Vaststelling dat de wet niet is nageleefd biedt afdoende genoegdoening

Voor Jurisprudentie Gedwongen zorg (‘JGz’) schreef Jeffrey Groen een annotatie bij de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 4 september 2023. In deze zaak had de rechtbank een zorgmachtiging verleend, terwijl het onderzoek van de onafhankelijke psychiater via beeldbellen had plaatsgevonden. De Hoge Raad had de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen. De rechtbank verleende na terugverwijzing de zorgmachtiging alsnog. Deze zaak betreft het schadevergoedingsverzoek. De rechtbank oordeelde dat de rechtbank bij het verlenen van de zorgmachtiging de wet niet had nageleefd. De rechtbank volgde de betrokkene echter niet in haar stelling dat zij tijdens het cassatieberoep in onzekerheid of spanning had geleefd. De zorgmachtiging was namelijk uitvoerbaar bij voorraad en er was dus een grond voor (eventuele) verplichte zorg. De rechtbank oordeelde dat de vaststelling dat de rechtbank in strijd met de wet had gehandeld op zichzelf afdoende genoegdoening bood. De rechtbank kende geen schadevergoeding toe. In de annotatie gaat Jeffrey in op de beslissing van de rechtbank om geen schadevergoeding toe te kennen, terwijl wél sprake is van niet naleven van de Wvggz. De rechtbank overwoog dat de vaststelling dat de rechtbank de wet niet had nageleefd voldoende genoegdoening bood. Die motivering hanteren rechters vaker, maar vooral bij formele schendingen van de wet. In dit geval ging het echter om een gebrek in de totstandkoming van de medische verklaring van de onafhankelijke psychiater: misschien wel het belangrijkste document in het verzoek om een zorgmachtiging te verlenen? Lees hier de annotatie