiz’) ingediend bij de Tweede Kamer. Met de Wegiz neemt de Minister voor Medische Zorg (‘de Minister’) meer regie in de elektronische uitwisseling van gegevens in de zorg. De Tweede Kamer had daarom in de afgelopen jaren al vaker verzocht, maar ook het veld heeft op dit onderwerp niet stilgezeten (bijvoorbeeld in het Informatieberaad Zorg). In deze blog bespreken wij het wetsvoorstel.

Doel en reikwijdte
De Wegiz heeft ten doel het bereiken van volledige interoperabiliteit van elektronische gegevensuitwisseling tussen zorgverleners. Dat wil zeggen dat verschillende systemen met elkaar kunnen communiceren. Dit doel wordt bereikt door het verplicht stellen van het elektronisch uitwisselen van bepaalde gegevens, waarbij uiteindelijk wordt gestreefd naar genormaliseerde eisen aan taal en techniek, bijvoorbeeld door het naleven van NEN-normen. Zo wordt niet één (landelijk) systeem verplicht voor de uitwisseling van bepaalde gegevens, maar blijven verschillende systemen mogelijk, die (dus) interoperabel zijn.

Vooropgesteld zij dat de Wegiz geen nieuwe grondslag creëert om (bijzondere) persoonsgegevens uit te wisselen. Óf gegevens mogen worden uitgewisseld, is en blijft afhankelijk van de kaders die onder meer de WGBO, de Wabvpz en de (U)AVG daarvoor geven. Het (medisch) beroepsgeheim blijft dus onverminderd gelden. Maar áls gegevens worden uitgewisseld, dan bepaalt de Wegiz hoe die uitwisseling moet plaatsvinden.

Reikwijdte
De Wegiz is vooralsnog alleen van toepassing is op gegevensuitwisseling binnen en tussen ‘zorgdomeinen’. Het gaat alleen om ‘zorg’ als bedoeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (‘Wkkgz’). De Wegiz ziet (nog) niet op gegevensuitwisseling in of met jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning.

De Wegiz richt zich ten eerste op zorgaanbieders. Voor het begrip ‘zorgaanbieder’ wordt aangesloten bij de definitie van zorgaanbieder in de Wkkgz. Ten tweede richt de Wegiz zich op aanbieders van een ‘informatietechnologieproduct of -dienst’. Daarmee wordt bedoeld: software, hardware of een dienst, die door de aanbieder bestemd is te worden gebruikt voor het uitwisselen van gegevens bij een aangewezen gegevensuitwisseling.

Systematiek
De Wegiz is een zogeheten ‘kaderwet’. Op grond van de Wegiz krijgt de Minister namelijk de bevoegdheid om in een ‘algemene maatregel van bestuur’ (meestal wordt dit een ‘Besluit’ genoemd) categorieën van gegevensuitwisseling aan te wijzen, die onder de Wegiz vallen. Zo’n categorie van gegevensuitwisseling wordt in de Wegiz de ‘aangewezen gegevensuitwisseling’ genoemd. De systematiek van de wet is als volgt.

Ten eerste stelt de Minister de ‘Meerjarenagenda Wegiz’ op, die met de Tweede Kamer wordt gedeeld (artikel 1.3 Wegiz). De Meerjarenagenda Wegiz is een lijst van gegevensuitwisselingen die aangewezen kúnnen worden. Of een categorie van gegevensuitwisseling op de lijst wordt geplaatst, is afhankelijk van de verwachte toegevoegde waarde van de aanwijzing van de gegevensuitwisseling voor de zorg, de realiseerbaarheid van de aanwijzing en het draagvlak in de zorg.

Ten tweede kan de Minister een gegevensuitwisseling uit de Meerjarenagenda Wegiz aanwijzen in een Besluit (artikel 1.4 Wegiz). Daarbij wordt de betreffende gegevensuitwisseling geplaatst in ‘spoor 1’ of ‘spoor 2’. Een ‘spoor 1-aanwijzing’ is aan de orde als er voor de betreffende gegevensuitwisseling nog grote (technische of praktische) stappen moeten worden gezet. De spoor 1-aanwijzing houdt (slechts) in dat de gegevensuitwisseling op elektronische wijze zal (moeten) plaatsvinden. Aan die gegevensuitwisseling kunnen algemene eisen worden gesteld, bijvoorbeeld op het gebied van informatiebeveiliging (zoals het voldoen aan NEN 7510). Volledige interoperabiliteit wordt in spoor 1 dus nog niet afgedwongen. Wel is het altijd de ambitie dat een spoor 1-aanwijzing later te plaatsen in spoor 2.

Een ‘spoor 2-aanwijzing’ houdt in dat dat de aangewezen gegevensuitwisseling plaatsvindt ‘op interoperabele wijze,’ conform een voor die gegevensuitwisseling dwingend aangewezen norm. Dat wil zeggen: een NEN of een NEN-EN-ISO/IEC, die door de Minister wordt aangewezen. De norm stelt technische eisen aan bijvoorbeeld informatietechnologieproducten of -diensten, aan taal die zorgverleners hanteren voor de omschrijving van de medische aandoening, of eisen die de administratieve lasten moeten verminderen. In de meeste gevallen zullen hiervoor nieuwe NEN-normen worden ontwikkeld. Beoogd is dat zender en ontvanger onder de uitgewisselde gegevens hetzelfde verstaan en dat hun informatietechnologiesystemen met elkaar kunnen communiceren, oftewel: volledige interoperabiliteit.

Als een aangewezen gegevensuitwisseling wordt geplaatst in spoor 2, wordt eveneens bepaald of de ‘informatietechnologieproducten en -diensten’ die voor de gegevensuitwisseling (zullen) worden gebruikt, moeten zijn voorzien van een certificaat (artikel 1.4 lid 4 Wegiz). In die certificering is een rol weggelegd voor ‘certificerende instellingen’. Certificerende instellingen zijn door de Minister aangewezen instellingen. Daarvoor is vereist dat de certificerende instelling is geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie (artikel 3.1 en verder Wegiz). De certificerende instelling toetst vervolgens het informatietechnologieproduct of de -dienst op de van toepassing zijnde norm.

Verplichtingen voor zorgaanbieders
Op grond van de Wegiz moeten zorgaanbieders erop toezien dat zorgverleners die bij of voor hem werkzaam zijn, bij het uitwisselen van gegevens die vallen in een categorie van aangewezen gegevensuitwisseling, de desbetreffende gegevens ten minste uitwisselen middels een elektronische infrastructuur. Als gezegd, kan voor een aangewezen gegevensuitwisseling in het Besluit zijn bepaald dat de te gebruiken informatietechnologieproducten of -diensten van een certificaat moeten zijn voorzien. In dat geval is de zorgaanbieder verplicht erop toe te zien dat de bij of voor hem werkzame zorgverleners slechts gebruik maken van dergelijke gecertificeerde producten en/of diensten.

En nu?
In de toelichting bij het wetsvoorstel heeft de Minister aangegeven dat er dertien concept-gegevensuitwisselingen in beeld zijn. Vier van die gegevensuitwisselingen worden nu uitgewerkt, om – waarschijnlijk – als eerste categorie te worden aangewezen onder de Wegiz. Voor deze gegevensuitwisselingen wordt momenteel uitgewerkt welke gegevens (moeten) worden uitgewisseld. Het gaat om:

  1. digitaal receptenverkeer;
  2. de basisgegevensset zorg (‘BGZ’) tussen medisch-specialistische instellingen;
  3. beelduitwisseling, en
  4. de verpleegkundige overdrachten van ziekenhuizen naar verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg.

Tot slot
De overheid neemt (eindelijk?) regie in het faciliteren en stimuleren van elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Dat is positief, want het uitwisselen van gegevens per fax, USB of CD-ROM is immers niet meer van deze tijd. De systematiek van de Wegiz is een stapsgewijs en jarenlang proces waarbij meer en meer gegevensuitwisselingen zullen worden aangewezen. Zorgaanbieders en ICT-leveranciers zullen – als het wetsvoorstel wordt aangenomen – dus steeds geconfronteerd worden met nieuwe verplichtingen die volgen uit de Wegiz. Het wetsvoorstel lijkt een zorgvuldig en afgewogen proces van aanwijzing van categorieën van gegevensuitwisseling voor te staan, maar de praktische gevolgen van de verplichtingen van de Wegiz zijn in grote mate afhankelijk van wat er in de afzonderlijke besluiten wordt bepaald.

Daarbij spelen vragen zoals:

  • welke gegevensuitwisseling wordt aangewezen;
  • of die aangewezen gegevensuitwisseling wordt geplaatst in spoor 1 of spoor 2;
  • welke norm van toepassing is bij een spoor 2-aanwijzing en voor welk deel van die norm is certificering vereist?

Van belang is dat het veld bij de (door)ontwikkeling van de Wegiz uitdrukkelijk wordt betrokken en dat in de praktijk steeds voldoende draagvlak bestaat voor de aanwijzing. Daarover zal het laatste woord nog niet gesproken zijn, maar de eerste stappen zijn gezet. Wij houden de verdere ontwikkelingen met belangstelling in de gaten.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?