Nieuws

Indexering huur bedrijfsruimte en CBS-index

Gepubliceerd op 16 nov. 2023

Onze mensen

I Stock 1406459272

De problematiek van de hoge huurindexering (tot ca. 14,5%) is inmiddels bekend. De vraag is of een verhuurder dit hoge percentage onverkort in rekening kon brengen. Dit onderwerp heeft wel iets weg van de 'corona-korting'. Huurders doen ook bij de indexering vaak een beroep op onvoorziene omstandigheden. Daarnaast wacht de markt ook nu op richtinggevende rechtspraak. Ik zie vooralsnog weinig in een beroep op onvoorziene omstandigheden. Een beroep op de redelijkheid en billijkheid biedt naar mijn mening meer kans van slagen. En vooral indien zou blijken dat het CBS de indexering niet correct heeft berekend. Een recente uitspraak van de kantonrechter Rotterdam geeft enige richting.

De eerste uitspraak betrof een kort geding uitspraak waarin de mogelijkheid werd opengehouden dat de indexering te hoog kan zijn aangezien het CBS de berekeningsmethodiek later veranderde.

De uitspraak van de kantonrechter Arnhem van 25 oktober jl. in de zaak ‘Happy Italy’ ging juist uit van de overeengekomen indexeringsmethode met inbegrip van het hoge percentage. De kantonrechter zag geen grond om daarvan af te wijken.

In de uitspraak van de kantonrechter Rotterdam van 3 november jl. hecht de kantonrechter echter wel waarde aan het feit dat het CBS de berekeningsmethode inmiddels heeft aangepast en anders omgaat met de invloed van energieprijzen.

De casus

Verhuurder in deze zaak is Klépierre en de huurprijs in 2022 bedroeg € 55.047,20. Klépierre indexeerde de huur per 12 januari 2023 met 14,53% tot € 63.046,66. De kantonrechter zag geen grond voor een aanpassing van de indexering op grond van onvoorziene omstandigheden. Indexering op basis van de nieuwe berekeningswijze, wanneer die per begin januari 2023 zou zijn toegepast, zou tot een indexering met 7,24% leiden in plaats van met 15,53%. Per 12 januari 2024 is er vermoedelijk geen verschil meer. De oude berekeningswijze acht de kantonrechter niet adequaat terwijl de huurder ook de hogere energieprijzen betaalde. Een strikte toepassing kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Er is dan ook, aldus de kantonrechter, reden voor een aanpassing van de indexering. Maar: de nieuwe methode moet dan wel consequent worden toegepast om te voorkomen dat de verhuurder onredelijk wordt benadeeld. Aangezien de huurder dat niet vorderde vangt de huurder toch nog bot.

Uit deze uitspraak blijkt dat grond kan bestaan voor een lagere indexering, uitgaande van een eerdere toepassing van de nieuwe berekeningswijze van het CBS.

Vragen over deze indexering of andere huurkwesties? Neem contact op met Egbert Schelhaas.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief