Nieuws
Onteigenen nieuwe stijl: de onteigeningsakte
Gepubliceerd op 7 sep. 2021
Onze mensen
De Omgevingswet is in aantocht. De ingangsdatum is vooralsnog 1 juli 2022. Deze wet verandert de onteigeningsprocedure ingrijpend. In deze bijdrage gaan wij dieper in op de onteigeningsakte. Eerder schreven wij een introductie over de onteigeningsbeschikking en de bekrachtigingsprocedure in dit artikel. Daarna hebben wij de bekrachtigingsprocedure nader beschouwd, in dit artikel.
Dit is de derde bijdrage in een reeks bijdragen waarin wij u op de hoogte stellen van veranderingen in het onteigeningsrecht.
Wat is een onteigeningsakte?
Een onteigeningsakte is een notariële akte waarmee de onteigenaar de onteigende zaak vrij van alle lasten en rechten kan verkrijgen. Het moment van inschrijving in de openbare registers van deze akte geldt als het moment van verkrijging.[1] Een notaris kan op verzoek van de onteigenaar de akte opstellen als de onteigening voldoet aan drie voorwaarden. Dat de notaris een rol van betekenis gaat spelen in de onteigeningsprocedure is nieuw. In het huidige systeem speelt de notaris een kleinere rol, bijvoorbeeld in het kader van zekerheidstellingen voor een voorschot op de schadeloosstelling.
Ten eerste moet de onteigeningsbeschikking onherroepelijk zijn. Deze beschikking is onherroepelijk als de bestuursrechter de beschikking heeft bekrachtigd en er geen hoger beroep is ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling). Ook is de beschikking onherroepelijk als het verzoek tot bekrachtiging van de beschikking in hoger beroep niet is verworpen door de Afdeling.
Daarnaast moet het onderliggende planologische besluit waarvoor wordt onteigenend onherroepelijk zijn. Dat is bijvoorbeeld een omgevingsplan, een projectbesluit of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. De onteigenaar kan dit aantonen door een van deze documenten te overleggen:
- de uitspraak van de Afdeling tegen dat besluit;
- een verklaring van de griffier van de rechtbank of een verklaring van de griffier van de Afdeling waaruit blijkt dat geen beroep is ingesteld tegen het planologische besluit (de “opvolger” van de huidige non-cassatie-verklaring);
- een verklaring van de griffier van de Afdeling waaruit blijkt dat geen hoger beroep is ingesteld tegen het planologisch besluit (de “opvolger” van de huidige non-cassatie-verklaring).
Onze mensen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.