Overheid en privacy

Actieve en passieve openbaarmakingen van bedrijfsgevoelige informatie, handhavingsbeschikkingen en inspectiegegevens staan volop in de schijnwerpers.

Denk aan een restaurant dat zijn deuren moet sluiten, een ziekenhuis dat ondermaats presteert of een arts die zijn werkzaamheden niet meer mag uitvoeren. Tegenwoordig worden dergelijke besluiten en onderzoeksrapporten steeds vaker gepubliceerd. Soms omdat publicatie op grond van een bijzondere wet verplicht is. Maar steeds vaker ook omdat bestuursorganen kiezen voor openbaarmaking. De reden hiervoor is het belang van een goede en democratische bestuursvoering, zoals is verwoord in de Wet openbaarheid van bestuur. Het actief openbaar maken brengt echter ook gevaren met zich mee. Wanneer gegevens openbaar gemaakt worden, kunnen ze in verkeerde handen vallen en bedrijven en personen kunnen geschaad worden door publicatie van (achteraf onterechte) besluiten.

Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur moet een bestuursorgaan uit eigen beweging informatie verschaffen over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dit in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. Dit artikel is geformuleerd en bedoeld als instructienorm, maar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot wettelijke basis om informatie actief openbaar te maken. Bij het actief openbaar maken van informatie moet het bestuursorgaan wel altijd de uitzonderingsgronden van artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur in acht nemen. De absolute uitzonderingsgronden zijn het probleem meestal niet. Bij de relatieve uitzonderingsgronden moet het bestuursorgaan echter een belangenafweging maken. Deze belangenafweging leidt vaak tot geschillen en procedures.

De Wet openbaarheid van bestuur moet vervangen gaan worden door de Wet Open Overheid. Het wetsvoorstel is op 19 april 2016 door de Tweede Kamer aangenomen en ligt inmiddels bij de Eerste Kamer, die het voorstel op korte termijn zal gaan behandelen.

De Wet Open Overheid zal in de eerste plaats een grote impact gaan hebben op de dagelijkse praktijk van overheden, vooral omdat een groot aantal categorieën van documenten actief – en dus niet meer slechts “op verzoek” – openbaar gemaakt moet worden.

De Wet Open Overheid is bovendien van belang voor bedrijven wiens gevoelige informatie in documenten is opgenomen die de overheid bezit. Onder de Wet openbaarheid van bestuur konden overheden bedrijfs- en fabricagegevens nog weigeren openbaar te maken zonder het maken van een belangenafweging; deze absolute weigeringsgrond wordt onder de Wet Open Overheid relatief. Dergelijke concurrentiegevoelige informatie is dus niet meer vanzelfsprekend geheim.

Kortom zowel voor bedrijven als voor overheden is het openbaar maken van informatie, welke openbaarmaking nadelig (kan) zijn voor personen of bedrijven, een hot item.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?