NOW: voorwaarden bekend

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW)

Click here for the English version.

Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 6 mei 2020.

Op dinsdag 31 maart 2020 heeft het kabinet de inhoud en de voorwaarden van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) bekend gemaakt. De NOW vervangt de Werktijdverkorting die 17 maart per direct is vervallen. De NOW voorziet in een subsidie van maximaal 90% van de loonkosten voor bedrijven die een omzetdaling van ten minste 20% hebben. Het aanvragen van de subsidie bij het UWV is mogelijk sinds 6 april jl. Hoe dit alles in zijn werk gaat leest u hieronder.

Omzetdaling

Om een aanvraag voor de NOW te kunnen doen moet de werkgever een omzetdaling van ten minste 20% verwachten. De omzetdaling van ten minste 20% dient zich voor te doen over een periode van drie maanden. De startdatum van deze drie maanden is de eerste dag van maart, april of mei 2020. Daarin maakt de werkgever zelf een keuze. Om de omzetdaling te berekenen wordt als vergelijkingsmaatstaf genomen 25% van de omzet over heel 2019. Voor werkgevers die op 1 januari 2019 nog niet bestonden worden de hele kalendermaanden vanaf het moment dat de bedrijfsuitoefening van de werkgever is aangevangen in 2019 tot en met februari 2020 genomen, omgerekend naar drie maanden. Als een bedrijf uit meerdere rechtspersonen bestaat die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het hele (Nederlandse) concern aangehouden. (Let op: hierop is per 1 mei jl. een uitzondering gecreëerd, welke hieronder nader zal worden toegelicht.)
Let op: de werkgever moet wel per loonheffingennummer een separate aanvraag voor de NOW indienen, maar daarbij dan telkens dezelfde verwachte omzetdaling en gekozen ‘omzetperiode’ als voor de andere vennootschappen binnen het concern, die NOW aanvragen, invullen.

Het UWV laat het aan de werkgever om de bewuste periode te kiezen voor de aanvraag. Afhankelijk van het soort werk kan de startdatum verschil maken voor de hoogte van de subsidie. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer uitblijvende klandizie pas later terug is te zien in de omzetdaling. Let op: een eenmaal gemaakte keuze kan niet meer gewijzigd worden. Valt de omzetdaling uiteindelijk hoger uit dan de verwachte omzetdaling bij de indiening van de aanvraag, dan kan dit leiden tot een nabetaling door het UWV. Andersom geldt dat een lagere omzetdaling dan verwacht kan resulteren in een terugbetalingsverplichting.

Afwijking van bepalen omzetdaling op concernniveau

De NOW is per 1 mei 2020 aangepast. Met deze aanpassing is het voor werkgevers die meer dan 20% omzetverlies hebben maar behoren tot een concern dat niet aan die voorwaarde voldoet, toch mogelijk om NOW-subsidie aan te vragen. Hieraan worden wel extra voorwaarden gesteld. De belangrijkste voorwaarden zijn:

  • de activiteiten van de werkgever mag niet voor meer dan de helft bestaan uit het binnen het concern ter beschikking stellen van werknemers;
  • de werkgever met 20 of meer werknemers moet een akkoord hebben met de betrokken vakbonden over werkbehoud, de werkgever met minder dan 20 werknemers moet dit akkoord bereiken met de werknemersvertegenwoordiging;
  • de moedervennootschap van het concern waartoe de werkgever behoort verklaart dat zij over 2020 geen dividenden aan aandeelhouders of bonussen aan de Raad van Bestuur en directieleden van van het concern en de betreffende werkgever zullen worden uitgekeerd of eigen aandelen zullen worden ingekocht door vennootschappen binnen het concern;
  • de andere vennootschappen binnen het concern mogen geen opdrachten uitvoeren die ten koste van van de werkgever die de NOW-subsidie aanvraagt en die deze opdrachten normaliter zou uitvoeren;
  • de werkgever die een dergelijke NOW-aanvraag indient, moet een verklaring van de accountant overleggen waaruit blijkt dat aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan. 

Loonsom

De werkgever vraagt de subsidie aan voor de loonsom in maart, april en mei 2020. Dit is dus geen periode waarvan de werkgever de startdatum zelf kan kiezen. Voor de loonsom worden de gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst gebruikt. Het UWV neemt deze gegevens automatisch over en neemt als grondslag het socialeverzekeringsloon (sv-loon). Hierop vinden nog wel correcties plaats: zo wordt het eventueel betaalde vakantiegeld in mindering gebracht op dit sv-loon en dit geldt ook voor het loon per werknemer dat boven een bedrag van € 9.538,- bruto per maand uitkomt. Bovenop dit ‘gecorrigeerde’ sv-loon komt een vaste opslag van 30%, die voorziet als tegemoetkoming in werkgeverslasten zoals de opbouw van het vakantiegeld, pensioen en de werkgeverspremies. Dit alles, wat door het UWV zelf wordt berekend, maakt tezamen de ‘loonsom’ die als grondslag dient voor de hoogte van de subsidie.

Hoogte en berekening van de subsidie

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de percentuele omzetdaling en bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de maanden maart, april en mei 2020. Een subsidie van 90% over de totale loonsom wordt enkel uitgekeerd bij een omzetdaling van 100%. Een werkgever met bijvoorbeeld een omzetdaling van 50% heeft recht op een subsidie van 45% van de totale loonsom en met een omzetdaling van 20% op een subsidie van 18% van de totale loonsom.

Om het voorschot te berekenen maakt het UWV gebruik van de loonsom over de maand januari 2020 zoals bekend bij de Belastingdienst. Als die ontbreekt, wordt de loonsom van november 2019 gebruikt. Wijzigingen in de loonaangifte van januari 2020 die na 15 maart zijn doorgegeven, worden niet meegenomen. Het UWV keert na een positieve beslissing op de aanvraag een voorschot uit ter hoogte van 80% van de subsidie zoals deze wordt berekend op basis van de bij de aanvraag geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen.

Bij de uiteindelijke vaststelling van de subsidie die naderhand plaatsvindt, wordt gekeken naar de daadwerkelijke omzetdaling over de gekozen omzetperiode en de daadwerkelijke loonsom over de maanden maart, april en mei 2020. Zoals gezegd kan een hogere omzetdaling dan verwacht leiden tot een hogere subsidie en een lagere omzetdaling tot een lagere subsidie (en mogelijk een terugbetalingsverplichting).

Wanneer de daadwerkelijke loonsom over maart, april en mei 2020 lager is dan drie keer de loonsom over januari 2020, dan zal dit ertoe kunnen leiden dat de definitieve subsidie uiteindelijk lager uitvalt. Dit kan dan ook mogelijk resulteren in een verplichting tot terugbetaling van een deel van het voorschot. Als de daadwerkelijke loonsom over maart, april en mei 2020 hoger is dan drie keer de loonsom over januari 2020, dan wordt alsnog vastgehouden aan laatstgenoemde loonsom voor de definitieve subsidie. Over het hogere deel van de loonsom wordt geen subsidie berekend. Met deze maatregel wenst de wetgever fraudeleus handelen tegen te gaan.

Bedrijfseconomisch ontslag

De regeling beboet de werkgever die ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aanvraagt voor zijn werknemers gedurende de periode 18 maart tot en met 31 mei 2020. Dit geldt dus niet voor ontslagaanvragen ingediend voor 18 maart. Voor ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen die zijn ingediend vanaf 18 maart hebben werkgevers de mogelijkheid deze in te trekken tot vijf werkdagen na publicatie van de NOW (1 april). Ontslag van werknemers op andere gronden, bijvoorbeeld in de proeftijd, wegens disfunctioneren of na afloop van een contract voor bepaalde tijd, valt overigens niet onder deze verplichting en levert dus geen sanctie op.

Indien toch ontslag wegens bedrijfseconomische redenen wordt aangevraagd en deze aanvraag niet (of niet tijdig) is ingetrokken, wordt bij de vaststelling van de subsidie een correctie doorgevoerd die te zien is als boete. De correctie wordt verwezenlijkt door het loon van de werknemers voor wie het ontslag is aangevraagd te verhogen met 50%. Dit loon plus de boeteheffing van 50% (en de vaste opslag van 30%) wordt in mindering gebracht op de subsidie. De werkgever verliest hiermee dus niet zijn recht op de NOW, zoals eerder wel werd aangegeven door de overheid.

Let op: als de werkgever toch een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indient, zal hij aannemelijk moeten maken dat het ontslag niet kan worden voorkomen door een beroep op de NOW en waarom niet.

Aanvraag, voorschot en toekenning

De aanvraagperiode voor de subsidie loopt van 6 april tot en met 31 mei 2020. De aanvraag dient te worden gedaan via een aanvraagformulier dat op de website van het UWV te vinden zal zijn. In de aanvraag moet de werkgever in ieder geval de verwachte omzetdaling, de gekozen omzetperiode, zijn loonheffingennummer en zijn rekeningnummer vermelden. Het UWV hanteert een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, maar streeft ernaar de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen 2 tot 4 weken.

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de (voorlopige) subsidie is toegekend dient de werkgever de vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hierbij een accountantsverklaring vereist. Binnen vier weken na publicatie van de NOW wordt meer duidelijkheid gegeven onder welke grens een accountantsverklaring niet is vereist. Binnen 52 weken na ontvangst van deze aanvraag zal het UWV de definitieve subsidie vaststellen, welke afhangt van de daadwerkelijke omzetdaling en loonsom. Bij de afrekening kan dus sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld om de omzetdaling lager is uitgevallen, een terugvordering.

Voor 1 juni 2020 zal worden besloten of de subsidieregeling van de NOW verlengd wordt en zo ja, onder welke voorwaarden.

Heeft u vragen over de NOW? Neem dan contact op met Joost Schunselaar (j.schunselaar@holla.nl) of Marloes Stuurop (m.stuurop@holla.nl) of met één van de andere medewerkers van de Business Unit Arbeidsrecht (088-4402400).