Update openbaarmaking door de IGJ

Op 1 juli 2021 wordt de regeling over actieve openbaarmaking van toezichtsinformatie door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: ‘IGJ’) gewijzigd. De actieve openbaarmakingsregeling wordt iets uitgebreid, met name met betrekking tot calamiteitenrapportages.

Openbaarmaking door de IGJ: hoe zit het ook alweer?

Tot 1 februari 2019: Wob

Tot 1 februari 2019 publiceerde de IGJ haar rapporten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: ‘Wob’). Op grond van de Wob kan informatie zowel ‘passief’ als ‘actief’ openbaar gemaakt worden. Passieve openbaarmaking betekent – kort gezegd – openbaarmaking ‘op verzoek’ (artikel 3 Wob). Bij actieve openbaarmaking maakt het bestuursorgaan uit eigen beweging informatie openbaar (artikel 8 Wob).

Bij  openbaarmaking op grond van de Wob dient een bestuursorgaan rekening te houden met de voorwaarden van artikel 10 Wob en ook een belangenafweging te maken (artikel 10 lid 2 Wob). Bij de belangenafweging moet rekening worden gehouden met de belangen van de betrokkene (zorgaanbieder) enerzijds, en het belang van de openbaarheid van (overheids)informatie anderzijds. Aan het algemeen belang tot openbaarmaking wordt doorgaans een groot gewicht toegekend.

Vanaf 1 februari 2019: Gezondheidswet

Vanaf 1 februari 2019 is de actieve openbaarmaking door de IGJ niet langer gebaseerd op de Wob, maar de Gezondheidswet (artikelen 44 en 44a). Bij openbaarmaking op grond van de Gezondheidswet vindt geen individuele belangenafweging meer plaats. In plaats daarvan heeft de wetgever op ‘wetsniveau’ bepaald in welke gevallen het belang van burgers en bedrijven om juist en volledig te worden geïnformeerd moet prevaleren boven individuele belangen van instellingen, bedrijven en beroepsbeoefenaren. Oftewel: de wetgever heeft bepaald welke informatie verplicht (‘actief’) openbaar moet worden gemaakt.

Om welke informatie het dan gaat is geregeld in artikel 3.1 van het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet (hierna: ‘het Besluit’). Onder de openbaar te maken informatie vallen onder meer de rapporten die de IGJ zelf opmaakt naar aanleiding van onderzoek dat zij heeft verricht. Ook kennisgevingen over het instellen van ‘verscherpt toezicht’ of het geven van bevelen, aanwijzingen of lasten onder dwangsom of bestuursdwang worden actief openbaar gemaakt. Verder stelt het Besluit regels over de wijze van openbaarmaking.

Rapporten die door de IGJ zijn opgesteld in verband met onderzoeken naar aanleiding van een ‘melding’ zijn nu nog uitgesloten van deze actieve openbaarmakingsregeling. Dit zijn bijvoorbeeld rapporten van een onderzoek naar aanleiding van een calamiteitenmelding, als bedoeld in artikel 11 lid 1 onder a Wkkgz. Dergelijke rapporten worden dus op dit moment niet actief openbaar gemaakt.

Wijziging van het Besluit vanaf 1 juli 2021

Al bij de parlementaire behandeling van de actieve openbaarmakingsregeling op grond van de Gezondheidswet in 2019 is aangekondigd dat de invoering van de nieuwe regeling in ‘tranches’ zal gaan. De hiervóór besproken regeling was de eerste tranche; vanaf 1 juli 2021 is het de beurt aan de tweede tranche. Bij die tweede tranche wijzigt (onder meer) het hiervóór genoemde artikel 3.1 van het Besluit. Een belangrijke wijziging betreft – kort gezegd – dat nog slechts zijn uitgezonderd:

  • rapporten van overzoeken naar een melding over geweld in de zorgrelatie of opzegging van een overeenkomst wegens disfunctioneren (als bedoeld in artikel 11 lid 1 onder b en c Wkkgz);
  • rapporten van onderzoeken in reactie op een handhavingsverzoek;
  • rapporten van onderzoeken die ten grondslag worden gelegd aan het indienen van een tuchtklacht;
  • rapporten die ten grondslag worden gelegd aan besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete.

Gezien de eerste bullet zijn onderzoeksrapporten van alle ‘meldingen’ dus niet meer uitgezonderd van actieve openbaarmaking. Onderzoeksrapporten van de IGJ over ‘calamiteitenmeldingen’ moeten onder de nieuwe regeling wél actief openbaar worden gemaakt. Van belang is dat het hierbij gaat om onderzoeksrapporten die zijn opgesteld door de ambtenaren van de IGJ zélf. Van die onderzoeksrapporten wordt – als openbaarmaking – een zakelijke weergave gegeven van de door de IGJ geconstateerde feiten en bevindingen en de conclusies die de IGJ daaraan verbindt. De namen en functieaanduidingen van de bij de calamiteit betrokken zorgverlener(s) zal (zullen) hierbij niet openbaar worden gemaakt, evenals de naam van de zorgaanbieder indien daar tien of minder zorgverleners werken.

In de praktijk is het meestal gebruikelijker dat de IGJ de zorgaanbieder in de gelegenheid stelt om (eerst) zélf een calamiteitenonderzoek te doen (op grond van artikel 8.7 van het Uitvoeringsbesluit Wkkgz). De calamiteitenrapporten van onderzoeken van zorgaanbieders zelf vallen niet onder de vernieuwde actieve openbaarmakingsregeling. Ook de afsluitbrieven die de IGJ verstuurt in reactie op het calamiteitenonderzoek van de zorgaanbieder zelf vallen niet onder de nieuwe regeling. De nieuwe regeling schrijft (slechts) voor dat de door zorgaanbieders verstrekte informatie over hun eigen calamiteitenonderzoeken openbaar worden gemaakt in een geaggregeerd jaarlijks overzicht.

Voor het toezicht van de IGJ op (de naleving van) de Jeugdwet geldt op grond van de Gezondheidswet een soortgelijke actieve openbaarmakingsregeling voor jeugdhulpaanbieders als voor zorgaanbieders. Ook voor rapporten van calamiteitenonderzoeken door jeugdhulpaanbieders zélf geldt geen actieve openbaarmaking, maar wordt informatie over dergelijke meldingen openbaar gemaakt in een geaggregeerd overzicht.

Opgemerkt zij dat de informatie die niet onder de actieve openbaarmakingsregeling valt, toch openbaar kán worden gemaakt, namelijk op grond van de Wob (zie hiervóór onder I.). Zowel ‘passief’ op grond van artikel 3 Wob, als ‘actief’ op grond van artikel 8 Wob.

Wat kan een betrokkene (zorgaanbieder) doen?

Als de IGJ een openbaarmakingsbesluit heeft genomen en een zorgaanbieder wil voorkomen dat de betreffende informatie openbaar wordt gemaakt, dan kan de zorgaanbieder tegen dat besluit in bezwaar gaan. Het maken van bezwaar schort de werking van het openbaarmakingsbesluit echter niet op. Dat betekent dat een voorgenomen openbaarmaking ook bij een bezwaar gewoon zal plaatsvinden. Als de IGJ niet bereid is om te wachten met publicatie van de informatie kan de zorgaanbieder de voorzieningenrechter vragen om een ‘voorlopige voorziening’ te treffen. Een verzoek om een voorlopige voorziening schort namelijk het openbaarmakingsbesluit (en daarmee de openbaarmaking) op totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan (artikel 44a lid 5 Gezondheidswet). In de praktijk blijkt het echter lastig om het openbaarmakingsbesluit te laten schorsen. De enig mogelijke grond daarvoor lijkt namelijk artikel 44 lid 9 Gezondheidswet te zijn. Zie hierover onze eerdere blog.

Slot

Per 1 juli 2021 wordt de regeling over de actieve openbaarmaking door de IGJ dus uitgebreid. Het is van belang dat zorgaanbieders zich daarvan bewust zijn. Als bij de zorgaanbieder een calamiteit plaatsvindt en de IGJ wil daar zelf onderzoek naar doen, dan zullen de uitkomsten van dat onderzoek in beginsel openbaar worden gemaakt. Wordt u geconfronteerd met toezicht door de IGJ, of wilt u daarover meer weten? Neem dan contact op met Jacqueline de Vries of Jeffrey Groen.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?