Nieuws

Mag de provincie Utrecht ‘eindelijk’ een wolf schieten?

Gepubliceerd op 24 feb 2025

Onze mensen

Wolf paintball

Op 11 februari 2025 deed de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland uitspraak over een verleende omgevingsvergunning. De vergunning was verleend om wolven met afwijkend gedrag te verstoren met een paintballgeweer. Mag het college met een paintballgeweer op een wolf schieten?

Afwijkend gedrag

Het college verleende een omgevingsvergunning voor het schieten met een paintballgeweer, omdat meerdere wolven op de Veluwe afwijkend gedrag vertonen, vermoedelijk door voedselconditionering. De inzet van een paintballgeweer moet hun schuwheid herstellen en de openbare veiligheid waarborgen. Volgens het college brengt de omgevingsvergunning het aantal wolven in Nederland niet in gevaar. De voorzieningenrechter gaat in de uitspraak ervan uit dat de vergunning is verleend voor alle wolven op de Noord-Veluwe die zich bewust binnen 30 meter van mensen ophouden.

De Faunabescherming betwijfelt of de vergunning echt nodig is en vindt dat alternatieve methoden onvoldoende zijn onderzocht. Ook vrezen ze dat een paintballgeweer de wolf kan verwonden of zelfs doden. Daarnaast is er discussie over de vraag of de wolf in Nederland wel in voldoende aantallen voorkomt.

Wie geeft de voorzieningenrechter gelijk?

Juridisch kader: het verstoren van de wolf

De wolf is een strikt beschermde soort. Op grond van artikel 5.1 lid 2 onder g Ow is een omgevingsvergunning nodig om een flora en fauna-activiteit te verrichten als de activiteit in een algemene maatregel van bestuur is geregeld. Artikel 11.46 onder b Besluit activiteit leefomgeving bepaalt dat het verboden is zonder omgevingsvergunning een flora en fauna-activiteit te verrichten, inclusief het opzettelijk verstoren van dieren die vermeld staan in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, waarin de wolf is vermeld. De aanvraag moet voldoen aan de drie cumulatieve voorwaarden genoemd in artikel 8.74k lid 1 Besluit kwaliteit leefomgeving. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vergunning aan geen van de drie voorwaarden voldeed.

1. Noodzaak verstoring wolf

De voorzieningenrechter oordeelt dat het college niet voldoende heeft aangetoond dat het 18 maanden verstoren van wolven op de Noord-Veluwe noodzakelijk is voor de openbare veiligheid. Voor dat oordeel geeft de voorzieningenrechter vier argumenten.

  1. Ten eerste heeft het college niet duidelijk omschreven welk afwijkend gedrag de wolven vertonen dat ingrijpen noodzakelijk maakt. Meldingen van afwijkend gedrag dateren van begin 2024 tot medio 2024. Recente gevallen zijn niet duidelijk beschreven, en de context van de meldingen ontbreekt.
  2. Ten tweede heeft het college niet adequaat aangetoond hoe het de escalatieladder uit het wolvenplan van 23 april 2023 van het Interprovinciaal overleg (IPO) heeft toegepast. In de vergunning wordt afgeweken van het wolvenplan, omdat de vergunning is verleend voor de bescherming van loslopende honden, terwijl de escalatieladder alleen geldt voor (incidenten met) aangelijnde honden. Het college heeft echter niet goed gemotiveerd waarom van het wolvenplan wordt afgeweken.
  3. Ten derde oordeelt de voorzieningenrechter dat uit het arrest van het Hof van Justitie (WWF Österreich) volgt dat afwijken van de (juridische) bescherming van de wolf alleen mogelijk is als "directe ernstige schade" aan een specifiek dier kan worden toegeschreven.[1] Het college heeft echter niet aangetoond welke wolf op de Noord-Veluwe afwijkend gedrag vertoont en welke risico’s dit vormt voor de openbare veiligheid. Hierdoor kan geen vergunning worden verleend om op wolven te schieten binnen 30 meter van mensen, voertuigen of aangelijnde honden. 

    De voorzieningenrechter twijfelt aan de praktische uitvoering van het plan, aangezien het onduidelijk is hoe een niet-gezenderde wolf geïdentificeerd kan worden en hoe een jager zonder deskundigheid kan bepalen of het om een probleemwolf gaat, vooral als er enige tijd zit tussen de melding en het moment van het arriveren van de jager.
  4. Ten vierde, heeft het college de werkingsduur van 18 maanden gekoppeld aan de dispersieperiode van wolven. De dispersieperiode is de fase in het leven van jonge wolven waarin ze hun ouderlijk territorium verlaten om een eigen gebied te vinden. Dit gebeurt meestal wanneer ze ongeveer 9 maanden tot 2 jaar oud zijn. Het gedrag van de wolven kan in deze periode variëren doordat ze op zoek gaan naar nieuwe roedels of gebieden om zich te vestigen. Op de zitting heeft het college gesteld dat dit ook geldt voor volwassen wolven. Hierdoor is het onduidelijk waarom de werkingsduur van 18 maanden nog passend is, aangezien een niet-deskundige de dispersieperiode niet kan bepalen.

2. Andere bevredigende oplossingen

De voorzieningenrechter oordeelt dat onduidelijk is of alternatieve maatregelen maximaal zijn benut, hoe lang ze duurden en wat hun effect was. Voorzorgsmaatregelen zoals het stopverbod, waarschuwen van hondeneigenaren en het tijdelijk sluiten van losloopgebieden, zoals voorgeschreven in de escalatieladder, zijn niet of onvoldoende toegepast. Aan het criterium dat ‘geen andere bevredigende oplossing bestaat’ voor het gebruik van een paintballgeweer wordt niet voldaan.

3. Wolf niet in gunstige staat van instandhouding

De voorzieningenrechter oordeelt dat het college niet goed heeft uitgelegd wat de gevolgen zijn van het beschieten van een wolf met een paintballgeweer. Omdat de wolf als soort al kwetsbaar is en niet zeker is of een paintballgeweer geen schadelijke effecten heeft op de wolf en de roedel, is niet bewezen dat aan de voorwaarden voor deze maatregel is voldaan.

Interessant is dat de voorzieningenrechter oordeelt dat de wolven in Nederland niet als zelfstandige populatie kunnen worden aangemerkt. De wolf in Nederland behoort tot de Centraal-Europese wolvenpopulatie. Uit onderzoek van de Volkskrant blijkt dat er 22 wolven spoorloos zijn verdwenen in Nederland. Experts zien aanwijzingen voor stroperij. Aangezien de wolf al niet in een gunstige staat van instandhouding in Europa verkeert en er bovendien wolven in Nederland verdwijnen, lijkt het onwaarschijnlijk dat op korte termijn aan deze instandhoudingsvoorwaarde wordt voldaan. Gevolg van het niet kunnen voldoen aan deze instandhoudingsvoorwaarde, is dat ook een omgevingsvergunning waarschijnlijk niet op korte termijn verleend gaat worden voor het verstoren, of zelfs doden, van een wolf.

[1] HvJ EU 11 juli 2024, ECLI:EU:C:2024:595 (WWF Österreich e.a.), r.o. 67-75.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief