Nieuws

WZD-uitspraken

Gepubliceerd op 15 mrt. 2020

Plaatje nieuwsbericht
De eerste ‘WZD-uitspraken’, een overzicht Het is alweer ruim drie maanden geleden sinds de Wet zorg en dwang (WZD) in werking trad. De eerste ‘Wzd-uitspraken’ van rechtbanken zijn inmiddels een feit. Daartussen zit een aantal die het bespreken waard zijn. Medische verklaring door een niet ter zake kundige arts? Allereerst is interessant een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, van 19 februari 2020. Bij een verzoek tot voortzetting van een last tot inbewaringstelling wordt alleen een medische verklaring van een basisarts overgelegd. Op grond van die medische verklaring is de inbewaringstelling eerder ook afgegeven. De WZD schrijft echter voor dat bij het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot inbewaringstelling een verklaring moet worden overgelegd van een ‘ter zake kundige arts’ die de betrokkene kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij diens behandeling betrokken was. Uit de parlementaire geschiedenis en jurisprudentie blijkt dat wanneer het gaat om iemand met een psychogeriatrische aandoening, de medische verklaring moet worden opgesteld door een specialist ouderengeneeskunde. Op verzoek van de behandelend specialist ouderengeneeskunde houdt de rechtbank de behandeling van het verzoek aan, zodat een nieuwe verklaring kan worden opgesteld, die wél door een (onafhankelijke) specialist ouderengeneeskunde is opgesteld. De rechtbank oordeelt vervolgens dat met de nieuwe verklaring wel voldaan is aan de (formele) voorwaarden voor het verlenen van de gevraagde machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling. Dat aan de (oorspronkelijke) beschikking tot inbewaringstelling in feite een gebrek kleeft – doordat daar geen verklaring van een ter zake kundige arts aan ten grondslag lag – neemt volgens de rechtbank niet weg dan ten tijde van deze machtiging wel aan deze voorwaarde is voldaan. Vervolgens beoordeelt de rechtbank dat ook inhoudelijk is voldaan aan de vereisten voor het verlenen van de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling en wijst het verzoek toe. Rechtbank anticipeert op wijziging WZD Een andere interessante uitspraak komt van de Rechtbank Gelderland, van 3 maart 2020. Bij een verzoek tot voortzetting van een rechterlijke machtiging wordt een verklaring overgelegd die is opgesteld door een specialist ouderengeneeskunde die aan de zorgaanbieder waar de betrokken cliënt verblijft verbonden is. Dat is in strijd met artikel 26 lid 7 WZD, op grond waarvan in het geval een cliënt al binnen een accommodatie van een zorgaanbieder verblijft, de medische verklaring niet mag worden verstrekt door een arts die verbonden is aan die zorgaanbieder. De rechtbank houdt de kwestie aan, zodat er een nieuwe medische verklaring door een onafhankelijke specialist ouderengeneeskunde kan worden opgesteld. Opvallend genoeg bereikt de rechtbank evenwel diezelfde dag nog het bericht – via de betrokken zorgaanbieder – dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn een voornemen tot wijziging van artikel 26 lid 7 WZD bekend heeft gemaakt. Voornoemde eis, dat de arts die de medische verklaring opstelt in het geval een cliënt al in een accommodatie verblijft niet verbonden mag zijn aan de desbetreffende zorgaanbieder, komt te vervallen en wordt zo snel mogelijk in de regelgeving aangepast. De eis dat de medische verklaring moet zijn opgesteld door een ter zake kundige arts die niet bij de zorg betrokken is en onafhankelijk van de zorgaanbieder blijft wel staan. De rechtbank overweegt vervolgens – kort gezegd - dat gebleken is dat de specialist ouderengeneeskunde die de verklaring heeft opgesteld onafhankelijk was ten opzichte van zowel de betrokkene als de zorgaanbieder. Gezien het voornemen besluit de rechtbank te anticiperen op de wijziging van de WZD en oordeelt dat de medische verklaring op juiste wijze is opgesteld. Omdat de rechtbank ook inhoudelijk concludeert dat aan de vereisten voor een rechterlijke machtiging is voldaan wijst de rechtbank het verzoek vervolgens toe. Medische verklaring ondertekend door psychiater in opleiding Ten slotte is interessant een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, van 25 februari 2020. Aan de orde is een verzoek tot verlenging van een inbewaringstelling. Bij het verzoek wordt gesteld dat de betrokkene ernstig nadeel loopt of dreigt te lopen in verband met het syndroom van Korsakov. Bij het verzoek wordt een medische verklaring overgelegd die is opgesteld en ondertekend door een psychiater in opleiding. In reactie daarop stelt de advocaat van de betrokkene dat bij een dergelijke beoordeling een psychiater (als ter zake kundige arts) aanwezig dient te zien die de verklaring mede ondertekent (artikel 30 lid 1 WZD). Ook de rechtbank stelt vast dat de verklaring niet door een psychiater ondertekend is. Uit het verzoekschrift maakt de rechtbank echter op dat bij de beoordeling wel een psychiater aanwezig is geweest. Deze verblijft inmiddels echter in het buitenland, waardoor zij de verklaring niet (mede) heeft ondertekend. De rechtbank stelt vast dat de medische verklaring daarmee niet voldoet aan de in artikel 30 lid 1 WZD vervatte eis. Desalniettemin besluit de rechtbank tóch niet over te gaan tot afwijzing van het verzoek. De rechtbank meent dat – ondanks de gebrekkige medische verklaring – de vermoedelijke diagnose Korsakov wel voldoende is onderbouwd. Vervolgens meent de rechtbank dat – ondanks het feit dat het syndroom van Korsakov formeel gezien nog niet binnen de reikwijdte van de WZD valt – er wel een machtiging onder de WZD kan worden verleend. De rechtbank wijst daarbij op het voornemen van het Ministerie van VWS van 20 september 2019, dat onder andere het syndroom van Korsakov bij AMvB zal worden aangewezen als ‘gelijkgestelde aandoening’, zodat betrokkenen met dit syndroom ook binnen de reikwijdte van de WZD kunnen komen te vallen. In de voorliggende kwestie ziet de rechtbank voldoende aanleiding om daar alvast op vooruit te lopen en de WZD ter zake toe te passen. De rechtbank wijst het verzoek toe. Meer weten? Of wilt u advies over de implementatie van de WZD in uw organisatie of heeft u vragen over de uitvoering van de WZD? Neem dan contact op met Sofie Steen, Jacqueline de Vries of Jeffrey Groen.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief