Nieuws

Onteigenen nieuwe stijl: beschikken en bekrachtigen

Gepubliceerd op 9 jul. 2021

I Stock 1026434680

De Omgevingswet is in aantocht. De ingangsdatum is vooralsnog 1 juli 2022. Deze wet verandert de onteigeningsprocedure ingrijpend. In deze bijdrage introduceren wij de onteigeningsbeschikking en de bekrachtigingsprocedure.

Dit is de eerste bijdrage in een reeks bijdragen waarin wij u op de hoogte stellen van veranderingen in het onteigeningsrecht.

Wat is de onteigeningsbeschikking?

In een onteigeningsbeschikking wijst een bestuursorgaan de te onteigenen onroerende zaken aan.[1] Een bestuursorgaan neemt deze beschikking pas nadat zij heeft geprobeerd de onroerende zaken minnelijk te verwerven.[2] Als de minnelijke verwerving niet lukt, dan volgt het juridische startpunt: de onteigeningsbeschikking.[3]

De onteigeningsbeschikking is een nieuw fenomeen, in het huidige onteigeningsrecht is het juridische startpunt doorgaans het verzoek aan de Kroon. Van belang is dat in deze fase de mogelijkheid tot vooroverleg en de voortoets bij de Kroon dus niet terugkomen, hoewel overheden nu in de praktijk veel van deze mogelijkheid gebruik maken.

Hoe bereid je een ontwerponteigeningsbeschikking voor?

De beschikking wordt voorbereid met de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure (“UOV”).[4] De ontwerponteigeningsbeschikking moet ter inzage worden gelegd met “(…) de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp (…)”.[5]

Dit zijn in ieder geval een grondtekening en het ontwerp van of het vastgestelde/verleende planologische besluit dat ten grondslag ligt aan de onteigening. Op de grondtekening moet in ieder geval vermeld worden:

  • de ligging van de percelen van de te onteigenen onroerende zaken en de kadastrale nummers van desbetreffende percelen, op een goed afleesbare en op de tekening vermelde schaalgrootte;
  • alle onroerende zaken die onteigend gaan worden;
  • de aansluiting van de onroerende zaken op het daaromheen gelegen gebeid;
  • een noordpijl en de naam van de gemeente waar de onroerende zaken zich bevinden.[6]

Belanghebbenden kunnen tijdens de UOV zienswijzen indienen.[7]

Wat is het vervolg na terinzagelegging van de ontwerponteigeningsbeschikking?

De onteigeningsbeschikking, eventueel na wijziging door de ingebrachte zienswijzen, moet daarna worden bekrachtigd door de bestuursrechter. De onteigeningsbeschikking dient in ieder geval bepaalde informatie te bevatten: de kadastrale aanduidingen en grootte van de percelen waar het te onteigenen onroerende goed ligt. Als een gedeelte van een perceel wordt opgenomen, dan moet de grootte van dat gedeelte worden opgenomen. Verder moet de beschikking de namen van de eigenaren, de beperkt gerechtigden en de naam van de onteigenaar vermelden. Tenslotte moet de beschikking in ieder geval ook een beschrijving bevatten van de beoogde vorm van ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving waarvoor de onteigening nodig is.[8]

Voorts vermeldt het bestuursorgaan bij de bekendmaking en de kennisgeving van de onteigeningsbeschikking in ieder geval:

  • welke rechtbank wordt verzocht de onteigeningsbeschikking te bekrachtigen;
  • dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop de onteigeningsbeschikking ter inzage is gelegd bij die rechtbank schriftelijke bedenkingen kunnen inbrengen;
  • dat de onteigeningsbeschikking in werking treedt na de dag waarop de uitspraak van de rechter is bekendgemaakt.[9]

Conclusie

De Omgevingswet verandert veel in de onteigeningsprocedure. De onteigeningsbeschikking is immers nog nooit gebruikt en ook de bekrachtigingsprocedure is nieuw. Veel van de gegevens die nodig zijn voor het ontwerp en de onteigeningsbeschikking moeten echter nu ook al verzameld worden door de onteigenaar.

In de volgende bijdragen zullen wij onder meer ingaan op de onteigeningsakte, de schadeloosstellingsprocedure en de proceskostenveroordeling.

Meer weten over het huidige onteigeningsrecht, het nieuwe onteigeningsrecht of de Omgevingswet? Neem contact op met onze specialisten omgevingsrecht en onteigeningsrecht: Ties Pranger en Harald Wiersema.

----

[1] Art. 11.3 Omgevingswet.

[2] Art. 11.7 lid 1 onder a Omgevingswet.

[3] Art. 11.3 en 11.4 Omgevingswet.

[4] Art. 16.33b Omgevingswet.

[5] Art. 3.11 Algemene wet bestuursrecht.

[6] Art. 7.6 Omgevingsbesluit.

[7] Art. 3:15 lid 1 Algemene wet bestuursrecht.

[8] Art. 7.5 Omgevingsbesluit.

[9] Art. 16.33d lid 2 Omgevingswet.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief