Nieuws

Een brandweerman/duiker loopt PTSS op: overheid als werkgever aansprakelijk of ‘part of the job’?

Gepubliceerd op 8 aug. 2023

Onze mensen

I Stock 817388372
Een brandweerman/duiker komt tijdens zijn werkzaamheden in aanraking met allerlei heftige situaties. De brandweer is net als de politie en de ambulancedienst snel ter plaatse indien zich een crisissituatie voordoet. Dit maakt dat de brandweerlieden direct geconfronteerd worden met de gevolgen van ernstige gebeurtenissen zoals brand of verdrinkingen. Het is voor iedereen invoelbaar dat dergelijke confrontaties bij een brandweerman niet ‘in de koude kleren’ gaan zitten en dat psychische klachten ten gevolge daarvan kunnen ontstaan. De vraag die in deze blog aan bod komt is of de werkgever, in deze de (lokale) overheid, onder omstandigheden aansprakelijk kan worden gehouden voor de opgelopen PTSS van brandweerlieden? In deze blog wordt een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in ambtenarenzaken, besproken waarin deze vraag wordt beantwoord (ECLI:NL:CRVB:2023:1150).

Wat is er gebeurd?

Aan de rechtszaak bij de Centrale Raad van Beroep (de Raad) is het volgende vooraf gegaan. De eisende partij in kwestie was in de periode tussen 1982 en 1993 in dienst als duiker/brandweerman bij de gemeentelijke brandweer. De brandweerman heeft tientallen incidenten meegemaakt, waarbij hij direct is geconfronteerd met slachtoffers met fatale verwondingen waaronder een politieman die onder zijn handen is gestorven, suïcides en lijkvindingen. In de jaren na zijn dienstverband bij de brandweer heeft hij psychische klachten ontwikkeld. In 2014 is bij hem een posttraumatische stressstoornis (PTSS) vastgesteld, ten gevolge van de traumatische ervaringen bij de brandweer. De brandweerman heeft het College van Burgemeesters & Wethouders van de gemeente (het college), dat verantwoordelijk is voor de gemeentelijke brandweer, verzocht om de aansprakelijkheid te erkennen voor zijn psychische problemen en zijn schade ten gevolge daarvan te vergoeden. Hij verwijt de brandweer dat onvoldoende voor- en nazorg is verleend om de traumatische gebeurtenissen te kunnen verwerken. Het verzoek wordt door het college afgewezen, omdat de werkzaamheden die de brandweer moest verrichtten objectief bezien geen buitensporig karakter hadden. Dit besluit heeft het college ook na het indienen van bezwaar gehandhaafd. De brandweerman stelt vervolgens beroep in bij de rechtbank. De rechtbank geeft het college gelijk en verklaart het beroep ongegrond.

Juridisch kader

De brandweerman laat het er niet bij zitten en stelt hoger beroep in bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in ambtenarenzaken. Een brandweerman is namelijk in dienst bij de overheid en dus een ambtenaar. Een bestuursorgaan, in deze het college dat verantwoordelijk is voor de brandweerzorg, heeft net als een particuliere werkgever een zorgplicht tegenover zijn werknemers.[1] Deze zorgplicht houdt kortgezegd in dat het college de werkzaamheden en de werkplek zodanig moet inrichten, en zo nodig maatregelen moet nemen en aanwijzingen moet geven, om schade tijdens de uitoefening van werkzaamheden te voorkomen. De ambtenaar heeft recht op vergoeding van deze schade, ook voor zover rechtspositionele regelingen daarin niet voorzien. Er bestaat evenwel geen recht op vergoeding indien het bestuursorgaan aantoont dat het zijn zorgplicht is nagekomen (of indien sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de ambtenaar).

Maatstaf psychisch letsel

De maatstaf bij psychisch letsel is volgens vaste rechtspraak of sprake is van factoren die -objectief bezien- een buitensporig karakter dragen in verhouding tot het werk of de werkomstandigheden.[2] Het buitensporigheidscriterium beoogt factoren die de psychische schade zouden hebben veroorzaakt te objectiveren, omdat niet van het bestuursorgaan verlangd kan worden dat het de ambtenaar op voorhand bescherming biedt tegen alle denkbare wrijvingen en (samenwerkings)problemen die zich op de werkvloer kunnen voordoen. Niet iedere werknemer reageert immers hetzelfde op bepaalde traumatische gebeurtenissen.  Dit is in het algemeen anders dan bij fysieke klachten. Voorheen was de Raad van oordeel dat ingrijpende gebeurtenissen, zoals een confrontatie met dodelijke slachtoffers of ernstige dreiging van geweld, inherent zijn aan de functie van een brandweerman of politieambtenaar en daarom in beginsel niet buitensporig.[3] De Raad komt hierop terug. Hoewel confrontaties met ingrijpende gebeurtenissen tijdens de werkzaamheden als brandweerman onvermijdelijk zijn, blijft het een gegeven dat deze (herhaaldelijke) confrontaties in het gewone leven uitzonderlijk zijn. De confrontaties die de brandweerman in het onderhavige geschil heeft meegemaakt kwalificeren aldus als buitensporig ondanks dat deze confrontaties horen bij het werken bij de brandweer, en hebben bij hem tot psychische klachten geleid,.

Zorgplicht

Het causaal verband tussen de werkzaamheden en de PTSS van de brandweerman staan in het onderhavige geschil vast. Het college is hiervoor aansprakelijk, tenzij zij aannemelijk kan maken dat de zorg tijdens en na de inzet van de brandweerman voldoende is geweest. Dit heeft het college nagelaten.

Conclusie

De Raad stelt dat de confrontatie van de brandweerman met traumatische gebeurtenissen weliswaar inherent is aan het werk van een brandweerman, maar dat dit niet betekent dat de ervaringen niet als buitensporig kunnen worden beschouwd. Dit werd bij de politie al langere tijd onderkend. Het college had in deze zaak moeten aantonen dat de zorg tijdens en na het werk voldoende is geweest om onder de aansprakelijkheid uit te komen, wat het niet heeft gedaan. De Raad oordeelt dat het hoger beroep slaagt, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en bepaalt dat het college een nieuwe beslissing op het bezwaar moet nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Deze uitspraak van De Raad maakt het voor brandweerlieden makkelijker om een schadevergoeding te vorderen in het geval dat zij vanwege hun werkzaamheden PTSS hebben opgelopen. De ingrijpende gebeurtenissen worden niet meer beschouwd als part of the job. Heeft u in dit verband vragen over het vorderen van een schadevergoeding wegens opgelopen PTSS tijdens uw werkzaamheden? Neem dan contact op met mij of één van mijn collega’s. Holla legal & tax kan u bij het verhalen van uw letselschade in veel gevallen kosteloos bijstaan. Onze letselschade advocaten zullen u als slachtoffer zoveel mogelijk ontzorgen, zodat u zich volledig kunt richten op uw herstel. Informatie over wat wij voor u kunnen betekenen, hoe een letselschadezaak precies in zijn werk gaat en hoe het zit met de vergoeding van advocaatkosten, is te vinden op deze pagina. [1] Uitspraak van 22 januari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:98. [2] ECLI:NL:CRVB:2022:2779 [3]  Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 24 januari 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BY9362.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief