NOW 2.0: voorwaarden en verschillen

Het kabinet kondigde eind mei aan dat de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid verlengd werd. Op 22 juni 2020 is de regeling online gezet. De voorwaarden die gelden voor de tweede periode van de NOW (de ‘NOW 2.0’) verschillen op bepaalde punten van de voorwaarden die golden tijdens de eerste periode van de NOW (de ‘NOW 1.0’). Dit artikel bevat een overzicht van de voorwaarden onder de NOW 2.0 en de verschillen ervan ten opzichte van de NOW 1.0.

Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 24 juni 2020.

Omzetdaling

De werkgever met een omzetdaling van minimaal 20% gedurende een periode van vier maanden komt in aanmerking voor de NOW 2.0. Onder de NOW 1.0 bedroeg deze periode drie maanden. De startdatum van deze vier maanden kan liggen op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. De werkgever kan deze startdatum zelf bepalen, tenzij hij al een beroep heeft gedaan op de NOW 1.0. In dat geval moet de omzetperiode voor de NOW 2.0 aansluiten op de eerder gekozen periode. De omzetdaling wordt berekend door een derde van de omzet van 2019 te vergelijken met de omzet tijdens de gekozen periode van vier maanden.

Net als bij de NOW 1.0 vormt de omzetdaling van de hele groep de basis van de subsidie. Wel kan een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep het UWV verzoeken om de omzetdaling afzonderlijk te berekenen. Hieraan worden wel extra voorwaarden gesteld. Klik hier voor het artikel over de NOW 1.0, waarin deze uitzondering inclusief voorwaarden is toegelicht.

Belangrijk om te realiseren is dat ontvangen subsidies en tegemoetkomingen meetellen als omzet. Dit is vooral van belang voor werkgevers die de nieuwe Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB ontvangen tijdens de gekozen omzetperiode. Deze tegemoetkoming bedraagt maximaal € 50.000,- over vier maanden en is bedoeld voor ondernemers in de meest getroffen sectoren met een omzetverlies van tenminste 30%.

Verder zijn er in de NOW 2.0 enkele wijzigingen in de omzetbepaling voor specifieke situaties, bijvoorbeeld voor bedrijven die na 1 januari 2019 geconfronteerd zijn met een overgang van onderneming, of bedrijven die bedrijfsonderdelen hebben afgestoten. In dat geval wordt de referteperiode anders bepaald.

Loonsom

De NOW 2.0 voorziet in een tegemoetkoming in de loonkosten over de maanden juni tot en met september 2020. Ook hier gaat het dus om vier maanden in plaats van drie, zoals onder de NOW 1.0 het geval was. Deze periode sluit aan op de subsidieperiode uit de NOW 1.0, die zag op de maanden maart t/m mei 2020. De werkgever is niet vrij om deze subsidieperiode zelf te bepalen.

Voor de loonsom worden de gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst gebruikt. Het UWV neemt deze gegevens automatisch over en neemt als grondslag het sv-loon. Hierop vinden enkele correcties plaats: zo wordt het eventueel betaalde vakantiegeld in mindering gebracht op dit sv-loon. Daarnaast wordt het loon per werknemer gemaximeerd op € 9.538 bruto per maand. Bovenop het ‘gecorrigeerde’ sv-loon komt een vaste opslag van 40% (onder de NOW 1.0 was dit 30%), die voorziet in een tegemoetkoming voor werkgeverslasten zoals opbouw vakantiegeld, pensioen en werkgeverspremies.

Hoogte en berekening van de subsidie

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de omzetdaling en bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de subsidieperiode. De maximale subsidie van 90% wordt alleen uitgekeerd als de omzetdaling 100% bedraagt. Een werkgever met een omzetdaling van 50% heeft recht op een subsidie van (90% x 50%) 45% van de totale loonsom en een werkgever met een omzetdaling van 20% heeft recht op een subsidie van (90% x 20%) 18% van de totale loonsom.

De referentiemaand voor de loonsom is maart 2020. Het UWV gebruikt de loonsom uit deze maand om het subsidievoorschot te berekenen, waarbij het UWV gebruikt maakt van de bij de aanvraag aangeven verwachte omzetdaling. Bij een positieve beslissing op de aanvraag keert het UWV een voorschot uit van 80%. De uitbetaling van het voorschot vindt plaats in twee termijnen en de subsidie wordt achteraf definitief vastgesteld.

Bedrijfseconomisch ontslag

Onder de NOW 1.0 krijgen werkgevers een boete opgelegd als zij ondanks de subsidie een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen zouden indienen. Deze boete bedraagt 50% van het loon over de subsidieperiode van de werknemer voor wie ontslag is aangevraagd. Dit loon plus de boeteheffing van 50% (in totaal dus 150%) wordt in mindering gebracht op de definitieve subsidie.

Onder de NOW 2.0 is deze boete van 50% geschrapt. Wel wordt de subsidie nog steeds verminderd met het volledige loon over de subsidieperiode van de werknemer voor wie in de periode 1 juni tot en met 30 september 2020 op bedrijfseconomische gronden ontslag wordt aangevraagd. Daarnaast wordt het totale subsidiebedrag met 5% verminderd als de werkgever in de periode van 30 mei tot en met 30 september 2020 een melding doet als bedoeld in de Wet Melding Collectief Ontslag én gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt. De werkgever kan deze vermindering van 5% voorkomen door met vakbonden of werknemersvertegenwoordiging overeenstemming te bereiken over de ontslagen, dan wel – als daarover geen overeenstemming is bereikt – partijen de Stichting van de Arbeid verzoeken om te beoordelen of het voorgestelde aantal te vervallen arbeidsplaatsen noodzakelijk is.

Geen dividend en bonussen uitkeren

De werkgever die gebruik maakt van de NOW 2.0 en op grond hiervan een subsidie ontvangt van € 125.000,- of meer, dan wel een voorschot van € 100.000,- of meer, mag over 2020 geen winstuitkering aan haar aandeelhouders doen, geen bonussen uitkeren aan het bestuur en directie en geen eigen aandelen inkopen. Deze verplichting geldt tot en met de dag van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening in 2021 wordt vastgesteld. Het begrip bestuur, directie of management moet breed worden opgevat. Registratie in de Kamer van Koophandel is hierbij niet doorslaggevend en ook niet of de betrokken personen beslissings- of tekeningsbevoegd zijn. Bestuursleden, directieleden of leden van het managementteam die het beleid bepalen vallen onder deze categorie. Bonussen voor ander personeel mogen wel worden uitgekeerd.

Overige verplichtingen werkgever

De werkgever is verplicht zich in te spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkeladvies of aan scholing.  Ter ondersteuning komt het kabinet met het crisispakket ‘NL leert door’.

Verder is de werkgever ook onder de NOW 2.0 verplicht om de OR, personeelsvertegenwoordiging of bij gebreke daarvan het personeel te informeren over de subsidieverlening.

Tot slot is de werkgever verplicht om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Doet de werkgever dit niet, dan betekent dit dat de subsidie lager wordt vastgesteld. Bij een gedaalde loonsom ten opzichte van de referteperiode, krijgt de werkgever voor elke euro minder loonkosten, 90 cent minder subsidie. Er vindt dus geen correctie plaats voor het omzetverlies. De wetgever heeft hiervoor gekozen vanuit de gedachte dat de werkgever met een bepaald percentage omzetverlies ook voor datzelfde percentage van zijn loonsom subsidie nodig heeft.

Aanvraagperiode en datum vaststelling

De aanvraagperiode loopt van 6 juli tot en met 31 augustus 2020. De aanvragen kunnen online worden ingediend via een formulier op www.uwv.nl. Zodra positief op de aanvraag is besloten, wordt een voorschot van 80% verstrekt. De beslistermijn bedraagt 13 weken, maar er wordt gestreefd om de betaling van het eerste voorschot binnen 2 tot 4 weken te realiseren.

Binnen 24 weken na afloop van de periode dat de omzetdaling heeft plaatsgevonden, moet de werkgever de definitieve vaststelling van de subsidie aanvragen. Bij de aanvraag van de vaststelling van de subsidie kan een accountantsverklaring vereist zijn. Klik hier voor het artikel over de wijzigingen van de NOW 1.0 waarin te lezen is wanneer deze accountantsverklaring verplicht is.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?